Openbaar vervoer in kaart P. Benjaminse, P. Mijksenaar en G. Andreas Inleiding Nu men er in het algemeen van doordrongen lijkt dat een groot deel van onze mobiliteit moet worden opge- vangen door het openbaar vervoer, stelt dit niet alleen eisen aan het openbaar vervoer zelf, maar ook aan haar presentatie. Een goede informatievoorziening kan mede tot een optimaal gebruik van het openbaar ver voer bijdragen. Kaarten voor het openbaar vervoer zul- len dan ook zowel kwantitatief als kwalitatief in belang toenemen. Doordat deze kaarten niet alleen een infor- matieve maar eveneens een wervende taak krijgen, zal het (nieuwe) publiek via meerdere media benaderd wor den. In de körnende jaren zal daarom nadruk moeten komen te liggen op een kaartbeeld dat niet alleen volle- dig, maar ook aantrekkelijk en leesbaar is voor een groot publiek. Er zal bovendien een grotere verschei- denheid aan kaarten gemaakt moeten worden waarbij, naast de weergave van het netwerk, ook faktoren als reisduur en frequenties worden toegevoegd. Door ener- zijds een toenemende diversiteit in kaartsoorten voor de afzonderlijke media en anderzijds de hoge revisie- snelheid van de kaarten zullen er meer eisen gesteld worden aan de produktiewijze van de kaarten. De auteurs hebben in de afgelopen jaren een groot ar- chief kunnen opbouwen van vervoerskaarten uit ver- schillende delen van de wereld. Dit archief bevat veel historisch materiaal dat een goed inzicht geeft in de ontwikkeling van zowel vervoersnetten als de kartogra- fische weergave hiervan. Deze ontwikkeling laat een differentiatie zien naar thema's. Naast de lijnennet- kaarten ontstaan er zonegrenskaarten, nachtbuskaar- ten, pocketkaartjes, stationsomgevingskaarten enz. In symboolgebruik en uitvoering treft men op dit moment een grote verscheidenheid aan, waarin echter toch ver- schillende stijlvormen of 'Scholen' kunnen worden aangeduid met een overwegend nationaal karakter. Daarnaast kunnen veel overeenkomsten aangetroffen worden waarin de wederzijdse bei'nvloeding duidelijk herkenbaar is. Wellicht is er geen ander terrein waarop zowel karto- grafen als grafisch ontwerpers proberen om, ieder van- uit de eigen optiek, tot een goede weergave van het the- ma te komen. Waar de kartograaf meer estheet moet zijn en de grafisch ontwerper zieh aan de regels van de kartografie moet aanpassen, levert dit vaak verrassende resultaten op. Toch blijken er in het werk van de gra fisch ontwerper meer wetmatigheden te bestaan dan Ve len menen. In de bijdrage van Paul Mijksenaar wordt getracht aan te geven waar deze wetmatigheden gevon- den kunnen worden. De Nederlandse Spoorwegen (NS) kunnen niet alleen als vervoerbedrijf maar ook als volwaardig kaartenuit- gever beschouwd worden, met een grote verantwoorde- lijkheid ten aanzien van reizigers, personeel, overheid en bedrijfsleven. Dat betekent dat er, gericht op de ver schallende doelgroepen, een grote differentiatie aan kaarten van haar verwacht wordt. NS-ontwerper Guus Andreas vertelt waar deze uit zou kunnen bestaan. Om te beginnen zal Paul Benjaminse een beschrijving geven van de verschallende kaartsoorten en stijlvormen. Langzaam blijkt het tij zieh te keren. Vanuit alle maat- schappelijke lagen, zowel de overheid als het publiek, wordt steeds meer aangedrongen op effektieve maatre- gelen ter bevordering van het openbaar vervoer. Hier- mee beoogt men niet alleen de verkeerskongestie een halt toe te roepen, maar streeft men er ook naar om het verkeer ondergeschikt te maken aan een kollektief millieubeleid. In de praktijk betekent dit, dat de kapaciteit en het aantal lijnen van het openbaar vervoer moeten worden uitgebreid. Maar kapaciteit en lijnen zijn niet voldoen- de om autorijdend Nederland in trein, tram of bus te lokken. De meeste automobilisten zijn niet op de hoog- te van de rijtijden, de frequenties en het routeverloop in het openbaar vervoer. Dit ontbreken van kennis leidt deels tot de klacht dat openbaar vervoer traag en om- slachtig zou zijn. Onbekend maakt onbemind. Daarom is het juist een zaak van goede informatievoorziening om aan het publiek duidelijk te maken dat openbaar vervoer niet alleen snel is, maar minstens net zoveel knoppen aan komfort heeft als het huidige autobezit. De openbaar vervoermaatschappijen moeten het pu bliek weten te overtuigen dat bus 172 in veel opzichten lijkt op vlucht KL 128 naar New York. De reiziger moet, vanaf de eerste boodschap tot en met het mo ment dat hij de bus uitstapt, zieh omringd voelen door hoogwaardige attenties. Een van die noodzakelijke at- tenties is een goede overzichtskaart van het netwerk, waarmee potentiele reizigers hun route kunnen uitstip- pelen. Een andere attentie betreft een kaart van de om- geving van het Station of de halte, waar men uitstapt. Immers, de halte is zelden een reisdoel en door een goede kaart van de omgeving kunnen ook de laatste stappen naar de bestemming snel gemaakt worden. Een van de problemen waarvoor openbaar-vervoer- maatschappijen zieh gesteld zien is, hoe men de juiste KT 1989.XV. 4 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 22