kaartschalen (van groot tot klein). Een goed begrip van de katastrofe-variaties, die plaats vinden bij verande- ring van schaal, zou ons moeten helpen om de regels te identificeren die we dan moeten gaan gebruiken. Schaal-onafhankelijke gegevensbestanden De aanduiding 'schaal-onafhankelijke bestanden' heeft betrekking op de situatie waarin de Processen van ge- gevensverwerking en revisie vooral bepaald worden door de precisie waarmee de data verzameld zijn. Er treedt geen informatieverlies op, omdat steeds weer de basisgegevens gebruikt worden. Deze basisgegevens worden schaal-onafhankelijk genoemd. Het begrip schaal komt immers pas om de hoek kijken wanneer de gegevens daadwerkelijk getekend moeten worden in een ruimte, die groter dan wel kleiner is dan de oor- spronkelijk onderzochte ruimte. Laatstelijk is ook een andere betekenis voor schaal- onafhankelijke gegevensbestanden gei'ntroduceerd. Een gegevensbestand wordt ook wel schaal-onafhankelijk genoemd als de informatie die er in zit, gebruikt kan worden voor kartografische presentaties op meerdere kaartschalen. Zulke gegevensbestanden maken een vrije overgang mogelijk van het ene schaalniveau naar het andere, waarbij direkt de aanvullende (ontbrekende) in formatie wordt gepresenteerd en bovendien aangepast aan de nauwkeurigheid, die moet gelden voor de nieuw gekozen schaal. Om dit idee te verwezenlijken is het voorstel gelanceerd om te komen tot hierarchisch gestruktureerde gegevens bestanden (jones Abraham, 1986). De struktuur be- vat de mogelijkheid om informatie te selekteren en op te vragen, die van belang geacht wordt voor een speci- fieke (grafische) schaal. Dit betekent echter niet dat het volgende ook tot de mogelijkheden behoort: Selekteer een element, bijvoorbeeld de luchthaven Schiphol, en presenteer dit als een puntsymbool op een kaart met schaal 1:400.000. Vergroot de schaal naar 1:100.000 en laat nu dezelfde luchthaven zien, automatisch aangevuld met aanvoer- wegen, startbanen, gebouwen enz. (naar guptill, 1989). 'Real-time zoom'-funkties moeten in een dergelijke si tuatie in Staat zijn om uit een gegevensbestand andere dementen te selekteren, samen te voegen, te verplaat- sen, te vergroten en/of te symboliseren. Bovendien zou dit betekenen dat het herkennen van geometrische en konceptuele generalisatie en de daaraan gekoppelde katastrofe-transformaties probleemloos in elkaar moe ten kunnen overvloeien. Er bestaat op dit moment echter serieuze twijfel of de ontwikkelaars van gegevensbestand-systemen ooit in Staat zullen zijn om de hiervoor benodigde modellen te ontwikkelen, om zodoende een volledig schaal- onafhankelijke konstruktie te realiseren. Het is daarom ook niet reeel om het probleem van au tomatische kaartgeneralisatie te reduceren tot een database-managementprobleem. Zolang er nog geen af- doende oplossingen bestaan, zullen gegevensbestand- systemen beperkt blijven tot het bieden van de moge lijkheid tot het opslaan van dementen geschikt voor toepassing op meerdere schalen. Dit soort meerschalige toepassingen zijn mogelijk door aan de dementen, beeld- (of schaal-)gebonden koderingen te koppelen (guptill, 1989). Deze meer rede optie is schaal- onafhankelijk voor een beperkte reeks van kaartscha len (bijvoorbeeld alleen geschikt bij redukties met een faktor tussen 2 en 5), waarbij het opvragen van gege vens en bijbehorende generalisatieprocessen niet door- kruist worden door grotere konceptuele transformaties. Konklusies Computergestuurde generalisatie is een van de onderzoeksgebieden binnen de geautomatiseerde karto- grafie waarvoor op dit moment nog geen krachtige oplossingen bestaan (powitz meyer, 1989). Veel on- derzoek zal op dit terrein noodzakelijk blijven, voordat er daadwerkelijk een generalisatieproces beschikbaar komt, dat bruikbaar is in de praktijk (bijvoorbeeld voor landmeetkundige diensten). De moeilijkheid is dat generalisatie niet een samenhangend en eenduidig te omschrijven proces is, maar voornamelijk bestaat uit een samenraapsel van verschillende onderling samen hangende deelprocessen. Sommige onderzoeksrichtingen verdienen een hogere prioriteit, zoals: 1. een geautomatiseerde oplossing voor ruimtelijke konflikten op kaarten; 2. het opstellen van regels die de ingewikkelde relaties blootleggen tussen kartografische Objekten, thema's, behoeften van de gebruikers en kaartschalen en 3. het ontwikkelen van de procedures en modules om deze regels in de praktijk te kunnen toepassen. Bovendien is de mogelijkheid geopperd om de katastrofe-aanpak in het generalisatieproces op te ne- men. Kaartgebruik, dat deels door het thema bepaald wordt, kwaliteit van de basisgegevens en grafische randvoorwaarden voor presentatie veranderen niet ge- leidelijk over de diverse kaartschalen; net zoals genera lisatieprocessen zelf niet gelijkmatig over de schalen verlopen. Plotselinge breekpunten treden op, daar waar geometrische transformaties vervangen worden door konceptuele. Het bepalen van de kritische schalen, waarbij deze breekpunten optreden, is absoluut een vereiste om te komen tot een volledig geautomatiseerde aanpak van het generalisatieprobleem, welke aanpak voor een reeks van kaartschalen bruikbaar moet zijn. Generalisatie, geautomatiseerd dan wel handmatig, moet gebaseerd zijn op Processen, meer dan op gra- fisch/visueel voorkomen. Zo zal een geoloog de gene ralisatie van een geologische kaart anders uitvoeren dan een geograaf, omdat hij de onderliggende Proces sen beter kent. De manier van generaliseren is bovendien afhankelijk KT 1989.X V.3 57

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 59