Imaging-model Wat maakt PostScript anders dan andere grafische standaards, zoals gks of phigs? Daarvoor moeten we een fundamentele eigenschap van computerbeeiden be- kijken. Deze eigenschap heet imaging-model. Figuur 2a laat het soort uitvoer zien dat je van een penplotter verwacht: Figuur 2a. een grijstint wordt gesimuleerd door arceren; een letter bestaat uit körte lijntjes. Maar eigenlijk hebben we behoefte aan uitvoer zoals in figuur 2b: Figuurjb. grijstinten simuleren met rasters; letters met een gave omtrek. Dit is de uitvoer die PostScript ons biedt. Het ligt voor de hand om te denken dat het hier om een verschil in plotter-technologie gaat: de rasterplotter versus de penplotter. Zo eenvoudig is het niet! Vroeger werd een figuur als 2a met de pen in de hand getekend. Niet lang geleden heeft de penplotter het handwerk vervangen. Tegenwoordig beschikken we zelfs over laserplotters, maar het beeld ziet er nog steeds uit als in figuur 2a! De pen in materiele vorm is ver- dwenen, maar het begrip 'pen' bepaalt nog steeds de vormen die er op papier komen. Het echte verschil zit dus niet in de technologie, maar in onze denkwijze. In figuur 2a is het de pen die onze denkwijze bepaalt; de pen is als het wäre de metafoor waarmee we tekenen. Het PostScript-beeld in figuur 2b is gebaseerd op een andere metafoor, die de naam sten- cil/paint-metafoor draagt. Daar gaan we nu wat dieper op in. Voor de stencil/paint-metafoor heb je twee dingen no- dig: een stencil (figuur 3a) en wat paint (figuur 3b). M Figuur 3. Het stencil bepaalt het gebied waar de paint terecht komt. De paint bepaalt welke kleur dat gebied krijgt. Deze twee samen vormen zo het beeld 3c. Deze basis gedachte geldt ook voor ingewikkelder stencils (figuur 4), of ingewikkelder paint (figuur 5). wir Ii i umrf" Figuur 4. Figuur 5. Bedenk dat het altijd een twee-staps-proces is. Een stencil zonder paint is niet zichtbaar. Paint zonder stencil zou de hele bladzij vullen. Bedenk ook dat de paint dekkend is. Als er meerdere lagen paint aange bracht worden op dezelfde plaats, dan is alleen de laatst aangebrachte laag te zien. Wat betekent dit nu voor een kartograaf? Ten eerste zijn imaging-models niet gelijk geschapen. De ene kan vormen voortbrengen, die met een ander onmogelijk zijn. Daarom is het zo belangrijk om de keuze van een imaging-model weloverwogen te maken. Ten tweede zijn er meer imaging-models dan de twee die hier ten tonele zijn gevoerd. Echter, voor het maken van kaar- ten is de stencil/paint-metafoor zeer geschikt. Dat laat de volgende paragraaf u zien. De opbouw van een kaart We willen nu laten zien hoe je met de stencil/paint- metafoor stap voor stap een kaart opbouwt, en wel de kaart in figuur 6. Af en toe maken we even een zijsprong om een nieuw begrip toe te lichten. Stap 1. Een: maak uit een aantal verbonden lijnstukjes een gesloten päd. In figuur 7a geven de stippen het be- KT 1989.XV.3 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 47