de bepalinge, situatie ende belendinge van sijn lant
mochte weten, tot rüste ende vrede van de naeghelande
ofte nabuyren, waertoe hier voortijts gedient hebben,
eenighe groote steenen die Termini ghenaemt zijn ghe-
weest, die men voor heylich hielt, ende niet en moch
ten verset worden: maer dat oock de ghemeene landen,
die onder een dijckagie staen ende begrepen zijn
werden daer door afghedeelt, ende in 't corte voor
ooghen gestelt.
In de tekst bij de kaart wordt ten aanzien van de laat-
ste zin, naast de korrekte grens- en oppervlakten-
vaststelling, ter verheldering toegevoegd dat zo doende
de ommeslagen ende andere lasten van den innegelan-
den 'egalickenverdeeld kunnen worden.
Dat het vervaardigen van zo'n kaart niet altijd leidt tot
rüste ende vrede maar soms juist de aanzet geeft tot
een hoog oplopend geschil ondervond, zoals in de in-
leiding opgemerkt, Floris Balthasar aan den lijve.
De kaart als akte
De instruktie voor Floris Balthasar van Rijnland en de
tekst van Floris Balthasar zeggen ons al het een en an
der over de opzet om te komen tot een kaart die als
rechtsgeldig bewijs kan dienen. Tot beter begrip van de
doelstelling bij de kartering van de waterschappen door
Floris Balthasar kunnen we bovendien zijn kaart toet-
sen aan de onderstaande definitie en kontemporaine
bronnen over landmeetkunde.
De akte
In het Lexicon van Nederlandse archieftermen
('s-Gravenhage, 1983) Staat onder nr. 38 gedefinieerd:
Akte- Een akte is een geschrift, opgemaakt om als
rechtsgeldig bewijs van het daarin vermelde te dienen.
De toelichting meldt ter verduidelijking onder meer het
volgende:
Men noemt een akte authentiek, wanneer zij is opge
maakt door tussenkomst van een tot het verlijden (pas
seren) van akten bevoegde autoriteit. De term 'oorkon-
de' (een in een plechtige vorm opgestelde akte) wordt
uitsluitend gebruikt in de diplomatiek; archivistisch
worden oorkonden beschreven als akten.
Kenmerkend voor de akte is dat deze wordt opgemaakt
als rechtsgeldig bewijsstuk.
Regels rechtsgeldige opmeting, 1600
In 1600 publiceren Jan Pietersz. Dou en Johan Sems
hun Practijck des lantmetens. Daarin geven zij aanwij-
zingen hoe huns inziens een juridisch bruikbare opme
ting van onroerend goed dient te geschieden:
Daer beneffens (bedoeld wordt: een aantekenboekje
voor kladkaarten en meetgegevens) moet hij mede een
dienaer hebben die hem getrouwelijck kan ten dienste
staen, beyde den kooper ende verkooper onpartijdigh
zijnde. Tot welcken eynde hij soo wel als den landme-
ter behoort geeedicht te zijn, dewijle door sijn onrech-
ten handel groote abuysen souden mögen bevonden
werden. Ten laetsten behoort, ja moet, den landmeter
oock bequame aenwijsinghe ghedaen worden, 't welck
behoort, als mede de metinghe, te geschieden in pre-
sentie van den kooper en de verkooper ten eynde men
bequamelijck onderricht mach zijn van de dijcken,
weghen, wateringen, scheyt- ofte buyrslooten. Wat men
van dien behoort aen 't land te meten. Waervan men
ghemeenlijck de dijcken en de heerwegen ongemeten
laet, maer men meet den sloot tot aen den voet van
den dijck toe. De lijtwegen en de lanen werden somi-
ghe gheheel ende sommige ten halven gemeten. In de
ghemeene wateringhen meet men ghemeenelijck drie
voet ende ses duymen Rijnlandsche mate, buyrslooten
half etc.. Hiervon, segghen wij, moet den landmeter
volkomelijck be-recht zijn. 'T ghebeurt mede dickwils
dat men niet (meer) als een partije, te weten den koo
per ofte (den) verkooper, bij sich heeft, dewelcke de
gelegenheyt haers lands na haer beste profijt aenwijsen
ende begeeren 't alsoo ghemeeten te hebben. Hier moet
men, seggen wij, sijn eedt wel betrachten, ende sien
wel toe dat men de aenwijsinghe ende metinghe wel
perfectelijcken in de acte ofte kaerte beschrijft hoe de
weghen en de wateringhen ghemeten zijn, ten eynde
dat den absenten kooper ofte (den) verkooper daer
door niet bedroghen en wordt etc.
Redaktie rechtsgeldige kaart, 1662
In 1662 publiceert Mattheus van Nispen zijn Beknopte
lantmeetkonst. In dit werk geeft hij onder meer aan
hoe zijns inziens een kaart, die als rechtsgeldig bewijs
kan dienen, geredigeerd dient te worden, nadat hij op
de voorgaande bladzijden informatie verschaft hoe
men meetgegevens op de kaart overbrengt, kaarten ko-
pieert en schrijft dat op de kaart een kompasroos dient
te worden aangebracht:
Oock sal men niet vergeten een schale ergens in de
kaerte te brengen welcke vertoonen sal de wäre lenghte
der roeden daer mede de kaerte is geteeckent, opdat
men daer door 't allen tijden als men wil kan sien en
meten hoe veel roeden eenige deelen in de kaert staen-
de langh zijn. Noch sal men verholen met wat mate de
kaerte gemeten is, te weten met Putse, Zuyt-Hollandtse
of Rijnlandtse of diergelijke, en hoeverre men in de ri-
vieren of slooten etc. gemeeten heeft, te weten hoe veel
voeten in 't water of ter halver-sloot of niet. En voor
der alles soo volkomen perfect uyt-drucken dat daer na
geen misverstandt daer uyt en ontsta, maer ter contra-
rie alle lichtigheyt en volkomentheyt immers (bedoeld
wordt: altijd) soo na als mogelijck zijn kan.
Ten laetsten, werden de voorsz. kaerten naer behooren
gecouleurt en afgeset: om goede en perfecte scheydinge
te können sien tusschen buyr-landen en eygen-landen,
tusschen landt en water, tusschen wey-landt en zay-
landt, item tusschen moeras, Uesen en biesen, grienden
en anders hoe het soude mögen wesen, waer door dan
de kaerten verlicht en veel verbetert worden.
Rechtsgeleerde handboeken en de praktijk
Dou/Sems en Van Nispen geven in hun handboeken
voor de landmeter aan hoe deze tot een rechtsgeldige
opmeting en kaarttekening kan geraken. Deze hand-
KT 1989.XV.2
33