>1 a De volgende tien algemene resultaten zijn uit de derde enquete naar voren gekomen. Op fragment 9 (zie figuur 4) kwamen vele hoogtelij- nen, schaduwering en rotssymbolen door elkaar heen voor. We vroegen de respondenten of ze ooit een dergelijk dokument zouden scannen, en of ze kans zagen de hoogtelijneninformatie te scheiden van de rotssymbolen. Het antwoord was duidelijk: riee. Ook de volgende onderwerpen kwamen volgens de respondenten niet in aanmerking om te scannen: een grootschalige leidingenkaart, waarop vele lijnen en handgeschreven tekst door elkaar heen lopen; een legenda met fijn kaartschrift; kaarten met vlakvul- lingen; bergschaduwering; luchtfoto's; topografische en thematische kaarten in kleur. Onderwerpen, die volgens de respondenten wel met sukses gescand kunnen worden, zijn lijnenbeelden zoals een grid, fotogrammetrische plots, een groot schalige topografische kaart, eenvoudige overzichts- kaartjes en deelfilms met hoogtelijnen. Materialen die geschikt zijn voor het scannen: maat- vast transparant materiaal (eindfilms), maatvast doorschijnend tekenpolyester en fotopapier. Diazo en fotokopieen zijn minder geschikt, terwijl gedruk- te kaarten en tekenpapier helemaal niet geschikt blijken te zijn. Pentekeningen, gravures of drukwerk met zwarte lij nen van homogene kwaliteit kunnen goed gescand worden. Potloodtekeningen zijn bijvoorbeeld minder geschikt, want als een siecht origineel wordt ge scand, levert dat achteraf onevenredig veel korrektie- Vyerk op. Ook een scan van een beeld met veel grijs- waarden, zoals een luchtfoto, is slechts beperkt bruikbaar. Bij scanning van een negatief beeld op een transpa- rante drager lopen alle lijnen 'vol'; het resultaat is dan alleen maar een groot zwart vlak. Voorafgaand aan het scannen kan het originele do kument op de volgende manieren enigszins worden bijgewerkt. Een gekleurd dokument kan eerst fotografisch wor den gesepareerd. Het kontrast kan soms verhoogd worden door het kaartbeeld te kopieren op een hel der witte ondergrond. Lijnen kunnen geaccentueerd worden; vlekken, overtollige tekst en priegelige de- tails kunnen worden verwijderd. Deze technieken zijn echter arbeidsintensief en voor sommige originelen zou het meer tijd kosten om ze op te knappen dan om ze opnieuw te maken. Als het origineel bestaat uit lichtgrijs doorschijnend materiaal en als bovendien de lijnen niet goed zwart zijn, is het mogelijk dat er te weinig kontrast is om een goede scan te maken. Verlichting door het do kument heen zou een mooie oplossing zijn, maar is bij goedkope Scanners niet mogelijk. Enige verbete- ring van het kontrast kan wel worden bereikt door achter het origineel een helder wit papier aan te brengen. Daarbij ontstaat dan wel het gevaar dat de Scanner behalve de lijnen van het kaartbeeld ook de Figuur 3. Fragment van testdokument 7. schaduwlijnen 'ziet'. Die schaduwen kunnen worden voorkomen door het beeld strak tegen de witte ach- tergrond te plaatsen. Gekleurde originelen zijn lastig te verwerken. Tekst en dünne lijnen zijn voor Scanners niet te 'zien' op donker gekleurde ondergronden en alle blauwe ele- menten lopen ook het gevaar onopgemerkt te blijven. Grote originelen zijn lastig te verwerken en moeten in meerdere fragmenten worden gescand. Het rasterbestand kan op het beeldscherm worden gekorrigeerd en aangepast. Het is ook mogelijk om automatisch alle 'vlekjes' te laten verwijderen, bij voorbeeld alle vlekjes met een oppervlakte van min der dan 20 pixels. Het gevaar is echter, dat met de echte stofjes ook kleine details (zoals de puntjes op de i) worden verwijderd. Als een originele kaart zo groot was, dat hij in meerdere fragmenten moest worden gescand, moe ten achteraf die fragmenten in de Computer weer aan elkaar gepast worden. Bij het volautomatisch laten vektoriseren van een rasterbestand kunnen veel Problemen optreden. Fij- ne details gaan veelal verloren. Het gevektoriseerde resultaat van tekst lijkt meestal nergens op. Haakse hoeken worden vervormd. Op het punt waar twee lijnen van ongelijke dikte elkaar snijden zal het snij- punt van de vektoren iets verschoven zijn ten op- zichte van het origineel. Dit gebeurt met name bij lijnen die elkaar snijden onder een scherpe hoek. Bovendien is het gevaar groot dat in elke scherpe binnenhoek een of meer overbodige dwarslijntjes, zogenaamde 'bruggetjes', ontstaan. Onderbroken lijnen worden zelden als een doorgaande lijn her- 40 KT 1989.XV. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 42