De funktionaliteit van de kaart als kommunikatiemiddel
dient niet verward te worden met funktionaliteit als ge-
bruiksmiddel. Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld dat op
een schoolbord een goede wegenkaart kan worden gete-
kend, die uiterst funktioneel is als kommunikatiemiddel.
Gaat het echter om het maken van een autoritje dan is
een kaart op een stuk papier in de auto toch wel wat ge-
makkelijker dan een kaart op een schoolbord. Vanuit deze
optiek is ook het daadwerkelijk gebruik van de kaart be-
keken, voordat de definitieve lay-out werd opgesteld.
Door de vrij grote hoeveelheid informatie die rondom de
kaart moest worden geplaatst, en het beperkte drukfor-
maat was enig denkwerk vereist voor de lay-out. Hoe zou
over het algemeen de kaart worden gebruikt: bestudeert
men eerst uitvoerig de legenda en bekijkt men daarna de
kaart of juist andersom?
De omvang van de randinformatie dwong tot het kiezen
van een oblong formaat. Dit beperkte de keuze van de
plaats van de legenda tot boven of onder de kaart. Plaat-
sing onder de kaart lag konventioneel voor de hand maar
de vraag rees of het dan wel zo gemakkelijk was om de
kaart te kunnen raadplegen. Door het oblong formaat is
de kaartleesafstand immers niet gering als de legenda aan
de onderzijde van het papier geplaatst is. De kaart dan
naar beneden schuiven om hem te kunnen lezen heeft het
praktische bezwaar dat de gehele legenda letterlijk op de
schoot komt te liggen. Door de kaart onder de legenda te
plaatsen wordt het bezwaar van de te grote kaartlees
afstand echter opgeheven. De legenda blijft leesbaar en is
makkelijk te raadplegen.
Om de hoofdlegenda als eenheid sterker te benadrukken
is de titel van de kaart negatief weergegeven, waarbij de
breedte van het font overeenkomt met de breedte van de
legenda.
Er mocht niet worden verondersteld dat iedere kaartge-
bruiker zieh een visueel beeld zou kunnen vormen van
het terrein en de vegetatie. Daarom werden, wederom in
overleg met de auteur, een foto en enige illustraties, met
name met betrekking tot de vegetatie, in de legenda op-
genomen
kartograaf zelf krijgt na verloop van enige tijd een andere
kijk op zijn of haar produkt; iets wat iedere praktijkkarto-
graaf wel eens zal hebben ervaren.
Waarom is bijvoorbeeld niet de geschiktheid voor herbe -
planting gekozen als hoofdthema: dat was toch immers
van meer belang dan het inventariserende karakter van de
kaart? De kontrastwerking tussen de paars gekleurde
landschapseenheden en de overige eenheden had wellicht
toch iets minder gekund. Had de vegetatietabel niet dui-
delijker als kaartsymbool-verklarende eenheid naar voren
kunnen worden gehaald?
Op de eerste vraag kan wellicht worden geantwoord dat
de doelstelling van de kaart door de auteur destijds niet
duidelijk genoeg omschreven was.
Met betrekking tot de vraag over de vegetatietabel kan
gezegd worden dat hierbij ten onrechte aan de esthetische
kant van het ontwerp voorrang is verleend. De grijze
vlakken dienden mede als tegenbalans voor het vrij grote
hoofdlegendablok.
Op de andere vragen kan geantwoord worden dat de kaart
ondanks het uitgesproken kleurkarakter volledig aan zijn
doel heeft beantwoord en bij de gesprekken met de plaat-
selijke bevolking uitstekend dienst heeft gedaan.
Aardige anekdote hierbij is, dat een van de hoofdgebrui-
kers van de kaart als enige kanttekening de opmerking
plaatste: "Ik had in de vegetatietabel toch liever balkjes
dan rondjes gezien, omdat wij dat nu eenmaal gewend
zijn". Voor kartografen een opmerking om over na te
denken.
En wat betreff de esthetische kant van de kaart: de karto
graaf heeft getracht bij het ontwerp van de kaart een dui-
delijke balans te vinden tussen wat kartografisch en
esthetisch verantwoord is. Het is dan ook wel zo plezierig
te ondervinden dat uit gesprekken met kaartgebruikers en
anderen blijkt dat de kaart ook in dat opzicht voldoet en
bij menigeen als wandversiering dienst doet. Daarmee is
wellicht weer eens aangetoond dat funktionaliteit en
esthetica niet tegenstrijdig hoeven te zijn.
Evaluatie
Het aardige van een kaartbeschrijving enige jaren na pu-
blikatie is dat de ervaringen van de gebruiker in die be-
schrijving kunnen worden meegenomen. Ook de
Noten
J. van den Worm is praktijkdocent bij de vakgroep Kartografie
van het ITC in Enschede.
De Carte Ecologique Pastorale is als losse bijlage bij dit num-
mer van het Kartografisch Tijdschrift gevoegd.
Vervolg van blz53, De Europese Gemeenschap: hoe be-
staat het?
Een kleine handleiding voor het gebruik: kleur met een
rode viltstift het legendablokje voor de OPEC-Ianden en
overige landen (pagina 12). Dan heeft u de ergste belem-
mering voor het gebruik verholpen.
zitten dan voorzien. De adviezen van de reprofotografen
hebben ervoor gezorgd dat er gaandeweg geen grote fou-
ten zijn gemaakt. Onze dank gaat daarnaast uit naar het
itc in Enschede en de Fakulteit der Geodesie van de
Technische Universiteit in Delft, die het drukken hebben
verzorgd.
Noten
Drs J.J. Krijnders is als assistent-in-opleiding verbonden aan de
Vakgroep Kartografie van de Rijksuniversiteit Utrecht.
Het besproken EG-atlasje is als losse bijlage bij dit nummer van
het Kartografisch Tijdschrift gevoegd.
KT 1988.XIV.4
57