Het Baltimore Convention Center waar de ACSu/ASPRs/AVTOCARm-konferentie ge-
houden werd.
Problemen waarmee ze worden ge-
konfronteerd zijn de explosieve ont-
wikkeling in de behoefte aan gis-
vaardigheden, het ontbreken van een
Gis-theorie en het feit dat de techno-
logie vooralsnog de dienst uitmaakt.
Er komen alsmaar weer nieuwe mo-
gelijkheden, waar dan weer mensen
voor moeten worden opgeleid. Coz-
zens gaf het volgende overzicht van
de informatie en vaardigheden die
nodig waren in verschillende stadia:
planningstadium: bepaling van de
behoeften, bepaling van de gebrui-
kerseisen en basis systeemontwerp;
implementatiestadium: database
definitie, vaststellen van procedu-
res en procesgang, op maat bren-
gen van de Software;
operationele Stadium: management
van de gegevensverzameling, ge-
bruik en analyse van gegevens, on-
derhoud van het systeem en bevei-
liging/back up.
De verkoper kan de klant niet onder-
wijzen in de wetenschappen die de
basis vormen van gis: computerwe-
tenschappen, kartografie en geogra-
fie; hij kan hem ook niet leren hoe
zijn bedrijfsvoering te doen. Hij kan
alleen de specifieke aspekten van het
werken met de hard- en Software uit-
leggen, en verder hoe het gis voor de
specifieke behoeften van de klant kan
worden aangepast en geoptima-
liseerd.
Training-trends zijn de overgang van
een door de instrukteur geleide trai-
ning naar zelf-instruktie in eigen
tempo, naar een breder gebruik van
video en computer-instruktie, naar
meer assistentie op gebied van Con
sulting en implementatie, en naar
meer technische training en Consul
ting samenwerking. Cozzens besloot
met een aantal aanbevelingen voor
universitaire gis curricula.
Stefanovic van het itc vertelde ook
hoe het itc de Gis-training opgezet
heeft. Vogel van Siemens behandelde
de siCAD-training en gaf aan hoe in
Europa de meest gevolgde benadering
van gis niet die via de nutsvoorzie-
ningen was, zoals in Noord-Amerika,
maar volgens het kadaster. Dinsdag-
middag was er een vervolg in de zit-
ting over komponenten voor de ont-
wikkeling van een model-curriculum
voor gis op universiteiten. James
Carter van de universiteit van Tennes
see gaf aan waarom het nodig was:
om onze claim op dit gebied te leg-
gen, om kontrolefunkties uit te oefe-
nen (tegen beunhazen), en om stan-
daarden op te stellen waaraan de
opleidingen moeten beantwoorden.
Hij ging uit van een lijstje van wat
Studenten kunnen als ze bij gis-
kolleges komen: lezen en schrijven,
basis wiskundekennis, besef van gra-
fiek en ontwerpen, kennis van de
aardwetenschappen, kennis van socia
le wetenschappen, kaart- en foto-
interpretatie, landmeten en fotogram-
metrie, remote sensing en kartografie,
overweg kunnen met Computers.
Goodchild, van het National Centre
for gis Research (Santa Barbara) had
modellen voor drie kursussen ont-
wikkeld, een inleidende kursus, een
kursus over technische zaken en een
gevorderden-kursus, geheten Nature
of spatial data (aard van de ruimte-
lijke gegevens). Bill Clark had het
over kennissystemen in beeldverwer-
king, bijvoorbeeld over hoe je mss en
tm moet koppelen, of mss en avhrr.
Een aardig nieuwtje van hem was dat
in Amerika de wet veranderd is, en
dat daarom Landsat 7 nu een 6m-
resolutie kan krijgen. In de diskussie
werd gewezen op geringe kosten voor
AVHRR/NOAA-banden ($25.-), bruik-
baar voor onderwijs.
Op de parallelzitting dinsdagmiddag
was D. Miller van de National Geo
graphie aan het verteilen over de
weergave van grenzen op hun kaar-
ten. Vanwege de enorme lezerskring
(40 miljoen), zijn ze een groot doel-
wit voor pressiegroepen, die willen
dat ze de toestand volgens hun visie
weergeven. Voorbeeldgebied was het
Midden-Oosten, met Cyprus en Israel
als probleemgebieden voor de grens-
weergave.
Woensdagmorgen begon weer in een
grafisch luilekkerland. D. Smith van
Dynamic Graphics liet toepassingen
van het modelleren in drie dimensies
zien. Het is een techniek die voor
geologische prospektie is ontwikkeld,
voor het plannen van boringen, en
die al miljoenen guldens heeft
bespaard. Er werd geroteerd, er was
'view slicing', 'isosurface peeling'
(driedimensionaal weergeven van
drempelwaarden), met gereedschap
als 'zoom controT, kleurselektie,
weergave van ontwikkelingen in de
tijd, polygon clipping, en op alle ni-
veaus kon er informatie aan het
model worden ontleend (oppervlak-
ken, inhouden, waarden voor punten
längs een lijn, trend surface bereke-
ningen enz.). Smith's toepassing had
betrekking op kontinue gegevens; de
volgende spreker, Batten, had het
over diskrete gegevens, namelijk een
pianologische database van de hoofd-
stad Washington. Om voor elk ge-
bouw te kunnen beantwoorden aan
de vraag wat de specifieke karakte-
ristieken ervan waren was de tweedi-
mensionale database met een dimen-
sie uitgebreid, door 3D CAD met gis
te verbinden. Hierdoor was de moge-
lijkheid gekreeerd om snel en effi-
cient perspektieftekeningen vanuit
elke gewenste standplaats te vervaar-
digen, waarbij zowel de kartografi-
sche als de attribuutgegevens beschik-
baar waren. De invloed van nieuwe
gebouwen kon direkt worden gevisua-
liseerd.
KT 1989.XV.3
17