den. In 1989 is dit boekje vervangen door een serie
brochures waarin evenwel dezelfde landenkaarten zijn
opgenomen.
Wanneer is een kaart nodig?
Het begint allemaal met een nadere analyse van de
problematiek. Konsumentenonderzoek kan daarbij een
hulpmiddel zijn, maar ook gewoon nadenken over de
mogelijkheid of een kaart bij een bepaalde boodschap
(informatief of wervend) een nuttige dan wel een aar-
dig illustratieve aanvulling vormt. Indien tot een kaart
wordt besloten, wordt de redaktie daarvan dikwijls be-
paald door verschillende personen uit uiteenlopende
disciplines, de opdrachtgever, de kommunikatiedeskun-
dige en de kaartontwerper.
Deze groep is van wisselende samenstelling. Dit komt
door de marktsegmentering waarbij er voor ieder 'pro-
dukt' een produktmanager is. Hierdoor is de einduit-
voering in grote mate afhankelijk van de kwaliteiten
van de kaartontwerper. Een volledige afstemming en
beheersing van alle kaartprodukties is niet geheel te
verwezenlijken. Een kaart kan door een extern reklame-
buro afwijkend worden verwerkt. De vele in- en externe
kontakten van de Design-afdeling van de NS zijn toch
nog onvoldoende intensief om alle kaartprodukties te
bestrijken.
Vernieuwingen in het railnet zijn het beste weer te ge-
ven in kaartvorm. Daarom wordt al snel naar deze op-
lossing gegrepen in brochures als Rail 21. In eerste in-
stantie komen deze plannen en dus ook de kaarten
hiervan bij de overheden terecht. Dat gaat meestal via
twee trajekten: het ontwerp-informatietrajekt en het
kommunikatieve trajekt. In het eerste trajekt worden de
plannen uitgedacht, opgesteld en uitgetekend. Na uit-
eindelijke goedkeuring zou de NS kunnen gaan bou-
wen. In het kommunikatieve trajekt is de maatschappe-
lijke diskussie over deze plannen heel belangrijk. Deze
kan worden begeleid door informatief drukwerk, uiter-
aard met kaarten die, voor het plan, een duidelijk wer-
vende waarde hebben.
Indien van een nieuwe spoorverbinding sprake is zal de
NS zijn uiterste best moeten doen de plaatselijke bevol-
king de trein als goed vervoersalternatief aan te bieden.
Dit gebeurt via goed verzorgde informatie over onder
meer dienstregeling en tarieven. Plattegronden en kaar
ten vormen hierin een wezenlijk bestanddeel om de
toekomstige klant te informeren over de bereikbaarheid
van een nieuw Station en de mogelijkheden van het
railvervoer.
Konklusie
In het bovenstaande overzicht hebben wij getracht een
beeld te schetsen van wat er onder vervoerskartografie
verstaan kan worden. Op dit terrein kan men fraaie
produkties aantreffen waarin een evenwicht is gevonden
tussen funktionaliteit en kartografische vormgeving. In
de meeste kaarten ontbreekt echter dit evenwicht. In
sommige kaarten vormen grafische vormgeving en kar-
tografie zelfs elkaars tegenpolen.
Het belang van de reiziger dient echter voorop te staan.
Grafische variabelen dienen zinvol toegepast te worden
in de kommunikatie tussen vervoersbedrijf en reiziger.
Bij het kaartontwerp maken de aard van de informatie
en de belangen van de doelgroep een zorgvuldige afwe-
ging noodzakelijk. De hoge revisiesnelheid bij deze
kaarten heeft bovendien konsekwenties voor de pro-
duktieopzet. Het spreekt dan ook haast vanzelf dat de
meeste produkties in de toekomst geautomatiseerd tot
stand zullen moeten worden gebracht. Van alle kaart-
beelden, al dan niet geautomatiseerd, mag echter ver
wacht worden dat zij ook inhoudelijk en in vormgeving
kwaliteit krijgen. Uiteindelijk zullen slechts goede
kaarten een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de
overstap naar het openbaar vervoer.
In de körnende jaren willen wij dan ook proberen om
aandacht te besteden aan kwaliteitsverbetering van deze
kaartsoort. Om onze beoogde aktiviteiten beter te kun
nen struktureren achten wij het wenselijk deze in een
stichting onder te brengen. Deze Stichting voor Ver
voerskartografie wil, naast onder andere de organisatie
van Workshops, ook aan een tentoonstelling werken
waar het vele kaartmateriaal uit ons archief op een
sprekende wijze getoond kan worden aan een groter
publiek.
Noten
Paul Benjaminse/Carto Studio is gespecialiseerd in kaarten
voor openbaar vervoer. Paul Mijksenaar is van Ontwerpburo
Paul Mijksenaar te Amsterdam. Guus Andreas is grafisch
ontwerper bij de Nederlandse Spoorwegen.
Een informatie-vouwblad van de Rotterdamse Elektrische
Tram (RET), de Openbaar-vervoergids Amsterdam en een set
spoorkaarten zijn als bijlagen bij dit nummer van het KT
gevoegd.
Met dank aan de Nederlandse Spoorwegen, RET en GVB-
Amsterdam voor de bereidwillige medewerking aan de
bijlagen.
1. Collegedictaat Ergonomie, io 23, Technische Universiteit
Delft, 1986.
2. Bertin, J. (1967), Semiologie Graphique. Parijs/Den Haag.
3. Geels, J.H. (1987), Een model voor de keuze van vlaksym-
bolen. Kartografisch Tijdschrift XIII.4, pp. 22-27.
4. Mijksenaar, P.P. (1983), Kanttekeningen bij kaartlegen-
da's. Kartografisch Tijdschrift IX.1, pp. 29-39.
30
KT 1989.XV. 4