verband daarmee gepresenteerd op twee manieren: In chorochromatische kaarten wordt de waarschijn- lijkheid door getallen in elke gebiedseenheid aan- gegeven. In lijnenkaarten varieert de lijndikte met de standaard-afwijking van de koördinaatgegevens (hoe dikker de lijn, hoe minder nauwkeurig) (figuur 2). Het belangrijkste aspekt van dit gis is, zoals gezegd, de informatie over de kwaliteit van de gegevens. Een an der aspekt is echter, dat het systeem wordt opgebouwd met zelf ontwikkelde Turbo-Prolog- en dBASE IV- programma's, met een dBASE IV-gegevensbestand en met Autocad grafische funkties. Het systeem laat daar mee de mogelijkheid zien om met goedkope Software voor PC's een gis op te zetten met kwaliteitsgegevens. Nool De volledige paper van Drummond zal worden gepubliceerd - in de Engelse taal - in ITC Journal 1989-3/4. M.J. Kraak - Theoretische aspekten van drie- dimensionale kartografie In de kartografie is een toename in het gebruik van drie-dimensionale kaarten waar te nemen. Dit komt door ontwikkelingen in de Computertechnologie, de computer-graphics en de computerkartografie. In de computerkartografie hebben de ontwikkelingen betrek- king op de automatisering van het topografische karte- ringsproces, de produktie van thematisch kartografi- sche Software en de interesse in 'nieuwe' kartografische Produkten en geografische informatiesystemen. In specifieke toepassingen kan het gebruik van drie- dimensionale kaarten zeer effektief zijn in de verduide- lijking van ruimtelijke relaties. Zo kan bijvoorbeeld een digitaal terreinmodel bij de kartering van het aardop- pervlak een verhelderend inzicht geven in de vormen. Door gebruik te maken van de mogelijkheid om in een interaktieve omgeving de positie van het terrein te wij- zigen, kan de soms moeilijke interpretatie van hoogte- lijnen op een topografische kaart voorkomen worden. Bovendien kan de hoogte-informatie gekombineerd worden met bijvoorbeeld grondgebruiksinformatie. In een stedelijke omgeving kan de drie-dimensionale kaart nuttig zijn voor planners en architekten. Kaarten die een statistisch oppervlak representeren, zo als het getrapte ruimtelijk model, werden oorspronke- lijk gebruikt voor de klassifikatie van statistische gege vens om choropleten te maken. Ze kunnen ook onaf- hankelijk van het klassifikatieproces funktioneren. Ze bieden indringende beeiden van het gekarteerde ver- schijnsel en zullen de kaartgebruiker lang bij blijven. Met name voor de weergave van de extreme statistische waarden werken dergelijke kaarten uitstekend. Echter, het gebruik van drie-dimensionale kaarten is niet gebaseerd op een specifieke theorie. De twee- dimensionale theorie wordt vaak toegepast zonder re- kening te houden met bijvoorbeeld kennis van de drie- dimensionale perceptie. Deze paper steh een uitbreiding van de twee-dimensionale theorie voor zodat ze ook geldig is voor drie-dimensionale kaarten. Dit moet be- reikt worden door een kombinatie van kennis van drie- dimensionale perceptie, kartografische theorie en de methoden en technieken van de computerkartografie. In de paper wordt een körte beschrijving van de theo retische benadering van de kartografie als basis voor het onderzoeksprojekt gegeven. Hier worden de karto grafische kommunikatietheorie, kartografische informatie-analyse en de principes van het (karto)grafi- sche tekensysteem gekombineerd. Definities en be- schrijvingen van specifieke terminologie, zoals gebruikt in het projekt, worden gegeven en uitgelegd. Drie- dimensionale kaarten worden geklassificeerd volgens de techniek waarmee ze geproduceerd worden. Het ruim telijke model, dat omschreven kan worden als de niet orthogonale representatie van ruimtelijke verschijnse- len, wordt gebruikt om de ideeen te illustreren. Het is juist dit niet-orthogonale drie-dimensionale Pro dukt, dat interessant is in dit informatika-tijdperk, we- gens de Sterke relatie tussen de computerkartografie en dit type drie-dimensionale kaart. De Computer biedt de kartograaf de mogelijkheid te manipuleren en experi- menteren met een volledige drie-dimensionale dataset. Ook zal het gebruik van de tijdelijke kaart, een kaart gepresenteerd op een beeldscherm, toenemen. De ka- rakteristieken van de meeste beeldschermen, die voor de weergave van de tijdelijke kaart gebruikt worden, la- ten de toepassing van komplexe kaarten niet toe. Dit betekent, dat met name de beeldvorming of 'map-to- see' speciale aandacht vraagt. De beschrijving van de kartografische benadering wordt in de paper gevolgd door een overzicht van hoe de mens de drie-dimensionale wereld rondom ziet en er- vaart. Uit deze kennis kunnen elementen (diepte- aanwijzingen) gedestilleerd worden, die aan de drie- dimensionale kaart kunnen worden toegevoegd, zodat de gebruiker deze als echt drie-dimensionaal ervaart. Ook wordt nader gekeken naar hulpmiddelen, die het drie-dimensionale beeld kunnen versterken. Het bovenstaande leidde tot drie hoofdpunten, relevant voor de drie-dimensionale kartografische theorie, waar- op het onderzoek zieh koncentreert: de relatie tussen de grafische variabelen en de psy chologische diepte-aanwijzingen (figuur 3); de relatie tussen het ruimtelijk model en de 'map-to-see'; de invloed van het gebruik van een hulpmiddel als een stereoscoop. Een computergesteunde kaartgebruikerstest, waarin kaartgebruikers worden gekonfronteerd met de drie- dimensionale kaarten, wordt besproken. Dit om ant- KT 1989.XV.3 70

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 72