gebundelde verslagen van de werk-
groepen overhandigd. Deze verslagen
zijn opgenomen in dit nummer van
het Kartografisch Tijdschrift. Tijdens
de vergadering werd door vertegen-
woordigers van de werkgroepen een
körte toelichting gegeven bij de inge-
diende verslagen.
Prof. Ormeling sr vroeg naar een ver-
klaring voor de 'sluimerende toe-
stand' waarin de in zijn ogen zeer
belangrijke werkgroep Onderwijs en
Onderzoek jarenlang had verkeerd.
De voorzitter antwoordde dat hier
sprake geweest was van een 'tijdelijke
inzinking' na het voltooien van een
aantal zeer geslaagde akties en dat
het bestuur inmiddels weer vol ver-
trouwen was in de onstuitbare daden-
drang van deze herrezen werkgroep.
De heer Verroen merkte op dat het
zijns inziens onterecht was dat de
heer N. Bakker vermeld stond als be-
langenbehartiger van de opleiding
pbna. Ook de levensvatbaarheid op
längere termijn van de pbna-
opleiding baarde hem en de Begelei-
dingskommissie zorgen. pbna lijkt,
gezien het teruglopend aantal kur-
sisten, niet meer bereid te investeren
in de absoluut noodzakelijke herzie-
ning van het 'praktische' kursusdeel.
De vergadering verzocht de Begelei-
dingskommissie om, in samenwerking
met de werkgroep Onderwijs en On
derzoek, na te gaan waar de knel-
punten en eventuele mogelijkheden
precies liggen en, zo mogelijk op kör
te termijn, verslag te doen van haar
bevindingen aan het bestuur.
Het verslag van de werkgroep Termi
nologie was voor diverse leden het
aanknopingspunt om aan te dringen
op een zo spoedig mogelijke publika-
tie van het Kartografisch Vakwoor-
denboek. Wanneer daartoe een groter
beroep op de middelen van het
Schokkenkampfonds gedaan zou
moeten worden, dan bestond daarte-
gen geen bezwaar. Als uiterste limiet
voor de publikatie werd 31 december
1989 vastgesteld. De aanwezige werk-
groepleden zeiden toe alles te zullen
doen wat mogelijk is om de publika
tie nog dit jaar te realiseren.
Het in het verslag van de werkgroep
Geschiedenis van de Kartografie aan-
gekondigde initiatief om te komen
tot een bibliografie van de geschiede
nis van de kartografie van het neder-
landstalig grondgebied, was voor
prof. Ormeling sr aanleiding een
dringend beroep te doen op de sa-
menstellers om hierin vooral ook de
belangrijke geschiedenis van de karte
ring van Nederlands-Indie op te
nemen.
De heer Aalders merkte ten aanzien
van de verschillende verslagen van de
werkgroepen op dat 'automatisering'
in alle deelgebieden kennelijk een
steeds belangrijker rol gaat speien. Er
moet, wil men optimaal gebruik ma-
ken van de binnen de vereniging aan
wezige kennis op dit terrein, nadruk-
kelijk gestreefd worden naar een
gekoördineerde, gezamenlijke aan-
pak. Voorzitter Bos zette uiteen dat
dit punt zeker aandacht had binnen
het bestuur en dat een eerste plat-
form waarop deze samenwerking in
middels enige gestalte had gekregen,
werd gevormd door het jaarlijkse
werkgroepenoverleg'
Het volgende punt op de agenda was
het bestuursvoorstel met betrekking
tot het Erelidmaatschap van de vere
niging en de instelling van Vereni-
gingsprijzen. Voorzitter Bos gaf een
körte toelichting op de overwegingen
welke geleid hadden tot het nu voor-
liggende voorstel.
De heer Ras vroeg zieh af of aan-
vaarding van het voorstel niet zou
moeten leiden tot herziening van de
Statuten en/of het Huishoudelijk
Reglement. Volgens zowel het bestuur
als de oorspronkelijke advieskommis-
sie was hiervoor geen aanleiding.
Wanneer er echter alsnog steekhou-
dende argumenten voor een noodza
kelijke wijziging zouden worden inge
bracht, dan zou dit na aanvaarding
van het voorstel kunnen geschieden.
De heer Aalders Steide bij motie voor
om de kriteria voor toekenning van
een erelidmaatschap zodanig aan te
passen dat niet alleen aan 'interna-
tionaal' erkende coryfeeen, maar ook
aan 'nationaal' bekende grootheden
een erelidmaatschap moest kunnen
worden toegekend. Bij stemming
bleek echter een ruime meerderheid
het bestuursvoorstel te steunen, waar-
mee de motie Aalders verworpen
werd. Ook de eindstemming over het
totale voorstel leverde een ruime
meerderheid op voor het bestuurs
voorstel.
In de permanente kommissie welke
de Ledenvergadering in het vervolg
moet adviseren over de eventuele toe
kenning van een erelidmaatschap,
werden benoemd mevrouw Hoogen-
doorn en de heren Damoiseaux, Geu-
deke, Ormeling sr en Verroen.
Na de aanvaarding van het bestuurs
voorstel werd overgegaan op het vol
gende agendapunt: Bestuursmutaties.
Aftredend waren de heren Dijkstra
en Van Kampen. Beide heren hadden
zieh herkiesbaar gesteld. In de vorig
jaar niet ingevulde vakature 'Mills'
was door het bestuur de heer Laiesse
voorgedragen. Aangezien tegen geen
der heren binnen de daarvoor gestel-
de termijn tegenkandidaten waren in
gebracht, werden zij door de vergade
ring bij akklamatie benoemd
verklaard.
In het agendapunt 'Mededelingen
van de voorzitter' werd een kort
overzicht gegeven van de hoogtepun-
ten uit het afgelopen jaar zoals de
zesde lustrumviering en de twee 'kar-
tografische' promoties van de heren
Sijmons en Kraak. Ook werd kort Stil
gestaan bij de nog körnende aktivitei-
ten voor 1989.
Twee mededelingen die betrekking
hadden op de längere termijn mögen
hier zeker niet onvermeld blijven.
In de eerste plaats is daar de mogelij
ke realisatie van een 'Kartografisch
Museum' in het voormalige Johan
Enschede-komplex in Haarlem, waar-
over besprekingen gaande zijn met de
kommissaris van de koningin in
Noord-Holland en het gemeente-
bestuur van Haarlem.
In de tweede plaats lijken er zieh mo
gelijkheden af te tekenen om in 1996
een iCA-kongres naar Nederland te
halen. Binnen het bestuur zal binnen
kort de besluitvorming over de even
tuele kandidaatstelling moeten worden
afgerond. Tijdens de 'Rondvraag',
het traditionele sluitstuk van elke
Ledenvergadering, vroeg prof.
Ormeling sr het bestuur ook aandacht
te schenken aan de mogelijke kansen en
bedreigingen van 'Europa 1992'.
De heer Torney Steide voor de oor-
konde voor de verenigingsprijzen te
laten ontwerpen via een prijsvraag
onder de leden.
De heer Raasveld tenslotte betreurde
het dat de leden van een zo levendige
en sterk groeiende vereniging, gezien
het zeer geringe aantal deelnemers
aan de Ledenvergadering, zieh kenne
lijk weinig betrokken voelen bij het
wel en wee der vereniging. Aangezien
verder geen der leden behoefte had nog
iets naar voren te brengen kon voor
zitter Bos de vergadering om 13.15 uur
gesloten verklaren.
J. Russchen
8
KT 1989.XV.2