simplistische zienswijze is een generalisatietechniek, die een lijn omschrijft als een verzameling parameters (die de algemene kromming van de lijn bewaren) (butten- field, 1985; o'neill mar, 1987). Ondanks deze ver- beteringen blijft deze benadering beperkt tot een geo metrische transformatie van het probleem. Vergelijkbare oplossingen zijn ook bedacht voor be- bouwde gebieden, waarbij gebruik gemaakt wordt van klassifikatie- en 'template-matching'-methodes (meyer, 1987). Deze methodes worden steeds meer aange- scherpt en verbeterd, waarbij ook oplossingen voor de symbolisatie voor Digitale Landschapsmodellen aange- dragen worden (jager, 1988). De ontwikkelingen op dit gebied en in deze richting vorderen slechts langzaam, maar daartegenover Staat dat generalisatie van stedelijke gebieden komplexer is dan lijnvereenvoudiging. Andere voorbeelden van algoritmische oplossingen zijn generalisatietechnieken, die ontwikkeld zijn voor raster- beeldverwerking ('low-pass filtering' en Fourier trans- formaties), herhaalde onregelmatige iow-pass polygon filtering' (herzog, 1988) en kwantificering van data uit statistieken of zogenaamde 'seriations' (muller, 1983). AI de voornoemde technieken vinden hun oorsprong in wiskundige procedures en zien in generalisatie niets es- sentieel anders dan een geometrisch probleem. Karto- grafische eenheden worden gezien als geometrische Ob jekten, die vereenvoudigd, verplaatst of geselekteerd kunnen worden volgens geometrische regels. De nadruk komt te liggen op de leesbaarheid van de kaart en zijn perceptie. Voorbeelden van dergelijke regels zijn: dementen die dichter bij elkaar liggen dan een be- paalde drempelwaarde worden gegroepeerd; gegroepeerde dementen kunnen door een ander de ment vervangen worden, mits het zwaartepunt op dezelfde plaats blijft; dementen die kleiner zijn dan een bepaalde minimumomvang worden verwijderd; het aantal geselekteerde Objekten wordt mede be- paald door de schaal volgens de formule: Nf Na (Ma/Mf) <1/k> waarbij geldt: Nf: het aantal Objekten op de nieuwe kaart Na: het aantal Objekten op de oorspronkelijke kaart Ma: de noemer van de schaal van de oorspronkelijke kaart Mf: de noemer van de schaal van de nieuwe kaart k konstante (naar topfer pillewizer, 1966). De laatste regel gaat trouwens verder dan pure geome- trie omdat hierbij niet uitsluitend rekening gehouden wordt met de schaalverhoudingen, maar eveneens een selektie wordt gemaakt op basis van een prioriteiten- lijst. De prioriteit hangt af van geografische betekenis, doel van de kaart en behoefte van de gebruiker. Met andere woorden, nieuwe regels moeten worden op- gesteld die het wezenlijke van de kaart(-informatie) kunnen weergeven of in ieder geval kunnen selekteren, zoals: 1. Als een verplaatsing noodzakelijk is, wordt de volg- orde van de te verplaatsen dementen bepaald, zoda- nig dat de nauwkeurigheid van lokalisatie het meest behouden blijft; bijvoorbeeld hydrografische lijnen, kustlijnen, drainagekanalen, hoogtelijnen, spoor-, hoofd- en sekundaire wegen, gebouwen en tenslotte grenzen van landgebruik. 2. Het belang van de omgeving wordt meegewogen bij de vaststelling van de prioriteitenlijst; een alleen- staand gebouw is belangrijker in een dunbevolkt ge bied dan in een stedelijke omgeving. Een systeem van regels voor de selektie van elementen kan gebaseerd zijn op de behoefte van de gebruiker of op funktie/doel van de kaart. Elk gegeven wordt ge- rangschikt al naar gelang de eisen, die de gebruiker aan de informatie steh. De relatie tussen basiskaart en thematische gegevens speelt hierbij een rol. Het belang van een dergelijke relatie kan vastgesteld worden per dement, schaal of thema (richardson, 1988). De ma- trices van rangordes, die daardoor ontstaan, worden in- gevuld en fungeren nadien als 'rule-base' of opzoekta- bellen (figuur 1). Deze matrices kunnen nog een extra dimensie opleveren als procedurele bewerkingen toege- voegd worden, waardoor geometrische transformaties (vereenvoudiging, selektie en verplaatsing) en konceptu- ele veranderingen (symbolisatie) elkaar aanvullen (fi guur 2). De ingewikkelde funktionele relaties tussen kartografi- sche elementen, kaartschalen, thema's (bodem-, vegetatie-, transportkaarten), behoeften van gebruikers en programmatische mogelijkheden ten behoeve van generalisatie moeten nader bestudeerd worden. Het is duidelijk dat een dergelijke rule-base'- benadering een grote stap verder gaat dan de zuiver al goritmische aanpak, vooral omdat hierdoor een be- langrijk deel van de betekenis van de geografische in formatie meegewogen wordt. Figuur l. Opzoektabel met längs de assen: kaartelementen (Steden, rivieren, administratieve eenheden, gletsjers enz.), kaartthema's (geologie, klimatologie, hydrologie, landgebruik enz.) en kaartschalen (1:50.000, 1:200.000, 1:1.000.000 enz.). KT 1989.XV.3 0 Absoluut noodzakelijk Noodzakelijk Twijfelachtig O Niet noodzakelijk Schalen Thema's Kaartelementen 54

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 56