tabel 4): aggregatie-index, kompaktheid-index,
fragmentatie-index en grens-index.
Genoemde groep van vier indices rangschikt ook testset
B in grote lijnen korrekt (zie tabel 5). De complexiteit
van kaarten B4 en B5 wordt echter verwisseld. Dit is
niet onbegrijpelijk aangezien de gemiddelde rangschik-
king (Cgem) van B4 en B5 vrijwel gelijk is (zie
Tabel 3. Interpretatie van de complexiteit van testset B (7
kaarten) door 28 proefpersonen. Per kaart is de verdeling
van het aantal proef personen over de 7 plaatsen in de rang-
schikking naar toenemende complexiteit (C) weergegeven.
C Kaarten van testset B
Cgem gemiddelde rangschikking per kaart6.
tabel 3). De twee meest complexe kaarten van testset B
worden, afgezien van de grenskontrast-index, alleen
juist gerangschikt door de fragmentatie-index. De
grensindex levert voor beide kaarten dezelfde waarde
op (9,261).
De grenskontrast-index bereikt in beide testsets voor
een groot aantal kaarten de minimumwaarde van 0 en
is daarom te ongevoelig voor kaarten met een läge
complexiteit. De volgorde die de oppervlaktedispariteit-
index aangeeft verschilt vooral voor testset A, maar
ook voor testset B, duidelijk van die van de 28 proef-
personen.
Uit bovenstaande blijkt dat voor vier van de zes gese-
lekteerde indices (aggregatie-index, kompaktheid-index,
fragmentatie-index en grens-index) de berekende com
plexiteit goed overeenkomt met de door de proefperso-
nen ervaren complexiteit. De samenhang tussen deze
vier indices is in overeenstemming met de onderlinge
hoge korrelatiekoefficienten (zie tabel 1). Een gevolg
van deze grote mate van overeenkomst is dat voor be-
paling van de complexiteit van een kaartbeeld volstaan
kan worden met berekening van de eenvoudigste maat:
de fragmentatie-index.
Het kan soms onduidelijk zijn hoeveel basiseenheden
in een gegeven choropleetkaart zijn verwerkt. Voor der-
gelijke kaarten is de fragmentatie-index niet te bereke-
Tabei 4. Complexiteitsindices berekend voor kaarten AI t/m A6. AI wordt door de proefpersonen beschouwd als de minst
complexe kaart, A6 als de meest complexe kaart. ledere index is naar toenemende berekende complexiteit gerangschikt. De
plaats in deze rangschikking is voor iedere kaart per index tussen haakjes weergegeven.
Index Kaarten van testset A
AI A2 A3 A4 A5 A6
AG °-937 (0 0,928 (2) 0,868 (3) 0,852 (4) 0,802 (5) 0,751 (6)
KP °>842 °-815 (2) 0,684 (3) 0,639 (4) 0,529 (5) 0,451 (6)
GK 0 0) 0 d) 0 (1) 0 (1) 0,004 (5) 0,020 (6)
FI °'003 0) 0-004 (2) 0,012 (3) 0,019 (4) 0,020 (5) 0,043 (6)
GI 2>061 W 2>342 (2) 4,309 (3) 5,089 (4) 6,681 (5) 8,511 (6)
OD °'325 (6> 0,342 (5) 0,404 (3) 0,423 (1) 0,380 (4) 0,406 (2)
AG. aggregatie-index, KP: kompaktheid-index; GK: grenskontrast-index; FI: fragmentatie-index; Gl: grensindex; OD: opper-
vlaktedispariteit-index
Tabel 5. Complexiteitsindices berekend voor kaarten B1 t/m B7. B1 wordt door de proefpersonen beschouwd als de minst
complexe kaart, B7 als de meest complexe kaart. ledere index is naar toenemende berekende complexiteit gerangschikt. De
plaats in deze rangschikking is voor iedere kaart per index tussen haakjes weergegeven.
Index Kaarten van testset B
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
AG 0,832 (1) 0,827 (2) 0,779 (3) 0,749 (5) 0,753 (4) 0,732 (7) 0,735 (6)
KP 0,591 (1) 0,569 (2) 0,477 (3) 0,444 (5) 0,444 (5) 0,425 (7) 0,438 (6)
GK 0 0 (H 0,003 (3) 0,012 (5) 0,008 (4) 0,015 (6) 0,020 (7)
FI O-018 0.019 (2) 0,024 (3) 0,034 (5) 0,031 (4) 0,042 (6) 0,052 (7)
GI 5>771 5>836 (2) 7,464 (3) 0,612 (5) 8,487 (4) 9,261 (7) 9,261 (7)
OD °>412 (1) 0,411 (2) 0,384 (5) 0,383 (6) 0,373 (7) 0,393 (3) 0,390 (4)
AG. aggregatie-index, KP: kompaktheid-index; GK: grenskontrast-index; FI: fragmentatie-index; Gl: grensindex; OD: opper-
vlaktedispariteit-index.
KT 1989.XV.1
29
B1
B2
B3
B4
B5
B6
B7
1
22
7
0
0
0
0
0
2
6
21
0
0
0
0
0
3
0
0
26
6
5
4
3
4
0
0
1
10
11
8
2
5
0
0
0
7
6
5
7
6
0
0
0
5
6
8
6
7
0
0
1
0
0
3
10
Cgem
1,2
1,8
3,2
4,4
4,5
4,9
5,6