blishers, 1988. 28 illustraties en 23 beeiden in kleur. 214 pp., formaat A4. ISBN 1-85166-217-0. Prijs £36,-/$ 64,75. De kommissiewerkstukken van de ica worden - met de kartografie zelf - als maar professioneler en daarvan is dit werk een fraai voorbeeld. Zowel het organisatievermogen van de voor- zitter van de ICA-Commission on Thematic Mapping from Satellite Imagery, Denegre, om alle in zijn groep deelnemende landen zover te krijgen de kleurenillustraties ter be- schikking te stellen, als de stand van deze hulpdiscipline van de kartogra fie dwingen bewondering af. Voor de 33 toepassingen zijn alleen voorbeel- den van operationele Systemen uit de Periode 1984-1987 gebruikt en dat is het wat vooral zo'n indruk maakt: de enorm snelle penetratie en acceptatie van deze nieuwe vorm van gegevens- verzameling. In de introduktie geeft Denegre een aantal fases van dit proces voor de periode 1972-1984: eerst de aanvanke- lijke fascinatie van de Produkten van de nieuwe techniek (Koeman's Studie over de revisiemogelijkheden van het nieuwe materiaal zijn hier een mooi voorbeeld van), vervolgens de periode van de intense methodologische ver- kenning; aan het eind van de jaren zeventig de kritische reorganisatie en rationalisering van de procedures en tenslotte de prospektieve evaluatie met het oog op operationele toepas singen van de satellietbeelden en ver- betering van de procedures om reke- ning te houden met specifieke eigenschappen van de beeiden. De 33 toepassingen die hier gebun- deld zijn bestaan onder andere uit 7 voorbeelden van algemene 'geografi- sche' (kleinschalig topografische) sa- tellietkarteringen, 6 op het gebied van de aardwetenschappen (geologie, bodemkunde, landschapskunde, ocea- nografie), 8 op het gebied van land- bouw en grondgebruik en 5 over de vegetatiekartering. Er zijn nog geen voorbeelden bij van stedelijke karte ringen, omdat nog nauwelijks spot- beelden met hun groter oplossend vermögen beschikbaar waren. Van de voorbeelden zijn 26 beeiden van de Landsat mss afkomstig, 3 van de Landsat Thematic Mapper, 4 van weersatellieten en 3 van de spot- satelliet. De voorbeelden stammen vooral uit ontwikkelingslanden (Afri ka (11), Azie (2) en verder uit Frank- rijk (10), USA (7), Hongarije (5) en Denemarken (4)). Opvallend afwezig is de USSR, die op het ogenblik zijn remote-sensingbeelden ook volop kommercieel aanbiedt. Bij de beschrijving van verschillende voorbeelden is een standaardschema gevolgd, waarbij doelstelllingen, ge- bruikte methoden en verkregen resul- taten vermeld worden. Dit Schema is vaak zeer summier ingevuld, met name met betrekking tot de gebruikte methode. Dat maakt de meer gedetailleerde be- schrijvingen en het vijftal policy- artikelen des te leuker: USA, Frank- rijk, Tunis, Hongarije en Kenya heb- ben aangegeven wat men in de toe- komst verwacht met het materiaal te gaan doen, met name als beeiden met grotere resolutie ter beschikking komen. De bundel bevat onder andere een geweidig leuke beschrijving van het op een digitaal terreinmodel aanbren- gen van remote-sensingbeelden en het zo kreeren van perspektivische syn thesebeeiden. Deze beschrijving stamt van het ign, maar de methode wordt even goed eiders in Europa, Japan of de USA toegepast. Er wordt bij de voorbeelden uitgebreid ingegaan op de produktie van 'Spatiocartes', de remote-sensingvariant van foto- kaarten. De beschrijvingen geven soms prakti sche oplossingen voor veel voorko- mende Problemen zoals vermijden van het gelijk klassificeren van onge- lijke zaken, door eerst het gebied in geografisch homogene regio's te ver- delen. De dramatische aantasting van het tropisch regenwoud (in Thailand) door agrarische ontginning wordt door vergelijking van spor-beelden uit verschillende jaren nauwkeurig gedokumenteerd. Het ontstaan van nieuwe kaartsoorten op basis van remote-sensinggegevens zoals van de vuurgevoeligheid van bosgebieden om er de bosbrandbestrijdingsplannen op te baseren - tegen zeer läge kosten van produktie en voorbereiding - is ook een hier te signaleren trend. AI met al is het een zeer informatief verslag van de huidige State of the Art van het operationeel gebruik van satellietbeelden. F.J. Ormeling Eric Hulten and Magnus Fries, Atlas of North European Vascular Plants. Königstein: Koeltz Scientific Books, FRG, 1986. 3 Volumes with 1936 Distribution Maps. ISBN 3-87429-263-0. Prijs DM 540,-. In 1950 publiceerde de Zweedse bota- nicus Eric Hulten de Atlas of the Distribution of Vascular Plants in NW Europe met 1930 spreidingskaar- ten. (Vasculaire planten of vaatplan- ten zijn alle planten met vaatbundels; dat zijn langgerekte weefsels, in wor- tels, Stengels en bladeren die zorgen voor het transport van voedingsstof- fen. Vrijwel alle planten behoren tot deze kategorie.) In 1958 volgde van de hand van dezelfde auteur The Amphi-Atlantic Plants met 278 kaar- ten weergevende de verspreiding van plantensoorten aan weerszijden van de Atlantische Oceaan. In 1962 en in 1971 volgden, wederom samengesteld door Hulten, respektievelijk deel I en II van de atlas The Circumpolar Plants met 529 spreidingskaarten. In 1981 overleed Hulten. Zijn werk werd voortgezet door zijn landgenoot Magnus Fries, die in 1986 de monu mentale Atlas of North European Vascular Plants, North of the Tropic of Cancer het licht deed zien. Dit werk bestaat uit drie delen, waarvan een deel tekst en twee delen met in totaal 1936 kaarten. De laatste be staan voor het overgrote deel uit kaarten uit eerdere werken van Hul ten, die op basis van nieuwe gegevens zijn aangevuld en verbeterd. In totaal worden circa 4500 plantensoorten (die nog door Eric Hulten vöör 1981 werden geselekteerd) behandeld, het- zij in de tekst of door middel van kartografische weergave of op beide manieren. Onder 'North Europe' moet hier worden verstaan Skandina- vie, Finland, het aangrenzende Noord-Rusland, voorts de Baltische landen en de gebieden die zieh uit- strekken van Noord-Polen westwaarts via beide Duitslanden tot en met de Britse Eilanden. Daar Eric Hulten de Russische taal beheerste, zijn ook de resultaten van het Russisch planten- geografisch onderzoek in deze atlas sen verwerkt. De kaarten werden getekend en be werkt door een viertal tekenaars die in de inleiding (niet op het titelblad!) worden genoemd. Voorts diende Olof Hedbom, door auteur Fries treffend als de 'Swedish master of Cartogra- KT 1989.XV.1 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 73