De lezing van Peacegood en Dowman ging ook over spot, en wel over de mogelijkheid tot automatische detek- tie van veranderingen van Objekten voor kaarten op schaal 1:250.000. Zij hopen ermee een bijdrage te kunnen leveren, specifiek voor Engeland, aan het internationale onderzoek op dit gebied. Digitale beeldverwerkingstechnieken worden ook toegepast door Roy Haines-Young, die multispektrale sa- tellietbeelden gebruikt voor land- schapsklassifikatie. Deze beeiden die nen steeds vaker als illustratie tijdens aardrijkskundelessen op de middel- bare school, en Robert Dugdale heeft, in samenwerking met de Scho len, voorbeelden samengesteld voor delen van Midden-Engeland. De andere sessie op de zaterdagmid- dag bood verschillende onderwerpen. Natuurlijk werd er hierbij ook weer aandacht besteed aan de gevolgen van de opkomst van de Computer voor de kartografie. Dion Vickers (Oxford Polytechnic) en Patrick Sor- rell (North East London Polytechnic) hielden weinig verrassende lezingen over de aanpassingen die in het kar- tografisch onderwijs moeten worden aangebracht. Vreemd genoeg (in pro grammatisch opzicht) onderbroken door de enige historisch kartografi- sche lezing (van Francis Flerbert over de opname en registratie van oude drukplaten van hout, koper, steen of metaal) bleef het aardigste van deze sessie bewaard tot het laatst. In een open diskussie, geleid door Alan Col- linson, werd namelijk, mede naar aanleiding van een verzoek van de ica, aandacht besteed aan de nood- zaak tot herziening van de definitie van de kartografie. Spijtig genoeg bleek het grootste deel der aanwezi- gen nogal konservatieve opvattingen aan te hangen (de teneur was om de oude iCA-definitie uit 1973 te hand- haven, met toevoeging van digitale kaarten). Het was nogal verleidelijk om te veronderstellen dat dit te ma- ken had met de aard van het onder- werp van de voorafgaande lezing en met het feit dat op hetzelfde moment in de andere sessie een zeer modern onderwerp aan de orde werd gesteld. In elk geval werd op deze manier wel duidelijk, dat een goede nieuwe defi nitie van de kartografie dringend ge- wenst is, al was het alleen maar om te voorkomen dat de verschillende richtingen in de kartografie uit elkaar drijven en de herkenbaarheid van het vakgebied gewaarborgd blijft. Na de diskussie in Nottingham heb- ben enkele Bcs-kommissies zieh ver- der bezig gehouden met het probleem en de uitkomst (zoals voorgesteld in Bcs-Newsletter, No. 1, 1989) is een drietal definities: Een definitie voor het grote pu- bliek (leken op het gebied van de kartografie): 'Kartografie is de kunst, wetenschap en technologie van het maken van kaarten'. Een definitie voor de kartografen zelf: 'Kartografie is de wetenschap en technologie van het analyseren en interpreteren van geografische relaties, en het overbrengen van de resultaten door middel van kaarten'. Een definitie, die geschikt is voor het iCA-woordenboek: 'Kartografie is de wetenschap en technologie van het analyseren, interpreteren en kommuniceren van ruimtelijke relaties, normaal gesproken door middel van kaarten'. Tijdens het grote officiele verjaar- dagsdiner op zaterdagavond 17 Sep tember werd onder meer het woord gevoerd door prof. dr U. Freitag uit Berlijn en door prof. dr F.J. Orme- ling sr. De nieuwe voorzitter van de Britse Kartografische Vereniging, Ralph Robbins, las ook de felicitatie- brief voor, die onze voorzitter drs E.S. Bos namens de nvk had op- gesteld. De zondagmorgen was, zoals gebrui- kelijk bij de bcs, weer gereserveerd voor exkursies. Uit het ruime aanbod kozen uw verslaggevers voor een ex- kursie naar de Britse Geologische Dienst in Keyworth. Deze dienst pro- fileert zieh de laatste jaren steeds meer als aardwetenschappelijk infor- matiecentrum, waarbij kaarten een belangrijke rol blijven vervullen. Op dit moment wordt echter nog volop onderzoek gedaan naar de toepassing van digitale methoden bij de geologi sche kartering. Ronduit indrukwek- kend was de nieuwe 3.000 m2 grote en 10 meter hoge opslagruimte voor de verzameling geologische materia- len en monsters voor Engeland en Wales. De lunch kon op zondag worden ge bruikt in de restauratiewagens van een rijdende oude stoomtrein op de Great Central Railway, die, waar- schijnlijk door ouderdom, nogal wat vertraging opliep, waardoor van het laatste, op zieh veelbelovende, mid- dagprogramma helaas niet meer zo- veel terecht kwam. 'De aanstaande 'shock' en de karto- graaf' vormde het thema van deze middag, en de eerste spreker, prof. Ulrich Freitag, wist niet zo goed wat hij daar mee aan moest. Daarom waagde hij maar een poging om de ontwikkelingen in de kartografie in West-Duitsland en die in Groot- Brittannie met elkaar te vergelijken. De laatste lezing van het Symposium vormde tenslotte een hoogtepunt. Alistair MacDonald, onder meer di- rekteur van de Ordnance Survey en voorzitter van de isprs (de Internati onale Vereniging voor Fotogramme trie en Remote Sensing), ging in op de huidige divergerende en konverge- rende tendensen in de wereld van kaarten en kaarteringen. Hij Steide vast dat de groep kartografen nu zeer gevarieerd is (ook de doe-het-zelf kartograaf' behoort ertoe), maar dat het bindende element de 'cartophilia' is (we houden allemaal van kaarten). Hoewel er voor de echte kartografen een aantal bedreigingen zijn, doen zieh daarnaast ook een aantal nieuwe mogelijkheden en uitdagingen voor, zoals de drie-dimensionale en dyna mische kartografie en een potentieel toenemende vraag naar kartografi sche Produkten. Voor kartografen komt de nadruk in de toekomst veel meer te liggen op het bewerken van ruimtelijke informatie dan op de gra fische presentatie ervan. En voor de kartografie, geodesie, fotogramme- trie, remote sensing, geografie en aanverwante vakgebieden, wordt de ruimtelijke informatie meer dan ooit het bindende element. Het probleem bij de Bcs-symposia is altijd weer om de hoge verwachtin- gen met betrekking tot de kwaliteit van het programma in te lossen, maar ook dit keer is het de Organisa toren weer gelukt. Zo was de gebruikelijke tentoonstel- ling, bijvoorbeeld, weer zeer interes sant. Een duidelijk waarneembare tendens bij de exposanten was, in plaats van het tentoonstellen van kaarten en atlassen, het op een enkel tafeltje op draagbare PC's laten zien wat men in huis heeft. De moeite waard was daarnaast een speciale tentoonstelling over kartografie voor visueel gehandicapten, met bijvoor beeld informatie over de toepassing 12 KT 1989.X V.3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 14