M.A. Damoiseaux
Bedrijfsleven neemt deel van
landmeetkundig werk van Kadaster
over
Minister drs E.H.T.M. Nijpels (Volks-
huisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer) ondertekende op
14 december 1988 een overeenkomst
met de B6 Landmeetkundige diensten
b.v. over de uitbesteding van een deel
van het landmeetkundig en kartogra-
fisch werk van de dienst van het Ka
daster en de Openbare Registers. De
overeenkomst past in de privatise-
ringsgedachte en vormt een onderdeel
van de afslankingstaakstelling van
het Kadaster.
De körnende zeven jaar zal het Ka
daster voor 12 miljoen gülden per
jaar extra aan landmeetkundig en
kartografisch werk opdragen aan de
B6 Landmeetkundige diensten b.v.,
die speciaal voor dit doel is opgericht
door de ingenieursbureaus Heidemij,
Oranjewoud, Grontmij, Van Steenis,
Fugro en D.FI.V..
Bij de zes bedrijven die deel uitma-
ken van deze b.v. zullen in totaal
80 medewerkers uit de technische Sek
tor van het Kadaster komen te wer
ken. Die medewerkers behouden nog
twee jaar hun ambtelijke Status; per
1 januari 1991 krijgen zij een vast
dienstverband bij een van de in de
b.v. deelnemende bedrijven.
Een interessante tentoonstelling
Te Vreden, een in 1945 weggebombar-
deerd en sedertdien aantrekkelijk op-
gebouwd stadje vlak over de Duitse
grens voorbij Winterswijk, bevindt
zieh het Hamalandmuseum, dat is
gewijd aan de geschiedenis, de na-
tuur en de Volkskunde van westelijk
Münsterland. De naam van het mu-
seum is afgeleid van die der Chama-
ven, een volksstam die, naar ik meen
volgens de Romeinse geschiedschrij-
ver Tacitus, hier omstreeks het begin
onzer jaartelling heeft gewoond. Men
vindt de Chamaven terug in de naam
der Hamalandroute, een toeristische
autoroute van circa 200 km waarvan
ongeveer eenderde op Nederlands
grondgebied. In dit museum vond in
de zomer van 1988 een tentoonstel
ling plaats van kaarten uit de 16e-20e
eeuw van het Duits-Nederlandse
grensgebied, met nadruk op de 19e
eeuw. Geexposeerd waren circa 200
kaarten, vergaard uit 15 (voorname-
lijk privejkollekties, die de bezoekers
in Staat stelden de veranderingen in
het kultuurlandschap te volgen. De
tentoonstelling was georganiseerd
door museumdirekteur de heer
W. Elling, daarbij geassisteerd door
enige vakgenoten uit de regio. De ex-
positie was in aangrenzend Neder-
land onvoldoende bekend gemaakt en
het was pas bij een bezoek aan 'De
VOC in de kaart gekeken' te Enkhui-
zen, dat wij, grensstreekbewoners, op
een affiche het bestaan ervan ont-
dekten.
De keuze van het geexposeerde mate-
riaal getuigde van kennis van zaken.
Een ereplaats was ingeruimd voor de
kaart Westphaliae Totius van Christi-
aan Sgrooten (1530-1603). In tegen-
stelling tot zijn overig werk waarin
deze 'Koninklijk geograaf' zieh sterk
afhankelijk toonde van zijn kollega
Van Deventer, gaat zijn kaart van
Westfalen inklusief Münsterland
(1579) door voor eigen werk. Aan de
balie van het museum gingen kleurre-
produkties van Sgrooten's dekoratie-
ve kaart grif van de hand.
Vervolgens was een plaats ingeruimd
voor de Produkten van een reeks
grootmeesters die in de 16e-18e eeuw
Westfalen of delen daarvan portret-
teerden. Onder hen waren Mercator,
Blaeu sr, Frederick de Witt, Nicolaas
Visscher (vertegenwoordigd met liefst
vijf kaarten), de Fransman Sanson,
de Neurenberger Homann (met een
thematische kaart getiteld Hydro-
graphia Germania), zijn leerling, de
'Keizerlijk geograaf' Seutter, en ten-
slotte de Weense kaartenmaker Reilly
(1766-1820).
Zoals opgemerkt was de nadruk ge-
legd op de 19e eeuw, die voor West
falen begon met de driehoeksmeting
onder leiding van de Pruisische gene-
raal Von le Coq (1754-1829), bedoeld
om de Carte geometrique de la Fran
ce 1:86.400 van Cassini over Noord-
Duitsland uit te breiden. De resulte-
rende kaarten werden niet nauwkeu-
rig genoeg geacht en van 1836-1842
vond dan ook onder leiding van ge-
neraal Von Müffling een tweede
Preussische Landesaufnahme van
Westfalen plaats, die onder andere
leidde tot de produktie van een topo-
grafische kaart voor civiel gebruik op
de schaal 1:80.000. Met de totstand-
koming van de Duitse eenheid (1871)
volgde tenslotte de Landesaufnahme
van geheel Duitsland 1:25.000, die
voor Westfalen in 1912 werd beein-
digd. Uit alle drie karteringsperioden
waren tal van voorbeelden op de ten
toonstelling aanwezig. Tenslotte werd
in een afgesloten vitrine kartografi-
sche literatuur geexposeerd, waaron-
der twee ons onbekende stadatlasjes
uit de grensstreek, namelijk van Rhe
de en omgeving en van Gronau en
Epe (als Beiheft van een gedenkboek
uitgegeven door de Volksbank te
Gronau). Nederland was in de vitrine
vertegenwoordigd door De Neder-
landse Kaartenmakers van drs
Vredenberg-Alink. Alles bij elkaar
een aantrekkelijke tentoonstelling.
Möge het enthousiasme voor kaarten
spoedig overslaan naar aangrenzende
Nederlandse gewesten!
F.J. Ormeling sr
10
KT 1989.X V.l