lingseenheid rieht zieh in eerste instantie op het implementeren van Computersystemen voor de verwer- king van gegevens en de kaartpro- duktie van de nationale atlas. Erva- ringen in klein- en middelschalige thematische kartografie kunnen later ook worden toegepast in andere on- derdelen van de topografische dienst. De eenheid is in Oktober 1986 gestart en zal vanaf Oktober 1989 operatio- neel zijn. Alle kaarten voor de atlas worden digitaal opgeslagen, uitgaan- de van zowel rasterdata als vektorda- ta. Met behulp van een Scitex-plotter worden direkt de deelfilms voor kleu- rendruk vervaardigd. Het eerste deel moet in april 1990 verschijnen. Per jaar zullen er 3 delen op de markt worden gebracht, terwijl het laatste deel Staat gepland voor eind 1995. In Kiruna werken momenteel 8 per- sonen full-time aan de prokuktie van de atlas. Het redaktiebureau zetelt in Stockholm aan het Geografisch Insti- tuut van de Universiteit en is bezet door 1,5 medewerker. De aanrnaak van de manuskriptkaarten en de teksten geschiedt door 18 groepen lo kale redakteuren/auteurs, onderge- bracht bij diverse wetenschappelijke instituten en overheidsdiensten, die daarvoor betaald worden. In dit kader is het interessant de be- groting van de Zweedse atlas nader te beschouwen: milj. SEK centrale administratie 1.0 centrale redaktie 14.0 produktie manuscripten 19.2 produktie database en drukfilms 15.6 produktie PC-versie 31 produktie Engelse versie 4.8 reserve 2.8 Totaal 60.2 (20 miljoen gülden) Het drukken, de verkoop en de mar- keting worden door de uitgever betaald. Naast de gedrukte versie zal ook een elektronische atlas verschijnen. De juiste vorm en inhoud staan nog ter diskussie. Men denkt aan compact dises (cd-rom) met toegevoegd speci ale Software die het manipuleren met de gegevens mogelijk maakt. De eer ste cd-rom met daarop de eerste vijf atlasdelen Staat gepland voor 1991. Eerder zullen wellicht enkele delen op floppy disk verschijnen. N.J. Bakker ACSM/ASPRS/AUTOCARTO 9 konferentie, Baltimore, USA Circa 7000 deelnemers bezochten het voorjaarskongres in Baltimore (2-7 april 1989) van de twee Amerikaanse fotogrammetrische en landmeet- kundig-kartografische verenigingen: asprs en acsm. De laatste bestaat op zijn beurt weer uit drie clubs: de landmeters, de kartografen (American Cartographic Association) en de ongestruktureerde groep die de Autocarto-konferenties organiseert. Om alle deelnemers onder te brengen was een groot kongrescentrum afge- huurd, waren er konstant 10 parallel- zittingen met lezingencycli tegelijk, was er een geweidige expositie met 150 standhouders en was er een uiter- mate professioneel georganiseerd pro- gramma. Er was zelfs voorzien in vertaling in gebarentaal voor dove kollega's! Elke zitting had een 'moderator' die de inhoud van de in die zitting te houden lezingen had doorgenomen met de sprekers; soms waren er ook 'animators', die de diskussie aan de gang hielden, hetgeen de zaak niet alleen verlevendigde, maar ook tot een zinvolle verdere informatie- uitwisseling leidde. Bij de opening van Autocarto werden de belangrijkste prioriteiten voor de jaren negentig beschreven als: onder- wijs, datastruktuur en ontwerp van databestanden. icA-president Fräser Taylor hield de openingsrede over moderne kartografie en geografische informatiesystemen (gis). Hij hield zijn gehoor als leidende prineipes voor dat de ontwikkelingen bepaald moeten worden door gebruikers en Problemen. Vroeger werden ze be paald door de producenten. Hij gaf een historisch overzicht waaruit was op te maken dat bij de eerste genera- tie gis sprake was van onvoldoende mogelijkheden voor interaktie, en dat we nu een tweede kans hebben. Het diagram waarmee hij de ontwikkelin gen signaleerde is de moeite waard voor het onderwijs. Robert Marx, direktem van de Bu reau o'f the Census, en de man achter het TiGER-projekt, het digitale ruimte- lijke ondersteuningssysteem voor de volkstelling van 1 april 1990, sprak over dat projekt. Op de schaal 1:100.000 gedigitaliseerd, is dit sys- teem nu voor de hele USA aanwezig en bedrijven hebben er met Software op ingespeeld (er is geen enkel Copy right op overheidsprodukten; ieder- een neemt ze over). Marx introdu- ceerde een variatie op de pixel: de 'censel', de kleinste bevolkingspoly- goon die beschikbaar was. In feite geeft dit het oplossend vermögen aan van de volkstelling. In de USA zijn er 3300 counties, 39.000 local govern- ment units en 65.000 census tracts. Kimmerling en Moellering hielden een sterk verhaal over de ontwikke- ling van de weergave van hellingen. Het ging hierbij om hellings- aspektkaarten, waarbij de kleur de richting van de helling aangeeft, en bovendien door een gewiekste keuze ook zorgt voor de normale reliefscha- duweringsindruk. Het was een inmid- dels gepatenteerde oplossing die in samenwerking met Tektronix is opge- zet. De weergave ervan op beeld- scherm is nog veel leuker: door radi- umpolarisatie kan men twee beeiden over elkaar heen projekteren, waar- door het terrein meteen echt drie- dimensionaal overkomt (te bekijken met een gepolariseerde bril). McLaren hield ons in een verhaal over visualisatietechnieken en gis voor dat er een revolutie is geweest in de grafische wereld, en dat er nu opeens een geweidig realisme in de grafische voorstellingen is gekomen. Dat komt door de ontwikkeling van de hardware, en het sluit mooi aan bij de behoeften aan weergave in het Gis-gebeuren. Aandachtspunten zijn de simulatie van het terrein door 'fractals' ("let the fractal processing do the infill"), het toevoegen van in- formatie door middel van 'frame grabbers', het simuleren van atmosfe- rische effekten, van schaduwen en van diepte-effekten, het modelleren van oppervlakken van verschillende materialen (zoals van marmer, waarin je dan ook nog eens de omgeving ziet weerspiegelen), perspektivische projekties en het varieren van de be- lichtingsintensiteit. De speciale zitting over Gis-opleiding en -training begon met een verhaal van Tony Burns van esri waarin hij aangaf wat men wil bereiken met gis- opleidingen, en wat hierbij de ver- schillen zijn tussen opleiding (univer- siteiten) en training (bedrijven zelf). Bill Cozzens van Intergraph ging vooral in op de taak van de systeem- verkoper bij het voorzien in de beno- digde vaardigheden. De heren hadden goed gestudeerd in Bloom's werken. 16 KT 1989.XV.3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 18