o
kwaad wanneer de planner eens zelf in het veld en op de
bouwplaats gaat kijken.
Het aantal kaarten en ontwerptekeningen is in de loop der
tijd enorm uitgebreid. De archieven puilen uit van teke-
ningen van het verleden, van een nooit gebouwde toe-
komst, van een nog te maken toekomst. Door vele
disciplines wordt de wereld beschreven naar een groot
aantal aspekten. Andere disciplines maken elkaar overlap-
pende plannen voor de wereld: een landbouwplan, een
landschapsplan, een rekreatieplan. Elke discipline ge-
bruikt zijn eigen grafische Symbolen, die door een ander
geleerd en begrepen moeten worden. Kaarten en ontwerp
tekeningen moeten worden gekombineerd en geintegreerd,
naar schaal, naar inhoud, naar mate van gedetailleerd-
heid, naar tijdstip van opname en uitvoering. Overtrek-
ken, samenvatten, generaiiseren gebeurt met de hand,
soms met hulpmiddelen als pantograaf en kamera. Als de
tekenaar belangstelling heeft voor het gebied wat hij
onderhanden heeft kan bij hem een mental map ontstaan,
maar deze is verloren als tekenaar en plannende mens
niet dezelfde zijn.
Het heden en de toekomst: het werken met
databestanden
Sinds ongeveer 1960 is de Computer ingebroken in het ge-
schetste proces. Het begon met landmeetkundige bereke-
ningen: omzetten van richting en afstand in rechthoekige
koördinaten, om die met de rechthoekige koördinatograaf
te prikken en de punten met de hand te verbinden. Later
kon de koördinatograaf ook lijnen trekken. De ponsband
of Stapel ponskaarten die het apparaat bestuurden werden
niet bewaard: 'wegwerpbestanden'; opslag zou teveel
ruimte hebben gekost. Maar massageheugen werd goed-
koop en er ontstonden technieken waarmee je snel kaar
ten vanuit permanente bestanden kon produceren en, wel
zo belangrijk, interaktief grafisch snel kon wijzigen (fi-
guur 4). In de ontwerpwereld zocht men naar mogelijkhe-
den om het vele tekenwerk te versnellen en het aan
ontwerpen inherente eindeloze aanpassen en overtekenen
te voorkomen (cad Computer Aided Drafting).
Tekeningen werden gekodeerd opgeslagen in bestanden en
via het beeldscherm gewijzigd en aangevuld.
In de wereld van kaartmakers en ontwerpers ging het
vooral om vereenvoudiging en versnelling van het teken
werk, de digitale bestanden waren slechts hulpmiddel. Pas
sinds kort (ongeveer 1980) begint door te dringen, dat je
met die digitale bestanden meer kunt doen: gegevens sa-
VJ; c
Figuur 4.
Figuur 5.
menvatten, analyseren en korreleren, via algoritmen er
nieuwe informatie uit genereren, ontwerpen toetsen op
funktioneren, maakbaarheid en kosten. De database
wordt hoofdzaak (figuur 5). Deze bevat de meest volledi-
ge beschrijving van de bestaande of ontworpen wereld; de
kaart of tekening die op papier of scherm verschijnt is
daar een projektie van, die kommunikatie tussen database
en mens mogelijk maakt. Aan bits en bytes zie je niet
veel. Kaart en tekening, in vroeger tijd opslag,
bewerkings- en kommunikatiemedium verliezen hun
opslag- en bewerkingsfunktie aan de database. We kunnen
nu van alle kanten tegen de wereld in de database aankij-
ken, samenhangen erin opsporen en zichtbaar maken,
digitale fantasiewerelden scheppen en daar doorheen rei
zen (op groter wild dan herten schietend uiteraard), mo-
gelijke toekomsten voorzien en uitproberen (cad wordt
echt Computer Aided Design), onbemande bulldozers en
oorlogstuig gestuurd door gegevens uit de database het
werk laten opknappen (cam Computer Aided Manufac-
turing).
Tussen oog, hoofd en hand van de mens zijn nu twee la
gen gekomen: tekening en database. Integratie van het nu
en de toekomst kan nu op drie niveaus plaatsvinden: in
de databases, door gegevens numeriek te kombineren, in
de tekening door grafische weergaven over elkaar heen te
projekteren, in het hoofd van de plannenmakende mensen
door alles te verwerken in hun mental maps. Hoe komen
we tot een goede symbiose? Er kan weer heel wat fout
gaan in de informatiestroom: de wereld wordt niet goed
afgebeeld in de database, bij het afbeelden op het scherm
worden de verkeerde kleuren gebruikt, het oog wordt
overvoerd met teveel plaatjes.
Nieuwe talen zijn nodig voor opslag, bewerking en kom
munikatie. Elke discipline doet het weer anders: raster-
formaat, vektorformaat, topologie; Fortran, Pascal, C;
GKS. IGES, RS 232, IEEE 488, SUF, DUF, DXF,
Werk aan de winkel voor kommissies om te proberen or-
de te scheppen in de chaos.
Terwijl we het oog gericht houden op de buis (dit verhaal
werd ook op de Computer geschreven!) hebben we de
handen vol om de machinerie aan de gang te houden, om
ruimten te scheppen waar we de machines om ruimte te
KT 1988.XIV.4
31
vanaf
ontwikkeling" van
datastructuren en ."formaten
propra mmeerf«tlen
uitwisselin^Sformaten
MENS
V HAND
COMMWIJICATIE
CAM
MENS
KAART ^TfciATilN. /"owTw\ /onTvTN
t s- J a
ANALYSE W
/PATABA1e\IlAT.ji.H; V AatAE
B.EALISEKEW