Figuur 3. De grafische variabele grijswaarde (a) en de psychologische (3d-)diepte-aanwijzing schaduw (b). In kombinatie (c) een tegenwerking of versterking? (paper Kraak). woorden te vinden op veronderstellingen en vragen, die bij de behandeling van voornoemde onderzoekszwaar- tepunten naar voren kwamen. Aandacht wordt ge- schonken aan de testkaart-karakteristieken, de testom- geving, de testpersonen, de gestelde vragen en de testprocedure. Alleen enkele voorlopige resultaten worden in de paper besproken, daar de testprocedure om verdere kallibratie vraagt. Deze resultaten zijn een indikatie voor de for- mulering van enkele algemene regels voor drie- dimensionale kaarten. Noot In 1990 zal in het Kartografisch Tijdschrift een volledig arti- kel van de hand van Kraak over drie-dimensionale kartogra- fie verschijnen op basis van zijn proefschrift en verder on- derzoek. F.J. Ormeling - Het Oefeningenboek behorende bij het leerboek Basic Cartography In September 1988 werd het tweede deel van Basic Car tography (het leerboek dat door de Onderwijskommis- sie van de ica werd opgezet, en dat door de Publikatie- kommissie werd voltooid) aangeboden aan de deelnemers van het jaarlijkse Symposium van de bcs (Britse Kartografische Vereniging) in Nottingham. Deze gebeurtenis betekende het voorlopige einde van een Pe riode van 16 jaar planning en internationale samenwer- king met al zijn valkuilen en kommunikatieproblemen, uitmondend in een werk waarmee de internationale kartografische gemeenschap zieh kan presenteren, en waarvoor de initiator, prof. Koeman, alle lof verdient. Omdat kartografie een praktisch onderwerp is, was al vanaf het begin van de produktie van het leerboek het idee bij de auteurs opgekomen om het te doen verge- zellen van een oefeningenboek. In 1980, toen dr. K.-H. Meine het voorzitterschap van de kommissie over- nam, werd de produktie van het oefeningenboek ook in de opdracht van de kommissie opgenomen. In de paper worden de doelstellingen van de oefenin- gen beschreven, zowel in het algemeen als in het kader van de begeleiding van het leerboek, als speeifieke toe- passingen van de in de verschallende hoofdstukken aan geboden theorie. Bovendien wordt een aantal voorbeel- den gegeven van het mogelijk gebruik van de oefeningen. De argumentatie voor de selektie ervan be- rust vooral op de inhoud. Voor de aard van de oefenin gen geldt hetzelfde: een oefening over de geschiedenis van de kartografie zal een geheel ander karakter heb- ben dan een oefening in de kaartreproduktie. Aandacht is er ook voor de praktische Problemen van de produktie van een oefeningenboek in acht verschil- lende iCA-lidstaten tegelijk (Belgie, Canada, de Bonds- republiek Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Oostenrijk, Zweden en Zwitserland), het samenvoegen ervan in een negende (Nederland), en het voor distributie gereed maken in een tiende (Groot-Brittannie). Aangezien de oefeningen tegen de achtergrond van het leerboek beoordeeld moeten worden, komt in de paper tenslotte ook de inhoud van Basic Cartography aan bod, evenals de plannen voor het toevoegen van een derde deel (met daarin waarschijnlijk aandacht voor remote sensing (voor zover relevant voor de kartogra fie), geografische informatiesystemen, kaartgebruik en 'electronic Publishing') en het probleem van het aktu- eel houden van de gezamenlijke serie. Doel van deze aktiviteiten is ervoor te zorgen, dat zowel leerboek als oefeningenboek in onze snel veranderende wetenschap kunnen blijven funktioneren. Noot Het eerste deel van het leerboek Basic Cartography for Sta den ts and technicians werd besproken in Kartografisch Tijd schrift 1986.X1I.3. Het tweede deel van het leerboek en het Oefeningenboek worden hopelijk binnenkort besproken in het KT. KT 1989.XV.3 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 73