daarbij op voorzieningen in de auto (zoals een radar-
systeem om bij mist een goed zieht te blijven houden),
andere Projekten richten zieh op infrastrukturele voor
zieningen, die informatie over zaken als files en glad-
heid kunnen doorgeven.
Voor het funktioneren van een aantal van deze Syste
men is een goede digitale wegenkaart een essentieel on-
derdeel. In samenwerking met Demeter en een aantal
ingenieursbureaus wordt er aan een zogenaamde Euro-
pese 'Benchmark Test' gewerkt. Ook de cerco, het
overlegplatform van de Europese topografische
diensten, is bij deze test betrokken. De test beoogt een
beter inzicht te krijgen in de meest geschikte methoden
en technieken en in de kostenaspekten.
Onderzoek
Autonavigatiesystemen en digitale wegenbestanden zijn
geheel nieuwe Produkten. Het is dan ook niet verwon-
derlijk, dat er nog vele vragen zijn waarop geen goed
antwoord kan worden gegeven.
Zo is tot nu toe niet duidelijk wat de meest geschikte
en rendabele methoden en technieken zijn bij de gege-
vensverwerving. Kan de geometrische informatie van de
wegen het beste aan bestaande topografische) kaar-
ten worden ontleend? Of is direkte kartering uit lucht-
foto's geschikter, omdat deze in het algemeen van meer
recente datum zullen zijn dan topografische kaarten?
Kan men voor de attribuutgegevens het beste alle ge-
meentelijke instellingen afreizen om daar naar brondo-
kumenten te vragen? Of is een direkte veldopname uit-
eindelijk toch beter en goedkoper? Of is een
kombinatie van luchtfoto-interpretatie en een gerichte
naverkenning een misschien nog meer geschikte metho-
de? Dit zijn zo een paar vragen waarop in de körnende
Periode een antwoord gevonden zal moeten worden.
Een vraagstuk dat sterk met de voorgaande problema-
tiek samenhangt, is dat van de kostenaspekten. De
kostenramingen die tot nu toe zijn gemaakt, zijn alle
gebaseerd op een klein aantal proefkarteringen. Of de
kosten van deze proeven representatief zijn en geextra-
poleerd mögen worden naar heel Europa, is op zijn
minst gezegd twijfelachtig.
Ook de juridische aspekten van het digitaliseren zijn
nog niet goed onderzocht. Dient digitaliseren van kaar
ten gezien te worden als een vorm van kopieren, en zijn
er derhalve auteursrechten verschuldigd aan de produ-
cent van de kaart in kwestie? Of dient digitaliseren eer-
der gezien te worden als het kreeren van een geheel
nieuw produkt, waarbij slechts uit de bestaande kaart
wordt 'geciteerd'?
Een ander belangrijk onderzoeksveld betreft de kwali-
teitseisen die navigatiesystemen aan digitale wegenkaar-
ten stellen. Deze eisen kunnen worden onderverdeeld in
de volgende aspekten:
de kompleetheid en ouderdom van de (zogenaamde
existentiele) informatie (bestaat een objekt (nog)
wel?);
het foutenpercentage in de existentiele informatie;
de kompleetheid en de ouderdom van de attribuut
gegevens;
het foutenpercentage in de attribuutgegevens;
de nauwkeurigheid van de liggingsgegevens;
het foutenpercentage in de topologische informatie.
Bestanden of kaarten?
Het is zeer opvallend dat iedereen die bij de ontwikke-
ling van autonavigatiesystemen betrokken is, het als
vanzelfsprekend heeft over de 'kaart' waar het systeem
op navigeert. Dit terwijl er eigenlijk helemaal geen
sprake is van een grafische afbeelding in de klassieke
zin van het woord. Het mag dan wel zo zijn dat de
meeste Systemen een visualiseringsfunktie hebben,
waardoor men op een schermpje kan zien waar de auto
zieh bevindt, maar deze funktie is alleen ten gerieve
van de gebruiker toegevoegd. Het systeem zelf, dat wil
zeggen de andere funkties zoals routeplanning, positie-
bepaling en routebegeleiding, hebben deze visuele voor-
stelling in het geheel niet nodig.
Het feit dat men desondanks toch over een 'kaart' (al
dan niet tussen aanhalingstekens) spreekt, illustreert
dat iedereen intui'tief aanvoelt dat het gegevensbestand
waar het systeem mee werkt een rol vervult die analoog
is met de rol die een traditionele kaart heeft voor een
menselijke gebruiker.
Het opbouwen van zulke bestanden kan men dan op
dezelfde manier 'karteren' noemen en de diseipline die
zieh op dit soort aktiviteiten toelegt 'kartografie'. Het
is weliswaar niet het soort kartografie waaraan we va-
nouds gewend zijn, maar er zijn ontegenzeglijk veel ge-
meenschappelijke aspekten.
De 'kartograaf', die zieh met dit soort 'kartografie'
bezig houdt, heeft voor een groot deel dezelfde vaar-
digheden nodig als zijn kollega zonder aanhalingste
kens. Hij zal bijvoorbeeld goed dienen te weten wat de
mogelijkheden en onmogelijkheden van de verschallen
de methoden van gegevensverwerving zijn (veldwerk,
fotogrammetrie). Daarnaast zal hij een zeer goede ken-
nis moeten hebben van alle meetkundige aspekten (pro-
jektiemethoden, transformatietechnieken). En als hij
zieh bezig houdt met de visualisering, zal hij ook op
de hoogte moeten zijn van de wetten van de grafische
beeldtaal. Uiteraard zal hij ook inzicht moeten hebben
in de produktietechnieken die bij de opbouw van deze
digitale bestanden nodig zijn. Hij zal iets over digitali
seren en scannen moeten weten, over de ondersteunen-
de programmatuur die daarbij nodig is, en een zekere
kennis moeten bezitten over bestandsopbouw en
bestandsbeheer.
De meer theoretisch onderlegde 'kartograaf', tenslotte,
zal zieh enigszins dienen te verdiepen in de inzichten
zoals die in de topologie en de grafische theorie zijn
ontwikkeld. Ook wordt van hem verwacht dat hij op
de hoogte is van enkele basismethoden uit de informa-
tietheorie, met name die methoden die betrekking heb
ben op informatie-analyse en gegevensmodellering.
38
KT 1989.XV.1