Stap 4. Tijd voor de laatste zijsprong, nummer 3.
Zijsprong 3: tekst.
Een letter bestaat uit een omtrek gevuld met paint (figuur
12a). We kunnen het wat ingewikkelder maken. Een: bewerk
de omtrek met stroke, en wel in het wit (figuur 12b). Twee:
vul de omtrek met zwart (figuur 12c). En ziet: de letter Staat
vrij van de ondergrond.
Figuur 12.
Dit idee gebruiken we om tekst in de kaart te plaatsen.
Daarmee is de kaart, die we in figuur 6 in gedachten
hadden, klaar.
Tot slot maken we nog twee afsluitende opmerkingen,
die beide met nauwkeurigheid te maken hebben. Het
begrip imaging-model biedt een struktuur voor de op-
bouw van een kaart. Op deze manier kunnen we zeer
nauwkeurig nadenken over de vormen die wel en die
niet getekend kunnen worden. Daarnaast legt de sten-
cil/paint-metafoor een basis voor hoogwaardige en
nauwkeurige uitvoerapparatuur.
PostScript in de praktijk
Tot zover de theorie. Hoe gaat dat nu in de praktijk?
Op het Kartografisch Laboratorium van de Rijksuni-
versiteit Utrecht gebruiken we daarvoor een standaard
software-pakket genaamd FreeHand, dat op de Apple
Macintosh loopt. Het is een tekenpakket voor algeme-
ne doeleinden dat de stencil/paint-metafoor in een ge-
makkelijk bruikbare vorm aanbiedt: teken een lijn die
het stencil voorstelt, en breng de paint erop aan.
Dit programma heeft tal van mogelijkheden, maar we
moeten ons hier beperken. Twee punten willen we er
uit lichten. Ten eerste zijn de figuren bij dit artikel tot
stand gekomen zonder te programmeren. Het program
ma biedt van zichzelf voldoende mogelijkheden. Ten
tweede is het programma heel intuitief te gebruiken. Zo
wordt een gebogen lijn bijvoorbeeld vastgelegd met
vier punten (figuur 13).
Op het Kartografisch Laboratorium gebruiken we het
systeem zelfstandig, zonder verbindingen naar andere
Computers. In het artikel van Paul Schokker van het
itc eiders in dit nummer, laat hij zien hoe een en ander
ingepast kan worden in een Gis-omgeving. Maar er is
geen enkele reden waarom een geografisch informatie-
systeem niet zelf gebruik zou maken van de sten-
Figuur 13. Het tekenen van gebogen lijnen gebeurt heel intui
tief. Twee punten bepalen het begin en eind van de lijn, en
twee punten dienen als 'handle'. Door de handle te draaien
verändert de vorm. Door de handle langer te maken kun je
een grotere 'kracht' op die vorm uitoefenen.
cil/paint-metafoor. Daarvoor zijn voldoende goede re-
denen, zo möge blijken uit wat we hiervoor gezegd
hebben.
Om het nog anders te stellen: wat heb je aan perfekte
gegevens, als je ze niet met de juiste middelen in beeld
brengt? gis probeert op alle fronten voorop te lopen.
Een bewuste keuze van een imaging-model hoort daar
zeker bij.
Nieuwe vondsten
Het is onze ervaring dat PostScript nieuwe ontwerp-
vondsten mogelijk maakt, en wel op twee manieren:
konventioneel en onkonventioneel. Konventionele
oplossingen die voorheen al te kostbaar waren, zijn nu
wel mogelijk. In de inleiding kwam vrijzetten van tekst
en Symbolen al ter spiake. U heeft nu zelf gezien hoe
gemakklijk dat gaat, zonder reprowerk. Omdat we nu
goedkoper en sneller kunnen werken - vaak meer dan
5 keer - zijn er nadere oplossingen binnen bereik
gekomen.
Figuur 14 toont een paar van de experimenten die we
het afgelopen jaar gedaan hebben. Sommige zijn kon
ventioneel, sommige onkonventioneel, sommige zelfs
bedenkelijk.
Onkonventionele oplossingen zijn een echte uitdaging,
maar het valt niet mee om er wat van te maken. Ten
eerste heeft ieder van ons de beperkingen van onze
huidige produktiemethoden verinnerlijkt. Het zal tijd
kosten om dat weer los te laten. Hoe moeilijk het is
om een simpele oplossing te vinden toont figuur 15.
Ten tweede is een onkonventionele oplossing niet me-
teen een goede. Sommige van de voorbeelden in figuur
14 zijn inderdaad bedenkelijk. Ook hier geldt: het kost
tijd om er uit te halen wat er in zit. En laten we onder-
tussen vooral niet vergeten dat het in de kartografie
niet om technologie gaat, maar om kommunikatie.
Besluit
Het doel van dit betoog was te tonen dat het begrip
imaging-model een wezenlijke betekenis heeft voor kar-
KT 1989.XV.3
47