kaartgebruik Carte Ecologique Pastorale J. van den Worm Alweer enige jaren geleden (in 1982) werd de vakgroep Kartografie van het itc te Enschede verzocht om ten be- hoeve van het Appam-projekt in de Islamitische Repu- bliek Mauritanie een kaart te ontwerpen en te produceren. Dit artikel is gericht op de ideevorming rond de (karto) grafische aspekten van die kaart. De kaart zelf, Carte Ecologique Pastorale, is als losse bijlage bij dit nummer van het Kartografisch Tijdschrift ingesloten. Het Appam-projekt Carte Ecologique Pastorale is een kaarttitel die voor Ve len vraagtekens zal oproepen. Niet zozeer vanwege de taal, maar vooral met het oog op de inhoud. Een rechtstreekse vertaling van de titel zou leiden tot bijvoor- beeld de aanduiding 'Graasland ecologiekaarf. Om deze titel wat beter te kunnen begrijpen volgt nu eerst een kleine inleiding over het Appam-projekt in Mauritanie. Het is bekend dat de landen in de Sahelzone al jaren te lijden hebben van droogte en de daaruit voortvloeiende hongersnoodellende. Toch is het niet alleen de droogte die de hongersnood veroorzaakt. Het is een kombinatie van faktoren die uiteindelijk leidt tot voedselgebrek voor mens en dier. De bevolking van de Sahel bestaat voornamelijk uit no- maden. Deze trekken met hun kuddes door de woestijn en vestigen zieh daar waar de dieren zieh kunnen voeden met gewassen die ter plaatse groeien. Wanneer een gebied is kaalgegraasd trekt men naar een ander gebied waar hetzelfde proces zieh herhaalt. De natuur doet ondertus- sen haar werk in het kaalgegraasde gebied. Na verloop van tijd raakt dit gebied weer begroeid; een volgende groep nomaden kan neerstrijken en de ecologische cirkel is daarmee rond. De laatste decennia is dit evenwicht verstoord, deels door veranderde natuurlijke omstandigheden, deels door de mens. Door de bevolkingsgroei nam de druk op het ge bied toe met alle gevolgen vandien, zoals een toenemend gebruik van hout voor verwarming en koken. Van nog grotere invloed was de groei van de kuddes vee, die noodzakelijk was om de mens te kunnen voeden. Het di rekte gevolg hiervan was en is overgrazing van de be- groeide gebieden. De gebieden worden letterlijk kaal gevreten. Door de droogte kan de vegetatie zieh niet her stellen en het gevolg is dat grote gebieden ten offer vallen aan erosie, waarmee de weg naar een hernieuwde be- groeiing definitief is afgesloten. Een onontkoombaar pro ces dat alleen gestopt kan worden door herbeplanting, verbeterde irrigatie en een bezinning over het land- gebruik. Mauritanie is een van de landen waar dit verschijnsel zieh duidelijk voordoet en in een poging het proces tot stilstand te brengen werd het Appam-projekt opgestart. Het projekt betrof het in kaart brengen van de ecologie en het plannen en uitvoeren van direkte maatregelen met betrekking tot herbeplanting en irrigatie. In de eerste fase werden met behulp van luchtfoto- interpretatie en veldverkenningen gegevens verzameld be treffende de ecologie van het meest bedreigde gebied (de Djenkewoestijn). Topografie, fysiografie, vegetatie en bo- dem werden beschreven, deels in rapportvorm. De kaart werd als appendix aan het rapport toegevoegd en dient in de eerste plaats gezien te worden als de grafische weerga- ve van de in het rapport beschreven gegevens. De kaart heeft dientengevolge vooral een inventariserend karakter. Een ander belangrijk doel van de kaart was dat, mede op grond daarvan, bepaald moest worden welke gebieden en plaatsen het meest geschikt waren voor herbeplanting en aangepaste irrigatie. Met medewerking van de plaatselijke bevolking, de overheid en te hulp geroepen instanties werd een suksesvolle Start gemaakt met het Appam- projekt. Hoezeer het welslagen van dit soort projekten echter afhankelijk is van de medewerking van de autori- teiten blijkt wel nu door veranderde politieke omstandig heden en opvattingen het Appam-projekt inmiddels is gestopt. De kans op een suksesvolle herbegroeiing van het terrein is daarmee twijfelachtig geworden. Kartografische weergave Inleiding In overleg met de meest betrokken ecoloog in dit projekt, Robert Beck, werd besloten om twee van de drie ecologi sche hoofdgroepen, namelijk landschapsbeschrijving en vegetatie, in de kaart grafisch weer te geven. Theoretisch zou het mogelijk zijn geweest om ook de derde groep, bodem, weer te geven. Hiervan werd echter afgezien met het oog op het toekomstig kaartgebruik en op een te ver- wachten geringere leesbaarheid. Ook speelden budgettaire en produktie-technische aspekten (toename hoeveelheid produktiemateriaal en arbeidstijd) een rol. Naast de weergave van de twee ecologische hoofdgroepen diende ook de topografie duidelijk over te komen, gelet op de besluitondersteunende rol bij het herbeplan- tingsplan. Een duidelijk herkenbare topografie was boven- dien van belang met het oog op de gesprekken over het projekt die plaats moesten vinden met de lokale be volking. De randinformatie speelde door de omvang een rol apart. Vandaar dat daar in dit artikel ook aandacht aan wordt besteed. KT 1988.XIV.4 54

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 56