moeten echter wel worden geplaatst bij de lay-out en randinformatie. Bij bijna alle kaarten wordt de schaal alleen aangegeven met een schaalstok, waar voor dit type kaarten de aandui- ding 1:1.000.000 al voldoende en wel- licht beter is. Bij de kaarten 50 t/m 55, die op kleinere schaal zijn weergege- ven, Staat helemaal geen schaalaandui- ding. Onvolledige legenda's, waarin niet alle in de kaart voorkomende Sym bolen worden verklaard, kunnen ook worden aangetroffen bij de kaarten 2, 8 en 9, terwijl in kaart 14 de volgorde van de verklärende teksten bij vergis- sing is omgedraaid ten opzichte van de vlaksymbolen in de legenda-hokjes, waardoor een precies tegenovergesteld beeld wordt geschapen. In een klein aantal gevallen (kaart 5, 10 en 47) is er daarnaast sprake van een störende dis- krepantie tussen de inhoud van de toe- lichtende tekst en de legenda. Ronduit verwarrend is het, dat tussen de kaar ten 59 en 60 ineens 'Figuur 4' zit, tus sen kaart 60 en 61 'Figuur 5' en tussen kaart 73 en 74 'Figuur 6'. Deze figuren zijn eveneens kaarten van Viaanderen op dezelfde schaal en met nagenoeg dezelfde lay-out, en misverstanden ont- staan bijvoorbeeld wanneer in de toe- lichting op kaart 61 wordt verwezen naar de 'voorgaande kaart', waar kaart 60 bedoeld wordt en niet de kaart van figuur 5. Overigens zijn de figuren 4 en 5 minder geslaagd qua ontwerp van de kartografische Symbolen: door het gebruik van de visuele variabele groot- te in staafsymbolen, wordt een indruk van absolute gegevens gewekt, waar het gaat om relatieve indexcijfers, zonder enige indikatie van de absolute om- vang, welke node wordt gemist. Qua lay-out van de randinformatie is er het bezwaar, dat in vele kaarten het 'kopje' van de legenda niet gewoon bo- ven de legendahokjes Staat, maar er- gens anders onder de kaart (zie figuur). De al eerder genoemde kaarten 50 t/m 55 zijn waarschijnlijk verkleind naar schaal 1:1.500.000 om ter vergelijking naast elkaar geplaatst te kunnen wor den. De kaarten 50 t/m 53 geven het aandeel van respektievelijk akkerbouw- gewassen, weiden en grasland, fruit- aanplantingen en tuinbouwgewassen met betrekking tot de totale oppervlak- te kultuurgrond weer. Argeloze gebrui- kers kunnen bij vergelijking wellicht verkeerde konklusies trekken omdat, bij gebruik van exakt dezelfde vlaksym bolen, wel verschallende klassenindelin- gen zijn gehanteerd. Dezelfde vlak symbolen worden, net zoals in bijna al le andere choropletenkaarten in de at- las, ook weer gebruikt in de kaarten 54 en 55, maar daarin worden weer totaal andere gegevens gepresenteerd (dicht- heid van de rundveestapel en de var- kensstapel). Kaart 56 toont de dichtheid van de pluimveestapel, en hangt dus nauw samen met de kaarten 54 en 55, maar Staat op de volgende pagina en heeft weer de schaal 1:1.000.000. Het wäre mijns inziens veel logischer geweest als de kaarten 50 t/m 53 twee aan twee op schaal 1:1.000.000 op twee tegenover elkaar liggende bladzijden zouden zijn opge- nomen, en de kaarten 54 t/m 56 even eens, met dien verstände dat hier een kaart tegenover twee kaarten komt te staan. De schaalverkleiningen waren dan niet nodig geweest (de overlay past bijvoorbeeld ook niet meer) en de hoge korrelatie tussen de kaartbeelden 51 en 54 wordt ook met een keer bladeren wel duidelijk. Het is tenslotte noodzakelijk om nog te vermelden, dat de atlas mede tot stand is gekomen in het kader van een zoge- naamd 'tewerkstellingsprojekt' en, zo als op de achterzijde van de omslag valt te lezen, met de steun van een ver- zekeringsmaatschappij en een spaar- bank. Dergelijke Sponsoring voor zo'n type atlas is betrekkelijk ongewoon. Wellicht zijn deze Sponsors gebaat bij een beter plattelandsbeleid. Maar of dat met behulp van deze atlas - hoe volledig en införmatief ook - tot stand komt, is als altijd zeer moeilijk te be palen. Ook op dit gebied zou een kar- tografisch gebruikersonderzoek, dat zeker gewenst is bij het opzetten van moderne informatiesystemen, nuttige diensten kunnen bewijzen. C.RJ.M. van Elzakker Bickmore, D. (ed.), Further examples of environmental maps. IGU/ICA, 1984. Printed by Instituto Geografico Nacional, Madrid, Spain. 60 pp.figu ren, kaarten, tabellen, formaat A4. ISBN 90-70310-06-6. Prijs 10,-. Op de ICA- en iGU-kongressen van 1980 presenteerde een speciale werk- groep van de ica en igu (Joint Work- ing Group on Environmental Atlases Maps) haar eerste publikatie over mi- lieukartering onder de titel: Examples of Environmental Maps. Deze bundel omvat een achttal milieukaarten, even- als een beschrijving per kaart. Ver- schillende aspekten van de kaarten worden toegelicht: aard van de ge- bruikte gegevens, gekozen basiskaart, kartografische vormgeving, kosten, praktische en wetenschappelijke bruik- baarheid. In 1984 is ter gelegenheid van het ica- kongres in Perth en het iGU-kongres in Parijs een tweede bundel gepresen teerd, die is versehenen onder bovenge- noemde titel. Deze bevat tien bijdragen, die betrekking hebben op uiteenlopende Problemen van de milieukartografie: karstwaterniveaus (Balaton, Hongarije), bodemgebruik (Delhi, India), landge- bruik (Finland), agrarische produktivi- teit (Saucerre, Frankrijk), verkeerslawaai (Bonn, BRD), luchtver- vuiling (Tel-Aviv, Israel), bosvegetatie (Tatragebergte, Polen), bodemgeschikt- heid (Coventry, Engeland), biologische waardering (Brakel, Belgie) en poten- tiele biomassa (EG). De nadruk in beide delen valt op spe ciale kaarten, dat wil zeggen op kaar ten die geen deel uitmaken van een systematische (thematische) kartering. De kaarten verschillen nogal van elkaar wat betreft kaartschaal (van 1:25.000 tot 1:1.000.000), weergegeven gebied (8 ge- bieden uit Europa, 2 buiten Europa), kartografische inhoud en weergave. Ook de bijbehorende beschrijvingen zijn nogal verschallend (omvang, in houd), ze zijn alle geschreven door au- teurs uit de betreffende landen. Daardoor is een onderlinge vergelijking van kaarten en toelichtingen nauwelijks mogelijk. In ieder geval wordt het doel van deze, evenals van de eerste, bundel bereikt namelijk to provide both geogra phers and cartographers with examples which could serve as guides to the way in which data might, or indeed might not, be handled in the mapping of si- milar problems'. P.C. Beukenkamp KT 1988.XIV.4 63

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 65