aan de verruiming van de vakkennis van de atlasbeheer der, die bij gebrek aan een eigen beroepsopleiding zijn kennis voor een groot deel in de praktijk moest opdoen. Twee- of driemaal per jaar organiseert de tha ledenbij eenkomsten, waarop deskundige sprekers een met het werk verband houdend onderwerp inleiden. Meestal is er een exkursie aan verbonden. In 1962 publiceerde de tha de Leidraad voor het samenstellen en beheren van topo- grafisch-historische atlasseneen geheel nieuwe uitgave verscheen in 1974. In 1988 is dit werk vervangen door een geheel nieuw geschreven Handleiding voor het be- heer van een topografisch-historische atlas. In 1982 kwam de Gids voor topografisch-historische atlassen op de markt. De Werkgroep Kaartbeheer van de nvk, opgericht in 1975, heeft een vrijwel gelijk doel als de tha, maar dan specifiek gericht op het beheer van kaartenverzamelingen. Minstens twee maal per jaar worden studiedagen georga- niseerd. Op initiatief van de werkgroep verscheen in 1980 de Gids voor kaartenverzamelingen in Nederland. Tevens vatte men het plan op voor een Zomerkursus Kaartbeheer in 1982 die, gezien de ontwikkelingen op bibliografisch gebied, in samenwerking met leden van de Commissie Titelbeschrijving Kartografie van de Federatie van Organi saties op het gebied van Bibliotheek-, Informatie- en Do- kumentatiewezen (fobid) werd georganiseerd. De kursus, waaraan 29 personen deelnamen, koncentreerde zieh dan ook op het onderwerp titelbeschrijving. Naar aanleiding ervan publiceerde de nvk in 1983 Titelbeschrijven voor kartografische documenten, waarin de lezingen en inlei- dingen van de kursus werden gepubliceerd. Naar aanleiding van de voorbereiding voor de zomerkur sus gingen de Werkgroep Kaartbeheer, het Geografisch Instituut, de Tiele Academie en de Rijksarchiefschool op- nieuw rond de tafel zitten om tot een reguliere opleiding kaartbeheer te komen. Zij kwamen tot overeenstemming om een specialisatie kaartbeheer te organiseren, die ge- volgd zou kunnen worden als bijvak door Studenten in opleidingen voor bibliotheek- en archiefwezen. Dit bete- kende een verruiming van het lessenpakket op de Tiele Academie. Deze specialisatiekursus startte in 1982-1983 en stond open voor Studenten aan de Tiele Academie en voor personen met het diploma van de Rijksarchiefschool. Het vakkenpakket van deze kursus vormde een kompro- mis tussen de vereisten voor bibliotheek, archief en topografisch-historische atlas. In verband met de bezuini- gingen stopte deze kursus reeds in 1985. Uit de resultaten van de verschillende specialisatiekursus- sen en studiedagen bleek er een duidelijke behoefte te be- staan aan een opleiding in kaart- en atlasbeheer. In de laatste tien jaar was ook veel ervaring opgedaan aangaan- de het te geven vakkenpakket. Na de stopzetting van de kursus op de Tiele Academie is op initiatief van die aca demie overleg gevoerd tussen vertegenwoordigers van de academie, van de Rijksarchiefschool, het Geografisch In stituut te Utrecht, de go, de tha en de Werkgroep Kaart beheer van de nvk. Dit resulteerde in de huidige go-h opleiding Kaart- en Atlasbeheer. De opleiding Bij het opzetten van een nieuwe opleiding is de eerste vraag: in welke vakken moet worden gedoeeerd? Om on- der andere tot een bij de verschillende verzamelingen ge- wenst vakkenpakket te komen is in 1985 een enquete gestuurd aan de nvk, de Werkgroep Kaartbeheer en de Vereniging tha. Het gewenste vakkenpakket was bij de nvk verschillend van dat bij de tha. Dat is begrijpelijk vanwege het te beheren materiaal. Bij de tha werd vooral prijs gesteld op de vakken Historische kartografie; Orde- nen, katalogiseren van kaarten, prenten, tekeningen en dergelijke; Conservering en restauratie; Acquisitie en Kunstgeschiedenis (waarin het herkennen van grafische en andere technieken). Bij de Werkgroep Kaartbeheer bleek vooral ook behoefte te zijn aan geografie en moderne kartografie. Er werd een voorbereidingskommissie gefor- meerd die de inhoudelijke kant van de kursus moest uit- werken. Deze kommissie bestond voornamelijk uit mensen die werkzaam waren in het kaart- en atlasbeheer. Als eerste is een nadere doelstelling geformuleerd: de deelnemers moeten aan het eind van de opleiding in Staat zijn het beheer over een kollektie kaarten en/of een topografisch-historische atlas te verzorgen. Zij moeten de diverse soorten dokumenten die daarin beheerd worden met de daarvoor passende methoden toegankelijk kunnen maken. Uit de verzamelde dokumenten moeten zij infor matie aan anderen kunnen verstrekken. De doelgroep van de opleiding bestaat enerzijds uit diegenen die reeds ge heel of in deeltijd werkzaam zijn in het kaart- of atlasbe heer en anderzijds uit personen zonder ervaring. Om de doelstelling te kunnen bereiken dient de beginsitu- atie aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Als algemene vooropleiding wordt een havo- of gelijkwaardig niveau gewenst geacht. Indien een aspirant-deelnemer deze voor opleiding niet heeft, maar wel minstens vijf jaar ervaring in een archief of bibliotheek, kan na een toelatings- gesprek deelname aan de kursus worden toegestaan. Deze doelgroep en de gewenste vooropleiding zorgen voor een tamelijk heterogene kursusgroep: de kursisten van bijvoorbeeld de tweede kursus zijn zowel afkomstig uit archieven en bibliotheken als uit andere overheids- instellingen; ze hebben zowel historische als zeer moder ne dokumenten onder hun beheer. Het vakkenpakket is aangepast aan deze heterogene groep. Het vakkenpakket kan worden onderscheiden in twee de- len, namelijk inhoudelijke aspekten (73 uur) en beheers- aspekten (52 uur). Binnen deze tweedeling kunnen vakken worden gegeven die specifiek op afbeeldingen of kaarten zijn gericht. Een aantal vakken is echter voor bei de soorten dokumenten toepasbaar. De vakken die onder de noemer 'inhoudelijke aspekten' gegeven worden zijn Kartografie (20 uur), Geschiedenis van de kartografie (12 uur), Afbeelding van de historie en het menselijk leven (9 uur) en Vervaardiging en reproduk- tie (17 uur, waarvan 9 uur moderne en 8 uur oude am- bachtelijke technieken). Deze vakken hebben als doel inzicht te geven in de betekenis als dokument van kaar ten, tekeningen, prenten enzovoort. In hoeverre geven zij een betrouwbaar beeld van landschap, stad en menselijk leven in het verleden? Kunnen zij gebruikt worden als bron van kennis? Kunnen zij onze geschiedenis illustre ren? Atlasbeheerders krijgen thans veelvuldig vragen naar illustratiemateriaal voor publikaties op het gebied van landschap, stad en menselijk leven en voor film- en tele- visieprodukties. Dit eist kennis van de inhoudelijke as pekten van de kollektie en van de dokumentaire en illustratieve mogelijkheden die het materiaal biedt. Onder KT 1988.XIV.4 50

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 52