De opleiding kaart- en atlasbeheer GO-H
P.C.J. van der Krogt
In de laatste jaren is er een tendens te bemerken om
steeds meer kaarten en afbeeldingen te gebruiken bij
vooral historisch onderzoek. Voor een optimaal gebruik
daarvan is een goede toegankelijkheid nodig. Het behan-
delen van kaarten en afbeeldingen als boeken of als ar-
chiefstukken zorgt niet voor een goede toegankelijkheid.
Veel bibliotheken, archieven en andere instellingen zijn er
dan ook toe over gegaan een van hun medewerkers aan te
stellen als beheerder van een verzameling kaarten of af
beeldingen. Een afzonderlijke opleiding voor dergelijk be-
heer ontbrak echter.
De Stichting Gemeenschappelijke Opleiding voor Biblio-
theek, Documentatie en Informatiebewerking (go) is daar-
om in 1987 gestart met de opleiding Kaart- en
Atlasbeheer, de zevende opleiding in de reeks mondelinge
opleidingen van de go, die in de gehanteerde kodering
GO-H wordt genoemd. De opleiding is niet alleen bestemd
voor diegenen die nog geen werkervaring hebben, maar
ook voor hen die reeds werkzaam zijn in het beheer van
kaartenverzamelingen en topografisch-historische atlassen.
Degenen zonder werkervaring kunnen door een körte sta-
geperiode enige praktijkervaring opdoen.
Kortheidshalve is de opleiding 'Kaart- en Atlasbeheer' ge
noemd, hetgeen men moet zien als een verkorting van
'Beheer van Kaartenverzamelingen en Topografisch-
Historische Atlassen'. Ongelukkigerwijs denkt men bij het
woord atlas in samenhang met kaart eerder aan een boek
met kaarten dan aan een topografisch-historische atlas.
Geschiedenis
Als eerste aanzet tot de huidige kursus kan de in 1982
gehouden Zomerkursus Kaartbeheer van de Werkgroep
Kaartbeheer van de Nederlandse Vereniging voor Karto-
grafie worden gezien.
Een poging om een kursus Kaartbeheer bij de go op te
zetten mislukte in 1970 door het gebrek aan een kur
susleider. In plaats daarvan werd er in de daaropvolgende
jaren aandacht aan het kaartbeheer besteed bij drie ver-
schillende opleidingen afzonderlijk, respektievelijk aan de
P.A. Tiele Academie, de Rijksarchiefschool, beide te
's-Gravenhage, en het Geografisch Instituut van de Rijks-
universiteit Utrecht. Op de P.A. Tiele Academie kregen
de Studenten in het derde studiejaar (vervolgopleidingen
Bibliothecaris-Documentalist (bd) en Functionaris in We-
tenschappelijke Bibliotheken (fwb)) sedert 1975-1976 acht
uren 'Kennis van kartografische dokumenten' (vanaf 1973
was dat zes uur bij de fwb; de bd was er toen nog niet).
Hiermee werd een basiskennis gegeven die noodzakelijk
is om ook kaarten en luchtfoto's als volwaardige informa-
tiedragers te kunnen zien en gebruiken. In 1975-1976 werd
in samenwerking met de vakgroep Kartografie van het
Geografisch Instituut een specialisatie Kaartbeheer inge-
voerd met de bedoeling de Studenten een indruk te geven
van het vak kaartbeheer. Ook de Studenten kartografie
van het Geografisch Instituut konden een dergelijke speci
alisatie volgen. Op de Rijksarchiefschool is het aantal les-
uren 'beheer van topografisch-historische atlassen'
(gegeven sedert 1974) gering en dit beheer is geen exa-
menvak. Elk kursusjaar worden er zes lesuren aan
gewijd.
Naast deze reguliere opleidingen, die vrijwel uitsluitend
toegankelijk waren voor personen die nog geen werkkring
hadden, waren er ook aktiviteiten op het gebied van bij-
scholing van in de praktijk werkende beheerders van
kaartenverzamelingen en topografisch-historische atlassen.
Met name twee organisaties werkten hieraan: de Vereni
ging De Topografisch Historische Atlas (tha) en de
Werkgroep Kaartbeheer van de Nederlandse Vereniging
voor Kartografie (nvk). De tha, opgericht in 1958, heeft
als doelstelling een goed beheer van topografisch-
historische kollekties te bevorderen. Hieronder verstaat
men zowel een goede materiele verzorging als een zo
goed mogelijke toegankelijkheid van het materiaal voor de
gebruiker. Om dit doel te verwezenlijken werd gewerkt
Het gebouw van de Stichting Gemeenschappelijke Opleiding
(GO) te Den Haag.
KT 1988.XIV.4
49