7o kan
De tijd van nationale verkiezingen geeft aan de pers altijd
gelegenheid om de ontwikkelingen rond de verschillende
partijen op de voet te volgen en om op de verkiezingsuitsla-
gen uitgebreid kommentaar te leveren. Schema's, diagram-
men en kaarten worden daarbij vaak gebruikt om de
informatie beeidend te ondersteunen.
Van prof. dr F. Depuydt ontvingen we een stroomdiagram
dat hij in een krant aantrof na de Belgische nationale verkie
zingen van 13 december 1987 (figuur 1). Het diagram is be-
doeld om een beeld te geven van het stemgedrag van de
Vlaamse nationale partijen - een gegeven dat interessant is
in het kader van de toekomstige federalisering van Belgie.
De eerste visuele indruk van het diagram is, dat er tussen de
partijen gelijke verschuivingen plaats vinden: de pijlen zijn
immers even breed! Bij nadere beschouwing staan in de pij
len gefallen die er op duiden dat die verschuivingen in het
geheel niet evenredig verdeeld zijn. Wordt de breedte van de
pijlen in overeenstemming gebracht met de aantallen kiezers,
dan ontstaat een beeld als in figuur 2, waarbij onmiddellijk
de grote verschuivingen er uit springen. Als extra informatie
zijn in deze figuur de oppervlakken van de verschillende cir-
kels die de partijen weergeven in overeenstemming gebracht
met de grootte-verhoudingen van deze partijen.
Voor degenen die niet zo goed op de hoogte zijn met de
Belgische politiek volgt hieronder de verklaring van de af-
kortingen in de figuur:
CVP: Christelijke Volkpartij (de grootste in
Viaanderen)
SP: Socialistische Partij
PVV: Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (liberale
partij)
VU: Volksunie (Vlaamse regionale partij)
AGALEV: afkorting van de partij die Anders wil GAan
LEVen' (vergelijkbaar met de 'Groenen' in ande
re landen van Europa).
Figuur 1. Het oorspronkelijke stroomdiagram.
Figuur 2. De verbeterde versie.
12.000
58
KT 1988.XIV.4