Daarom is toch voor grijswaarde als 'toegevoegde' visuele
variabele gekozen om aan dit doel te kunnen beant-
woorden.
Een moeilijkheid bij de keuze van met name kleur, al
dan niet in kombinatie met grijswaarde, is het zieh een
visuele voorstelling maken van het uiteindelijke
kaartbeeld.
Daarom is, na de eerste kleurvaststelling met behulp van
de kleurenkaart, een kleurmodel vervaardigd waarbij de
gekozen kleuren zo dicht mogelijk die van de uiteindelijk
te drukken kaart benaderden. Dit is een tijdrovend kar-
wei, dat echter meestal zijn vruchten afwerpt bij de defi-
nitieve kleurkeuze. Daarnaast kan het kleurmodel dienst
doen als pelgids voor de peelcoats.
Met name het aspekt van het visualiseren van de kaart in
de ontwerpfase zal door de opkomst van goede (karto)
grafische softwarepakketten worden vergemakkelijkt en
daarmee aan de kartograaf, binnen de regels van de semi-
ologie, meer kreatieve vrijheid geven dan nu mogelijk is.
De kleurkeuze draagt een konventioneel karakter (zand is
geel, klei is groen), en is sterk bepaald door het kaartge-
bruik en de gebruiker. Bij de zandachtige woestijnduin-
landschappen is een klein 'variabel' zijsprongetje gemaakt
ten einde het verschil in duintype te visualiseren. Hier
zijn de visuele variabelen kleursoort (geel en wit) en
vorm toegepast, deze laatste gerealiseerd door een in de
kleur uitgespaard struktuurraster. De rasters zijn niet te
fijn gekozen om te voorkomen dat de gele ondergrond
door menging met wit als verschillend in grijswaarde
wordt ervaren en daardoor een te sterk geordend karakter
verkrijgt.
Topografle
De topografie is eveneens in kleur uitgevoerd: rivieren
zijn in blauw weergegeven, wegen en andere sporen van
menselijke aktiviteiten in rood. Doordat het rood van de
topografie vrij sterk is ontstaat als het wäre een overlay-
effekt waardoor deze topografie 'vrij' komt van de onder
grond zonder de andere waarnemingsniveaus te bei'n-
vloeden.
Vegetatiebeschrijving ('Classification de la strueture de
la Vegetation')
De vegetatie komt in detail tot uiting in de tweede hoofd-
groep, die kartografisch (en in de legenda grafisch) is
weergegeven. Bij de vegetatie zijn de eenheden wat dui-
delijker gestruktureerd. Kriterium is de aanwezigheid van
grassen, struikgewas en geboomte, waarbij de bedekking
van de bodem door deze gewassen procentueel is vast-
gelegd.
Er is sprake van overgang van steppegebieden met spaar-
zame grasbegroeiing, via overgangsgebieden met grassen,
struikgewas en klein geboomte ('prairies') naar relatief
dichter door geboomte begroeide gebieden ('foret claire').
De vegetatiebedekking heeft een associatief en kwantita-
tief karakter. Zij gaat klassegewijs over van circa 3% tot
circa 30% bedekking van de betreffende landschappen.
Als visuele variabelen zijn vorm, grijswaarde en kleur
soort gekozen. Kleursoort kon, mede gelet op het gestel-
de waarnemingsniveau, alleen in zeer beperkte mate
worden toegepast en diende voornamelijk om het waarne
mingsniveau te beinvloeden.
Bij de toepassing van vorm zou het ideaal zijn geweest
wanneer voor ieder type begroeiing (gras, struikgewas,
geboomte) een symbool ontworpen zou kunnen worden en
de zes vegetatiegroepen zouden worden weergegeven door
kombinaties van die Symbolen. Verschil in grijswaarde
zou bereikt kunnen worden door plaatsing van meer of
minder Symbolen binnen de eenheden.
De praktijk dwingt ons echter vaak tot het zoeken van
praktische oplossingen, zoals de toepassing van plak-
rasters. En het is helaas zo dat de kartografie door de
kommerciele handel in plakrasters niet al te ruim wordt
bedeeld.
Toch is getracht bij de keuze van rasters zo dicht moge
lijk bij de theoretische benadering te blijven.
Vormgeving
Een niet altijd even gemakkelijk te beschrijven onderdeel
in de moderne benadering van de kartografie is de weten-
schappelijk wat mistige materie van de vormgeving van
het kaartblad. Bedoeld wordt de vormgeving in zijn totali-
teit, inklusief legenda, en de bepaling van het papierfor-
maat, waarbij naast funktionele ook praktische en
esthetische aspekten meespelen.
De kaart dient 'funktioneel' te zijn en de legenda speelt
daarbij een onmisbare rol: zij is de sleutel tot het verkla
ren van de zo met zorg ontworpen Symbolen. De praktijk
leert dat, ondanks de goede bedoelingen van de karto
graaf, de in de kaart toegepaste visuele variabelen niet al
tijd tot de gewenste pereeptie leiden bij de kaartgebruiker.
De legenda kan een duidelijke funktie vervullen als het
gaat om het versterken van de onderlinge samenhang Eis
sen de in de kaart verwerkte gegevens en kan daardoor
de pereeptie positief beinvloeden.
De legenda en de overige randinformatie kunnen tevens
een of meerdere dimensies, die niet meer grafisch kunnen
worden uitgebeeld, aan de kaartgebruiker overbrengen.
Het is vanuit dit standpunt dat de bij deze kaart behoren-
de legenda is ontworpen.
Dat de visuele variabelen bijvoorbeeld ook van toepassing
zijn op de in de kaart te plaatsen teksten zal niet voor ie-
dere kartograaf een verrassing zijn, ondanks het veelvul-
dig verkeerd gebruik van tekst in de kaart. De visuele
variabelen kunnen (in aangepaste vorm) echter ook als
hulpmiddel bij het ontwerpen van een funktionele legenda
dienen.
Positie is een in het kaartbeeld meestal meetkundig vast-
gelegde variabele en is derhalve niet altijd vrij toepas-
baar. In de legenda schept positie echter een eerste
mogelijkheid tot het leggen van verbanden tussen legenda-
eenheden. Door de toepassing van bijvoorbeeld vaste af-
standen en plaatsen tussen legendablokken, Symbolen en
tekst zal spontaan selektie van groepen optreden.
Vorm, orientatie, grootte, kleursoort en grijswaarde kun
nen toegepast worden op tekst (gebruik van verschillende
en verschillend gekleurde lettertypen in vette, normale en
lichte uitvoering, recht of kursief), lijnelementen en vlak-
ken, waarbij uiteraard de kaartsymbolen onaangetast die
nen te blijven. Deze mogelijkheden zijn hier ook
toegepast: alle informatiegroepen in de legenda zijn te
onderscheiden en te relateren door hun positie, het ge
bruik van vette, normale en lichte tekst en de toepassing
van iijndikteverschillen.
56
KT 1988.XIV.4