berichten
NVK-lustrumsymposium 'Kartografie
met de tijd mee', 22 en 23 September
1988 te Enschede
Opening
NVK-voorzitter drs E.S. Bos heette de
deelnemers aan het lustrumsymposium
welkom en refereerde aan het grote
aantal inschrijvingen (226 voor de eer-
ste en 198 voor de tweede dag). De
belangstelling was zo overweldigend
dat de organisatie helaas genoodzaakt
was aanmeldingen af te wijzen.
De afgelopen 30 jaar hebben revolutio-
naire ontwikkelingen in het vakgebied
kartografie te zien gegeven. De jaren
vijftig kenmerkten zieh door het af-
schudden van het imago van de karto
grafie als ambacht. De jaren zestig
gaven een verdieping in de essentie van
de kartografie te zien; wetenschappelijk
onderzoek leidde tot theorievorming
betreffende de kartografische kommuni-
katie en pereeptie, en vond zijn
neerslag in een kartografische taal. In
het volgende decennium kwam de auto-
matisering sterk op, hoewel nog in
hoofdzaak experimenteel. De jaren
tachtig worden gekenschetst door het
operationeel worden van de digitale
technieken en het daardoor openen van
wegen naar geheel nieuwe kaartproduk-
ten. Het klantgericht vervaardigen van
kaartprodukten lijkt het kenmerk te
worden in de overgang naar de jaren
negentig.
Het motto voor dit Symposium Karto
grafie met de tijd mee leidde binnen
het NVK-bestuur tot een diskussie over
de interpunktie hoe de zin af te sluiten:
met een punt, een uitroepteken of een
vraagteken. Het ontbreken van enig
leesteken is een compromis, maar het
vraagteken is uitdrukkelijk afwezig.
Het programma voor deze dagen was
mogelijk door de financiele ondersteu-
ning van een aantal bedrijven* waar-
voor de NVK bijzonder erkentelijk is.
Het is niet gelukt voor dit 6e lustrum
het Kartografisch Vakwoordenboek ge-
reed te krijgen. Wel is een speciaal aan
het lustrum gewijd nummer van het
Kartografisch Tijdschrift uitgebracht,
waarin de lezingen van de 2e symposi-
umdag zijn opgenomen.
Na de deelnemers goede en boeiende
dagen te hebben gewenst werd de lei-
ding van de eerste dag overgedragen
aan drs P.W. Geudeke.
Lezingenprogramma
In de ochtendzitting gaven vertegen-
woordigers van drie grote overheidskar-
teringsdiensten voor hun dienst de visie
op besluitvorming, beleid, stand van
zaken nu en in de nabije toekomst (ca.
5 jaar) met betrekking tot automatise-
ring bij produktiebedrijven.
Ir J. van der Linde, adjunkt-direkteur
van de Topografische Dienst (TDN),
beantwoordde de vraag 'De Topografi
sche Dienst met de tijd mee?' met 'Ja-
zeker, in het verleden, nu en in de
toekomst'. Ondanks alle veranderingen
blijven de doelstellingen van de dienst
dezelfde namelijk het verzamelen en
ter beschikking stellen van geografische
gegevens voor vele toepassingen, waar-
bij garant wordt gestaan voor landelijke
bedekking, kontinuiteit (bijhouding),
konsistentie, integriteit, internationaal
aanvaarde normen en beschikbaar stel
len van zowel analoge kaarten als digi
tale geografische bestanden.
Er bestaan al diverse geografische Pro
dukten in de vorm van gescande kaar
ten en vektoriele bestanden van onder
meer administratieve grenzen, de kaart-
serie 1:250.000 en de (spoor)wegen op
de kaarten 1:50.000.
De dienst zal met het oog op de digita
le ontwikkelingen keuzes moeten ma-
ken: hoe wordt topografie gedefinieerd,
welke topografie wordt opgenomen en
tot in welk detail, welke bestandsstruk-
tuur, welke hezieningscyclus, raster-
en/of vektorgegevens? De tdn wenst
zoveel mogelijk klanten tevreden te
stellen, maar: 'Wie betaalt, bepaalt'.
Een probleem is dat gegevens welke
voor een bepaald doel zijn verzameld
niet altijd geschikt zijn voor een ander
doel. Aanpassen, verbeteren en 'upgra-
den' geeft veelal geen goed resultaat.
Diensten, instellingen enzovoort zouden
veel meer moeten samenwerken. Van
der Linde suggereert een TDN-moeder-
bestand dat kan worden gebruikt voor
vele toepassingen. De gebruiker voegt
daar zijn eigen gegevens aan toe waar-
door een Gis ontstaat met toepas-
singsmogelijkheden voor die gebruiker.
Als toekomstige ontwikkelingen bij het
gebruik van geografische informatie-
systemen verwacht de spreker een grote
groei met een toenemende vraag naar
geografische gegevens, eerst in raster-
en dan in vektorvorm. Daarbij ver
wacht hij een toenemend belang van de
Voorzitter E.S. Bos opent het lustrumsymposium
KT 1988.XIV.4
7