kart(»grafische programma's VEMIPLAN: Databankbeheer, berekeningsmodulen en visualiseringstechnieken in een softwarepakket G.P. van Wee Er worden steeds meer softwarepakketten op de markt gebracht welke worden gebruikt ter ondersteuning van beleid. De toegenomen behoeften aan gegevens en gegevens- analyse enerzijds en de ontwikkelingen op het gebied van de automatisering anderzijds liggen hieraan ten grondslag. Een deel van deze pakketten heeft betrekking op ruim- telijk relevante gegevens. Veelal kunnen er kaarten mee worden geproduceerd: er wordt dan een koppeling ge- maakt tussen gegevens, welke in tabelvorm of in een databank zijn opgeslagen, en visualiseringstechnieken. De ontwikkelingen op het gebied van de geografische informatiesystemen (gis) zijn momenteel in volle gang. Gis-systemen worden vooral in de Verenigde Staten veelvuldig gebruikt. Ook in Nederland is de belangstel- ling sterk groeiende. Geografische informatiesystemen zijn algemeen toepas- baar; ze kunnen worden gebruikt voor 'alle' ruimtelijk relevante informatie. Diverse informatiebronnen kun nen op zeer vele manieren worden gekoppeld en in kaart gebracht. Daarnaast komen steeds meer sofwarepakketten op de markt, welke zijn ontworpen voor een specifiek ge- bruik, waarbij gegevensbeheer en visualiseringstechnie ken worden gekoppeld, mede om inzicht te verschaffen in de ruimtelijke aspekten van de informatie binnen een bepaald vakgebied of binnen een bepaalde beleids- sektor. Een voorbeeld van zo'n pakket is het door AGV Ad- viesgroep voor verkeer en vervoer bv ontwikkelde pak ket vemiplan. Hiermee kunnen de milieu-effekten van Varianten in de (gemeentelijke) verkeerscirkulatie in kaart worden gebracht. Tevens zijn faciliteiten opgeno- men ten behoeve van databankbeheer en berekeningen van geluidsbelastingen en koncentraties schadelijke Stoffen. In dit artikel wordt ingegaan op de aanleiding voor het ontwikkelen van het pakket, op de programma- inhoudelijke aspekten, en op de te verwachten toekom- stige ontwikkelingen rond het gebruik van het pakket. Visualisering relatie verkeer-milieu De laatste jaren is de belangstelling voor de relatie tus sen verkeer en milieu sterk toegenomen. Recente publi- katies, zoals de vierde nota Ruimtelijke Ordening, het Tweede Struktuurschema voor Verkeer en Vervoer, het rapport 'Zorgen voor Morgen' van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene en het Natio nale Milieubeleidsplan getuigen hiervan. Reeds in de jaren zeventig ontstond de behoefte aan een juridisch kader aangaande de geluidhinderproble- matiek. In 1978 werd de Wet geluidhinder in het parle- ment aangenomen. Invoering vond gefaseerd plaats tussen 1981 en 1987. Ook de relatie wegverkeer- geluidhinder is in deze wet opgenomen. In het beleid voor de rijksoverheid is een voorkeur aangegeven voor het aanpakken van geluidhinderpro- blemen aan de bron. Voertuigen moesten stiller wor den, en een gericht verkeersbeleid moest de geluidso- verlast beperken. In de praktijk kwam hiervan weinig terecht, hetgeen onder meer gekonkludeerd werd door een kommissie welke als taak had de Wet geluidhinder te evalueren. Door deze kommissie, met als voorzitter de hoogleraar mr J. Wessel, werd aanbevolen gemeenten te stimuleren een geluidhinderkaart te maken. De direktie Lucht van het ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Orde ning en Milieubeheer (vrom) besloot aan te sluiten bij de ontwikkelingen: ook de luchtverontreiniging ten ge- volge van wegverkeer dient zoveel mogelijk aan de bron te worden bestreden. Het in kaart brengen ervan vergroot het inzicht in de mogelijkheden om knelpun- ten op te lossen middels verkeerscirkulatiemaatregelen. Omdat zowel geluidhinder als luchtverontreiniging in kaart moesten worden gebracht, werd niet langer ge- sproken van een geluidhinderkaart, maar van een ver- keersmilieukaart. Verkeersmilieukaarten: voorbeeldstudie Amersfoort Aan AGV Adviesgroep voor verkeer en vervoer bv te Nieuwegein is in 1986 opdracht gegeven te onderzoeken of het mogelijk is binnen 'redelijke' tijd voor een ge- meente verkeersmilieukaarten te vervaardigen. Boven- dien moest worden onderzocht of het mogelijk is in- strumentarium (Software en kennis) te ontwikkelen om gemeenten in Staat te stellen in de toekomst (al dan niet zelfstandig) de milieu-effekten van alternatieven in de verkeerscirkulatie te kunnen beoordelen. Er is een voorbeeldstudie uitgevoerd, welke zieh richtte op de gemeente Amersfoort. Belangrijkste konklusie van deze Studie was, dat het goed mogelijk is binnen een 'redelijke' termijn voor KT 1989.XV. 4 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1989 | | pagina 47