veelal autochtone bewoners met een gerichte belangstel- ling voor de eigen Streek. Ze hebben een sterke binding met de eigen woonomgeving. De atlas biedt hen vooral mogelijkheden voor herkenning en identifikatie. Zij zoeken op de kaarten Objekten die in hun jonge jaren van belang waren, woningen van familie en vrienden, oude spoordijken enzovoort. Waarschijnlijk is het voor hen van belang dat als ordeningsprincipe de provincie is gekozen. Naarmate de grenzen in Europa verder ver vagen lijken de provinciegrenzen aan betekenis te Win nen. Men denke in dit verband aan de toenemende be tekenis van regionale radio- en TV-zenders enzovoort. In gebieden als Groningen, Friesland en Limburg be- staat stellig een sterk saamhorigheidsgevoel dat in alle maatschappelijke groeperingen is ontwikkeld. Hiermee is de brede belangstelling voor deze atlassen verklaard en kan gezegd worden dat deze provincie-atlassen een belangrijke bijdrage vormen tot de demokratisering van onze topografische kaarten. In dit verband mag niet onvermeld blijven dat, ondanks de belangrijke meerwaarde die een atlas als deze biedt ten opzichte van een losse verzameling kaarten (register, bladwijzer, toegankelijkheid, handzaamheid), alle kaarten van een provincie nu beschikbaar komen voor een kwart van de prijs die betaald zou moeten worden voor alle losse kaarten samen. De tweede groep bestaat uit mensen met een zeer aktie- ve belangstelling voor natuur en landschap. Zij waarde- ren de atlas vooral om de verkennings- en ontdek- kingsmogelijkheden. Die belangstelling komt onder andere tot uiting in (vaak sportieve) aktiviteiten die men vanuit de eigen woonomgeving onderneemt. Hiertoe behoren toerfietsers, wielrenners, wandelaars, rijders van orientatieritten, schaatsers, lang-afstands- lopers, joggers, jagers, vissers en beoefenaars van wa- tersporten. Deze verkenners gebruiken de atlas om rou- tes uit te zetten, om er zieh in het terrein mee te orien- teren (vaak aan de hand van een eerder gemaakte fotokopie), om zieh te informeren over de aanwezige infrastruktuur, de verkaveling, de inrichting van het landschap enzovoort. Tot deze groep van verkenners zou men ook de mensen kunnen rekenen die door hun liefhebberijen geinteresseerd zijn in milieuvraagstuk- ken, natuur-, jacht- en faunabeheer en historische land- schappen. Het gebruik van de atlas is in deze gevallen even gevarieerd als de hobby's waaruit dit gebruik voortvloeit: de een zoekt via het register de exakte lig- ging van verontreinigde percelen, de ander beoordeelt met de atlas de geschiktheid van terreinen waarover hij jachtrechten kan verwerven, weer anderen sporen er in het terrein relikten van oude spoorlijntjes, dijken en bedrijfsgebouwen mee op. Dat de uitgever zieh vooral tot de twee zojuist genoem- de groepen van gebruikers rieht, wordt duidelijk wan- neer we de slotzin van zijn Voorwoord lezen: 'Wie in of met deze atlas gaat zwerven, verdwaalt niet, maar komt altijd thuis met oude herinneringen en nieuwe ontdekkingen'. Een derde groep wordt gevormd door de ließiebbers van kaarten en atlassen. Voor hen is de kaart en de at las een doel op zieh. Zij waarderen vooral de estheti- sche kwaliteiten van deze provincie-atlassen of de tech nische kwaliteit van het kaartmateriaal. Zij bestuderen de atlas thuis bij de open haard en kunnen zieh de voortzetters van een oude traditie weten. De Amster- damse kooplieden kochten in de zeventiende eeuw hun fraai versierde kaarten ook deels om esthetische rede- nen. Idrisi, de 12e eeuwse Arabische geograaf uit Sici- lie, noemde een atlas in dit verband zelfs 'een bron van geluk'. Tenslotte zijn er natuurlijk nog de professionele ge bruikers. Zij waren natuurlijk al lang gebruikers van topografische kaarten. We willen daarom nu alleen in- gaan op de vraag in hoeverre ambtelijke organisaties, het onderwijs, pianologen enzovoort dankzij de atlas sen op een nieuwe manier van deze kaarten gebruik zijn gaan maken en of er ook nieuwe professionele ge bruikers zijn bij gekomen. Een opvallend groot aantal atlassen blijkt bij beroeps- beoefenaren uit de sfeer van woningbouw en weg- transport terecht te zijn gekomen. We denken hierbij aan aannemers, architekten, pianologisch adviseurs, transportondernemers, autobusondernemers enzovoort. Uit gesprekken met deze mensen blijkt dat het handza- me karakter en de grote toegankelijkheid van de infor- matie doorslaggevend is geweest. Een pianologisch ad- viseur van een partikulier adviesbureau die zeer snel een eerste orienterend gesprek moet voorbereiden met een overheidsfunktionaris in de hoop een opdracht te verwerven voor een bepaald projekt, vindt via de re- gisters direkt alle gezochte Objekten. Dankzij een snelle professionele analyse van het kaartmateriaal zal hij de indruk kunnen wekken het betreffende gebied en zijn Problemen te kennen. In tegenstelling tot de archiefkast waar normaal zijn kaarten inhangen, kunnen de atlas sen bovendien eenvoudig naar de plaats van het ge sprek worden meegenomen. Beide voordelen zijn vrij- wel voor alle professionele gebruikers van belang, die zieh snel en vrij globaal over iets willen informeren. Dat geldt voor journalisten die een artikel willen voor bereiden, voor aannemers die zieh orienteren om mee te kunnen doen bij een bepaalde inschrijving, voor houthandelaren die ergens een pereeel houtopstand krijgen aangeboden, voor een assurantiebedrijf dat een schademelding binnen krijgt, voor de regionale meld- kamers van politie en brandweer die een kalamiteit ge meld krijgen, voor de docent die een exkursie voorbe- reidt waarin de analyse van het landschap centraal Staat, voor de Student die een regionaal getint onder- zoek opzet enzovoort. Dankzij de registers en het handzame karakter van de atlas kan ook de professio nele gebruiker in een flink aantal gevallen een meer ef- ficient gebruik maken van de informatie, opgeslagen in de topografische kaarten. De konklusie kan dan ook zijn dat de atlassen het gebruik van deze kaarten niet alleen gedemokratiseerd, maar ook geprofessionaliseerd hebben. KT 1989.X V.l 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 47