Detail uit de handschriftkaart van Overijssel door Kapt. Ing
J.H. Hottinger, 1783.
(Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage)
om de ontwikkeling van de rivierkartografie te be-
schrijven tegen de achtergrond van het centralisatiepro-
ces in de waterstaatszorg.
De ontwikkeling van de waterstaats kartografie laat zieh
schetsen aan de hand van de niveau's waarop de
besluitvorming betreffende de rivierzorg plaatsvond.
De verschuiving in de belangstelling voor de rivieren,
van landaanwinning naar bevaarbaarheid en rivierkor-
rektie, weerspiegelt zieh in de rivierkartografie. Met de
centralisatie van de waterstaatszorg bij gewestelijke kol-
leges, begint de overheid als kaartproducent te funge-
ren. Een uniforme kartering wordt pas mogelijk met de
centralisatie van de waterstaatszorg binnen een over-
koepelend, landelijk instituut, van waaruit de rivierkar
tografie kon worden gekoördineerd. Een Studie over de
geschiedenis van Rijkswaterstaat zou in dit verband
een logisch vervolg op het proefschrift van drs Van den
Brink kunnen zijn.
Steden in kaart
Belangrijke bronnen voor de stedebouwkundige ge
schiedenis zijn de stadsplattegronden en stadsgezichten,
waarin de topografische werkelijkheid van een bepaal-
de stad min of meer nauwkeurig op een bepaald mo-
ment wordt weergegeven. Onderzoek naar hun be-
trouwbaarheid en waarde voor stadshistorisch
onderzoek moet nog veel meer worden gestimuleerd.
Het is een verheugend feit dat in de afgelopen jaren in
vele Nederlandse Steden en gemeenten een zogenaamde
topografisch-historische atlas werd gevormd. Een vol-
gende stap zou het samenstellen van kartobibliogra-
fieen van belangrijke Steden kunnen zijn. Met de stad
Utrecht is een eerste begin gemaakt en de Studie van
mw dr Donkersloot-de Vrij zou voor andere Steden in
opbouw en struktuur als voorbeeld kunnen worden
gebruikt5.
Een goede respons valt ook de serie van stedenatlassen
te beurt, waarin de belangrijkste stadsplattegronden op
wäre grootte worden gefacsimileerd, voorzien van een
wetenschappelijk kommentaar6. Verdere delen zijn in
voorbereiding. Deze serie zou ook kunnen worden uit-
gebreid met de facsimilering van de uit meerdere bla-
den bestaande stadspanorama's, die door hun kwets-
baar formaat reeds zeer zeldzaam zijn.
Er ontbreekt in het historisch-kartografisch stadsonder-
zoek een Studie, waarin centraal de vraag Staat, hoe de
ontwikkeling van 16e eeuwse stadsplattegronden (ge-
kenmerkt door ornamentale, soms driedimensionale en
weinig betrouwbare uitvoering) tot 19e eeuwse meet-
kundig betrouwbare, grootschalige stadsplattegronden
heeft plaatsgevonden. Er zal daartoe moeten worden
nagegaan hoe deze ontwikkeling is verlopen (kwalita-
tief, kwantitatief en in de tijd). Doel zal zijn het
opsporen van faktoren (economische en technische ont
wikkeling, representatieve overwegingen, militaire, ste
debouwkundige faktoren en vervoerseisen) die deze
ontwikkeling hebben beinvloed.
Hiertoe is een kartobibliografisch onderzoek nodig,
een beschrijving van de gevonden kenmerken en een
analyse daarvan. Vervolgens zal archiefonderzoek moe
ten gebeuren om de drijfveren voor uitgave van de be-
schreven kartografische dokumenten boven water te ha-
len, en moeten deze in het kader van de relevante
kontemporaine maatschappelijke ontwikkelingen wor
den geplaatst. Het wetenschappelijk belang ligt vooral
in het feit dat de stadsplattegronden en -panorama's
belangrijke informatiedragers zijn van het Nederlandse
stedelijke leven.
Een bibliografie van losse kaartbladen
Met professor Koemans Atlantes Neerlandici (6 dln.,
1967-1985) werd aan de kaartgebruikers een zeer be-
langrijk handapparaat ter beschikking gesteld. In dit
repertorium zijn zo volledig mogelijke beschrijvingen
van de atlassen opgenomen, die vöör 1940 in de Neder-
landen werden uitgegeven. De Atlantes Neerlandici
vormt een mijlpaal in de moderne atlasbeschrijving en
ondervond internationale erkenning en waardering. Het
is verheugend dat dit Utrechtse initiatief sedertdien
ook in een aantal andere Europese landen navolging
heeft gevonden in de ontsluiting van de nationale at-
lasproduktie.
26
KT 1989.XV.2