1. Waar op aarde bevindt het gebied zieh?
Het blijkt, dat de plaats van het af te beeiden gebied
in Sterke mate van invloed is op de keuze tussen een
azimuthale, een eilinder- en een kegelprojektie.
a. Voor het Zuidpoolgebied kiest men als vanzelfspre-
kend een azimuthale projektie.
b. Voor een gebied rond de evenaar ligt het voor de
hand om een eilinderprojektie te kiezen.
c. Voor een land als Frankrijk is de kegelprojektie een
bijna voor de hand liggende keuze.
Figuur 2. Een 'normale' kegelprojektie van Noord-Amerika.
2. In welke richting(en) strekt het gebied zieh uit?
Het antwoord op deze vraag doet de kartograaf soms
besluiten af te zien van de (op grond van vraag 1)
meest voor de hand liggende keuze.
Zo zou een - zieh in alle richtingen nagenoeg evenver
uitstrekkend - land als Frankrijk, ook met een azimu
thale projektie geschikt kunnen worden afgebeeld.
Het bekende voorbeeld van een land als Chili laat ons
zien, dat de richting ook een beslissende invloed kan
hebben op de projektiekeuze. Voor dit land lijkt een
transversale2 eilinderprojektie dan ook bijzonder voor
de hand te liggen.
Is de keuze gevallen op een kegel- of eilinderprojektie,
dan heeft het antwoord in ieder geval invloed op de
ligging van de raak- of snijparallellen.
In het algemeen kan gekonstateerd worden, dat het
antwoord op vraag 2 ondergeschikt is aan dat op vraag
1. Een direkt gevolg hiervan is, dat in de kartografie
oblique eilinderprojekties bijna niet, en oblique of
transversale kegelprojekties in het geheel niet
voorkomen.
3. Wat is het doel van de kaart?
De op grond van de vragen 1 en 2 genomen beslissing
aangaande de projektie kan nader gespeeifieeerd wor
den in relatie tot het beoogde doel van de kaart.
Zo kan het bijvoorbeeld de bedoeling zijn om zo goed
mogelijk:
a. de ligging van een aantal punten ten opzichte van
een gegeven punt of een gegeven lijn in beeld te
brengen. De projektie met de eigenschap dat de
schaal op een groot aantal rechte lijnen gelijk en
konstant is heet equidistant.
b. de verspreiding van een bepaald verschijnsel in
beeld te brengen. De projektie, die er voor zorgt dat
de oppervlaktenverhoudingen op de juiste manier
worden afgebeeld heet equivalent.
c. de vorm van gebieden tot zijn recht te laten komen.
De projektie, waarvoor geldt dat in elk punt de ver-
vorming in elke richting even groot is, heet
conform.
d. de kortste verbinding tussen punten (orthodromen)
als rechte lijnen weer te geven.
e. konstante koerslijnen (loxodromen) als rechte lijnen
weer te geven.
De antwoorden op deze drie vragen bepalen de uitein-
delijke projektiekeuze.
In de praktijk blijken deze regels evenwel niet zo
gestruktureerd te worden gevolgd als hierboven is ge-
suggereerd.
In de eerste plaats wordt er niet altijd van uit gegaan,
dat de projektie gebaseerd moet zijn op een standaard-
projektievlak. Terecht zijn vele ontwerpers van projek-
ties er in het verleden van uit gegaan, dat elke mathe
matische relatie tussen bolkoördinaten en kaartkoördi-
naten gezien kan worden als een projektie.
In de tweede plaats komt het vaak voor (met name
wanneer zeer grote gebieden of de gehele aarde moet
worden afgebeeld), dat doelstellingen worden gekombi-
neerd en men tot een soort van tussenvariant komt.
Dergelijke projekties worden wel eens aangeduid als
projekties, die een beetje equivalent of een beetje con
form zijn.
Nieuwe ontwikkelingen
Door de Computer zijn in het afgelopen decennium de
mogelijkheden om kaarten te vervaardigen aanzienlijk
veranderd.
Door de ontwikkelingen op automatiseringsgebied is de
kaart als kommunikatiemedium veel flexibeler gewor
den. Dat betekent, dat digitale ruimtelijke koördinaat-
bestanden sneller en vollediger afgestemd kunnen wor
den op het gewenste kommunikatiedoel.
Een gevolg daarvan is, dat de kaart, als tweedimensio-
naal analoog eindprodukt van een digitaal gegeven,
steeds minder het karakter heeft van een multifunktio-
neel dokument. In toenemende mate wordt de voor-
keur gegeven aan meerdere kaarten met alle een eigen
doel (analytisch), boven die ene kaart die meer - of
veel meer - dan een aspekt van het aardoppervlak be
handelt (synthetisch).
In dit licht bezien is een systematische aanpak van de
projektiekeuze-problematiek zeer wenselijk. Dit wordt
nog eens onderstreept door het toenemende gebruik
van digitale kaartbestanden in geografische informatie-
systemen.
Het nieuwe gezicht van de aarde
Het is moeilijk om zieh voor te stellen wat een ruimte-
vaarder ervaart, die vanuit de ruimte kijkt naar die
prachtige blauwe planeet: de aarde. Hij zal zieh ver
bünden voelen en tegelijkertijd toch ver verwijderd van
al datgene wat zieh daar op dat oppervlak afspeelt en
niet zichtbaar is. Hij zal zieh realiseren dat het werke-
50
KT 1989.XV.3