weg." Mijns inziens is zowel uit maatschappelijk als uit we- tenschappelijk oogpunt de vorming van een dokumen- tatiecentrum belangrijk. Zoals reeds boven werd ver meld, worden kaarten steeds vaker bij het onderzoek door diverse disciplines gebruikt. Binnen het in Neder- land gebezigde onderzoek komt dit onder andere tot uiting bij het archeologisch onderzoek, de inventarisa- tie van toponymen en natuurmonumenten, alsmede bij de rekonstruktie van veranderingen in het landschap. Bij deze positieve ontwikkelingen dient echter een kriti sche kanttekening te worden geplaatst; zo vindt de uit- wisseling van onderzoeksresultaten slechts sporadisch plaats en wordt er veel dubbel werk verricht. Men heeft niet de beschikking over een repertorium waarin de specifieke literatuur voldoende ontsloten wordt, en bo- vendien ontbreekt het aan een landelijk informatie- bestand van waaruit ideeen en gegevens kunnen worden uitgewisseld en aktiviteiten gekoördineerd. In dat op- zicht zou met de vestiging van een dokumentatiecen- trum voor de historische kartografie een duidelijke leemte worden opgevuld. Ook vanuit wetenschappelijk oogpunt wordt met de vestiging van een dergelijk centrum in een evident ge- voelde behoefte voorzien. De internationaal erkende opvatting dat Nederland in de 16e en 17e eeuw de grootste producent van zowel zee- als landkaarten is geweest, bepaalt voor een belangrijk deel de aandacht die vanuit het buitenland aan de Nederlandse kartogra fie gegeven wordt. Dit impliceert dat er op internatio naal vlak in steeds toenemende mate gebruik gemaakt wordt van de rijke Nederlandse kollekties en bibliothe- ken. Hierdoor worden degenen die zieh uit hoofde van hun beroep met de historische kartografie en de ge- schiedenis van de kartografie bezig houden, steeds va ker gekonfronteerd met vragen omtrent zeer uiteenlo- pende historisch-kartografische onderwerpen. Een groot aantal van deze vragen zou niet gesteld zijn, in- dien men de beschikking had over een overzichtelijk en een voor ieder toegankelijk apparaat waarin de belang- rijkste kartografische bronnen worden ontsloten. De opbouw van een dergelijk dokumentatiecentrum is een van de belangrijkste doelstellingen van het onder- zoeksprojekt Explokart aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Aan de verantwoordelijkheid ten aanzien van de nationale en internationale informatieverstrekking over de historische kartografie zou aanzienlijke steun verleend kunnen worden door te bevorderen dat er met financiele hulp van de overheid een centrum voor kaarthistorische dokumentatie opgericht wordt. Als plaats van vestiging voor het dokumentatiecentrum zou de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Utrecht kunnen dienen. Naast de cen trale ligging van de Utrechtse universiteit en het brede Spektrum van geografische en kartografische disciplines die aldaar aanwezig zijn, kunnen voor deze keuze nog een aantal andere argumenten worden aangevoerd. Zo is in Utrecht de enige leerstoel voor de historische kar tografie gevestigd, die als een knooppunt van nationale en internationale kontakten fungeert. Deze centrale po- sitie weerspiegelt zieh in een groot aantal aktiviteiten die vanuit Utrecht worden gekoördineerd. Er is een rui- me mate van ervaring aanwezig en het in de laatste jaren vanuit Utrecht verrichte en gekoördineerde onder zoek heeft geresulteerd in een groot aantal standaard- werken op het vakgebied10. Voor de vestiging van een dokumentatiecentrum in Utrecht zijn reeds goede voor- waarden aanwezig. Zo beschikt de Faculteit der Ruim telijke Wetenschappen over een, ook in kwalitatief op- zicht, brede kaartenverzameling (waaronder een tweetal belangrijke historisch-kartografische onderzoeksverza- melingen). Daarnaast beschikt de dependance van de Universiteitsbibliotheek (gevestigd in hetzelfde gebouw van de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen) over een omvangrijke kollektie historisch-kartografische naslagwerken. Het dokumentatiecentrum zou zieh ten doel moeten stellen: 1. De vorming en het beheer van onderzoeksverzame- lingen op het gebied van de kartografie van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, overzeese gebiedsdelen en exploraties. 2. Het verzamelen van dokumentatie betreffende Ne derlandse kaartmakers, uitgevers, graveurs, landme- ters, alsmede van technieken van kaartvervaardiging. 3. Het inventariseren van lopend onderzoek op het ge bied van de historische kartografie en van het on derzoek van de aanverwante vakdiseiplines waarin de kartografische bron een belangrijke plaats in het onderzoek inneemt. 4. De verzorging van een bibliografie van de geschiede- nis van de Nederlanse historische kartografie. 5. Het stimuleren van het historisch-topografisch on derzoek in Nederland door het op wetenschappelijk niveau verstrekken van inlichtingen omtrent metho- den van historisch-kartografisch onderzoek, bron nen, literatuur, archieven en dergelijke en door het organiseren van lezingen en kursussen en het bege- leiden van tentoonstellingen. 6. De uitwisseling van onderzoeksresultaten alsook het kortsluiten van onderzoek dat op meerdere plaatsen tegelijk wordt uitgevoerd. Noten 1. Met hartelijke dank voor de konstruktieve medewerking van mw dr Y.M. Donkersloot-de Vrij, drs P. van den Brink, drs M. Hameleers en dr P. van der Krogt. 2. Y.M. Donkersloot-de Vrij, Topografische kaarten van Ne derland vöör 1750 (dissertatie Utrecht, 1981). Groningen: Wolters-Noordhoff, 1981. 3. Idem, 'De ontsluiting van oude kaarten in Nederlandse verzamelingen sinds i960'. Kartografisch Tijdschrift 1981.VII.3, pp. 29-33. De afgelopen jaren werden o.a. de kaartenkollekties van de UB Amsterdam en van het Rijksmuseum 'Nederlands Scheepvaart Museum' te Am sterdam volledig ontsloten; in het kader van doktoraal- skripties werd de W.A. Engelbrechtkollektie in het Mari- tiem Museum 'Prins Hendrik' te Rotterdam beschreven door E.M. Jacobs en T. Vermeulen (Utrecht, 1982) en de 'Ms-kaarten en kaartboeken van het Nederlands grond- KT 1989.X V.2 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 31