besprekingen Symboolontwerp en kleurgebruik. Ver slag Kartografische Studiedagen NVK, Rolduc, 1986. Samenstelling en redak tie: D. Kootstra en F.J. Ormeling. Amersfoort: [NVK], 1988. 164 pp. Andermaal heeft de nvk ons verrast met de publikatie van de voordrachten die gehouden zijn tijdens een van haar jaarlijkse studiedagen. Ditmaal betreft het de lezingen gepresenteerd door een negental sprekers tijdens de studieda gen over Symboolontwerp en Kleurge bruik gehouden te Rolduc in 1986. Daar het verloop van de studiedagen werd besproken door Snabilie in KT 1986.XII.3 kan met enkele algemene opmerkingen worden volstaan. De onderhavige publikatie is de zesde in suksessie in een reeks ongenummer- de verslagen van kartografische studie dagen. Volgens mijn herinnering begon deze reeks met het verslag van de stu diedagen over Kaartprojecties te Lage Vuursche onder redaktie van drs G.F. Willems in 1968. Daarop volgden met tussenpozen de uitgaven Kartogra fische Kommunikatie (Bakkeveen, 1970, redaktie drs F.J. Ormeling), Driedi- mensionale Kartografie (Ede, 1973, re daktie drs RW. Geudeke en drs F.J. Ormeling), Kaarten voor Massame dia (Rolduc, 1976, redaktie drs F.J. Or meling) en Symbolen in de Kaart (Oostkapelle, 1981, redaktie drs M. Damoiseaux). Bovendien werden de voordrachten van de studiedagen over Kaarttypografie (Lage Vuursche, 1974) en over Kaartlegenda's (Rolduc, 1982) afgedrukt in speciaal daarvoor gereser- veerde nummers van het KT. Inciden- teel vonden in de loop der jaren ook wel enkele andere voordrachten in tijd- schriften onderdak, maar het overgrote deel van de ruim 80 lezingen gehouden op de 16 overige studiedagen werd ner- gens vastgelegd en is dus niet achter- haalbaar. Dit is te betreuren daar deze gezamenlijke papers, hoewel natuurlijk niet alle van eenzelfde hoge kwaliteit, uiteraard een schat aan informatie be- vatten. Het lijkt daarom wenselijk dat het NVK-bestuur een werkmodel zoekt dat hierin verandering brengt en een zekere kontinui'teit in de publikatie van verslagen en studiedagen waarborgt. Tot dusver zijn suggesties in deze rich- ting afgeketst op het alleszins accepta- bele argument van tijdgebrek van redakteuren, bestuurderen, Organisato ren van studiedagen enzovoort in over- bezette werkkringen. Nu echter het aantal gepensioneerde kartografen in- klusief vroeg uitgetreden VUT-gangers geleidelijk toeneemt, moet het toch mogelijk zijn een aantal oud-kollega's te vinden die bereid zijn de regelmati- ge publikatie van voordrachten en dis- kussies gehouden tijdens NVK-studiedagen (en ook Kartografen- dagen!) op zieh te nemen. Voor het be- stuur moet het een koud kunstje zijn dit te organiseren. Over de inhoud van het verslag van Rolduc 1986 moet mij toch nog een opmerking van het hart. Onder de sprekers bevond zieh de waarnemings- psycholoog dr J.H.A. Kroeze van het Psychologisch Laboratorium van de Rijksuniversiteit Utrecht. Volgens het Voorwoord van de redakteuren Steide dr Kroeze zieh zeer kritisch op tegen- over onze professionele heilige, de Fransman Bertin, de man van de karto grafische grammatika. De spreker, al- dus de redakteuren, omschreef Bertin's werk als 'een primitieve intuitieve waarnemingstheorie waaraan de empiri sche dimensie ontbreekf. Merkwaardig genoeg is dit verwijt - in een wat mil dere vorm wel eerder gehoord - in de weergave van Kroeze's voordracht in het verslag niet terug te vinden. Ophel- dering van deze diskordantie lijkt mij wel gewenst. F.J. Ormeling sr Schreurs, V.Een Plattelandsatlas voor Viaanderen. Naar een platte- landsvriendelijk beleid. Leuven: Stich- ting Plattelandsbeleid V.Z.W.1986. 195 pp.28 x 30 cm, 99 kaarten (zwart-wit), 9 figuren, 25 tabellen. Ver- krijgbaar bij de Stichting Plattelands beleid V.Z.W.Postbus 112, B-3000 Leuven. Prijs 400 Bfr. De Belgische Stichting Plattelandsbe leid heeft als algemene doelstelling het bijdragen tot de ontplooiing van het platteland door onder meer de bevol- king en de beleidsmakers bewust te maken van de eigen aard en de eigen behoeften van dat platteland. Met de Plattelandsatlas voor Viaande ren wenst de Stichting een overzichte- lijke verzameling van recente essentiele gegevens uit uiteenlopende bronnen aan te bieden om de plattelandsproblema- tiek op kartografische wijze te verdui- delijken. De bedoeling was een globaal en konkreet referentiekader samen te stellen, dat zou moeten bijdragen tot een beter inzicht in de ruimtelijke, sociaal-ekonomische en sociaal- kulturele aspekten, die bepalend zijn voor de leefbaarheid van het platteland. De atlas bestaat uit vier delen. In het eerste deel wordt gekeken naar de lig- ging van Viaanderen in het centrum van een verstedelijkend West-Europa. Daarna worden in detail de stedelijke en landelijke ruimten in Viaanderen getypeerd. Het derde deel is verreweg het meest uitgebreide, omdat er wordt ingegaan op de kansen en problemen van het platteland met hoofdstukken over bevolking en huisvesting, land- bouw, ekonomie en welvaart, open- luchtrekreatie, natuur en milieu, welzijn en kultuur. Het vierde deel be- vat een samenvatting (ook in kartogra- fisch opzicht) met betrekking tot de aard en graden van landelijkheid en een aantal beleidsaanbevelingen. In de atlas wordt de helft van de ruim- te ingenomen door kaarten (meestal op de linkerpagina) en de andere helft door tekst (op de rechterpagina). De tekst vormt met de kaarten en de toe- lichtingen daarop een uitstekend gei'nte- greerd en doorlopend geheel. Die onderdelen van de tekst, die heel speci- fiek een nadere toelichting vormen op de kaartbeelden, staan niet los van de tekst, maar kunnen toch heel snel te- ruggevonden worden, omdat ze in een afwijkend kursief Schrift zijn gezet. En dat werkt prima, waar in de tekst bij- voorbeeld ook regelmatig suggesties worden gedaan om bepaalde kaarten met elkaar te vergelijken. In deze bespreking voor het Kartogra- KT 1988.XIV.4 61

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 63