1
fJ
1
N
J
L-
Figuur 1. Elektronische kaart met radargegevens.
ook een almanak en toeristische informatie bevatten. Een
en ander gebeurt in nauw overleg met de fabrikanten van
de daarvoor benodigde hardware.
Toekomstverwachtingen
Wat verwacht ik van de toekomst? Er is geen twijfel over
mogelijk dat in de toekomst digitale technieken steeds be-
langrijker zullen zijn. De informatiebronnen van de Hy-
drografische Dienst, zoals de eigen schepen, de
Rijkswaterstaat, de Topografische Dienst en buitenlandse
hydrografische diensten zullen hun gegevens digitaal aan-
leveren.
Een expertsysteem zal het handwerk van de kartograaf
gaan vervangen. Een nautisch kartograaf wordt informa-
tiedrager, maar dan wel voorzien van de expertise om
'het aardoppervlak te beschrijven ten behoeve van een
veilige navigatie'. Grafische back-up zal blijven, in welke
vorm dan ook.
Een regionaal, of mogelijk mondiaal, gegevensbestand
voor de elektronische kaart (ecdb) zal kontinu en geheel
up-to-date via satellieten worden uitgezonden. De gebrui-
ker pakt daaruit wat hij nodig heeft. De techniek is er
klaar voor; er draait al een proefopstelling. Het probleem
is de organisatie. Binnen de Internationale Hydrografische
Organisatie wordt er met voortvarendheid aan gewerkt.
Ontwerpspecifikaties zijn opgesteld en er is een internati-
onaal uitwisselingsformaat overeengekomen. Volgend jaar
gaat een projektgroep van deskundigen van de acht hydro
grafische diensten rond de Noordzee full-time aan het
werk voor het ontwerpen van een Noordzee ecdb-
netwerk, een update service, een distributiesysteem en de
nodige regelgeving. Samen vormt dit, zoals D. Groot dit
in een artikel in het ITC Journal noemt, de 'Geomatic In-
frastructure'.
Nationaal zal de ontwikkeling van geografische informa-
tiesystemen leiden naar een nauwere koppeling van land
en zee-informatie. Veel diensten bewegen zieh in het
grensgebied, zoals de Topografische Dienst, de Hydrogra
fische Dienst en de Rijkswaterstaat, maar ook de Rijks
Geologische Dienst, de Rijksplanologische Dienst, mi-
lieudiensten, het Kadaster, diensten van kustgemeenten en
vele andere.
Er dient mijns inziens op körte termijn een regeringsbe-
leid te komen met betrekking tot de ontwikkeling, het be-
heer en gebruik van digitale geografische informatie. Niet
alleen is dit nodig voor het uitwisselen van informatie
tussen de vele overheidsdiensten en ter ondersteuning van
de beleidmakers, maar ook om al die informatiebronnen
toegankelijk te maken voor publiek gebruik. Wederom
'Geomatische Infrastruktuur' waarbij ik dan denk aan
standaardisatie, koppelen van gegevensbestanden, kommu
nikatie en regelgeving.
Het betreff een groot organisatorisch probleem waar al
iets aan gedaan wordt. De ravi werkt onder meer aan
standaardisatie van de vastgoedinformatie, de Rijksplano
logische Dienst ontwikkelt zijn ruimtelijk informatie-
systeem ria. En binnenkort wordt de Stichting maris
(Marien Informatiesysteem Noordzee) opgericht. maris
beoogt, in eerste aanleg, een verwijzingsservice te bieden
met betrekking tot alle op de Noordzee betrekking heb-
bende informatie.
Figuur 2. Netwerk van relaties van de Hydrografische Dienst.
Figuur 2 geeft een indruk van de veelheid aan relaties.
Elk vakje op zieh is al een verzameling. En wanneer u
dan bedenkt dat wij slechts een van de vele cellen van
het te ontwikkelen netwerk zijn, dan is het duidelijk dat
hier een enorme uitdaging ligt; een uitdaging van grote
bestuurlijke en ekonomische betekenis. De vraag is welke
minister die uitdaging zal oppakken. Hoe langer daarmee
wordt gewacht, hoe groter het probleem wordt.
Noot
Schout-bij-Nacht L.H. van Opstal is Chef der Hydrografie (Hy
drografische Dienst, 's-Gravenhage). Dit artikel werd op
22 September 1988 als lezing gepresenteerd tijdens het NVK-
lustrumsy mposium
KT 1988.XIV.4
Overheids
diensten
Kustgemeenten
RWS
DGSM j
Dienst der Hydrografie!
NL
Informatie
industrie
Particuliere
gebruikers
North SEA
ECDB network N
Topografische
dienst
MARIS
40
