Werkstation gebruikt. Het vervaardigingsproces is
noodgedwongen een iteratief proces. gimms biedt wel
enige beperkte interaktieve mogelijkheden, maar die
funktioneren op een minicomputer echter alleen bij ge-
bruik van Tektronix beeldschermen. De in het ccgm
gekreeerde iBM-GiMMS-omgeving laat het gebruik van
deze mogelijkheden nog niet toe. Met name het positi-
oneren van tekst in de kaart wordt hierdoor een relatief
tijdrovende bezigheid.
De omvang van de uiteindelijke kaart (180.000 punten)
en de beschikbare geheugenruimte van het Werkstation
waren er de oorzaak van dat de kaart niet in een keer
op het beeldscherm te zien was, wat met name een uit-
gebalanceerde kleurkeuze beinvloedde.
Ook de verhouding tussen het formaat van de uiteinde
lijke kaart (42 x 60 cm) en het beeldscherm (28 X 28
cm) maakte het noodzakelijk regelmatig kontroleplots
te maken, omdat details als tekst op het beeldscherm
bij een dergelijke verkleining siecht zichtbaar zijn.
Het bestand van de kaart, die in de gewenste vorm in
twee delen op het beeldscherm zichtbaar was, vormde
het uitgangspunt voor verdere verwerking.
Dit bestand bestond uit lijnen en vlakken met een
kleurkodering. Het diende als invoer voor een door het
ccgm ontwikkeld programma dat zorgt voor de omzet-
ting van de kleurkodering voor het beeldscherm (rood,
groen, blauw) naar koderingen in de standaard druk-
kleuren (cyaan, magenta, geel). Tevens worden alle
overlappende lijnen en vlakken vrijgesteld (clippen). De
uitvoer van dit programma is aangepast aan de repro-
duktiemogelijkheden van het ccgm, dat wil zeggen dat
plots gegenereerd kunnen worden voor elk percentage
van elke drukkleur. Uitgaande van de plots wordt per
drukkleur een eindfilm gemaakt.
In dit speciale geval is de uitvoer van het programma
aangepast aan de reproduktiemogelijkheden van Re-
procart, waar de kaart verder zou worden verwerkt. Dit
hield in dat de kaart aangeleverd werd in de vorm van
twee bestanden. Een eerste bestand met alle lijnen en
de begrenzingen van alle vlakken, en een tweede be
stand met punten voor alle vlakken (als uitgangspunt
voor een door Reprocart gebruikte raster fill) met bij-
behorende kleurkodering.
Bij Reprocart zijn met een laserplotter de vier eind-
films (geel, magenta, cyaan en zwart) gemaakt (duur: 2
dagen). Hiervan is een kleurproef gemaakt en na enke-
le korrekties, die noodzakelijk waren wegens het niet
helemaal op elkaar afgestemd zijn van de aangemaakte
bestanden op de Reprocart-procedure, een proefdruk.
Tot slot is de kaart gedrukt bij Cartoprint (2 dagen
werk).
Kaartbespreking
Algemeen
De geleverde gegevens hebben nagenoeg alle een kwan-
titatief karakter en representeren absolute waarden per
gemeente. Volgens de kartografische theorie zou men
voor het weergeven van deze gegevens alleen de grafi
sche variabele grootte ter beschikking hebben, gebruikt
in een figuratieve kaart. Uitgaande van een kaartfor-
maat op A2 voor de 714 gemeenten in Nederland (in
1987) zou een kaartschaal gebruikt moeten worden die
nauwelijks leesbare kaarten zou opleveren.
Om toch een algemene indruk van de gegevens te ver-
krijgen is gekozen voor een hoofdkaart met een tweetal
diagrammen waarin de kern van het onderwerp is weer-
gegeven. Links van de hoofdkaart is een drietal choro-
pleetkaarten opgenomen, waarin een aantal variabelen
gekombineerd zijn. Rechts van de hoofdkaart zijn voor
een stedelijk en een landelijk coROP-gebied per ge
meente variabelen weergegeven die alleen op een grote-
re schaal tot hun recht komen. Bovendien werd het nu
mogelijk om meerdere thema's in een kaart weer te ge-
ven en om naast de figuratieve kaart en de choropleet
ook het kartogram te gebruiken.
Kaart 1
In deze kaart op schaal 1:900.000 is het hoofdthema
weergegeven, de verkeersongevallen in Nederland in
1987. De informatie in alle andere kaarten is hierbij
ondersteunend of meer gedetailleerd. Gekozen is voor
een figuratieve kaart met een puntsymbool voor iedere
gemeente wat resulteert in een vrij drukke kaart. Om
het beeld niet nog drukker te maken is 'water' niet
door een aparte kleur weergegeven, terwijl bovendien
de klassegrenzen zo zijn gekozen dat het grootste aan
tal waarnemingen in de laagste klasse valt.
Opvallend in deze kaart is dat de eilanden Vlieland en
Schiermonnikoog in 1987 blijkbaar geen enkel ver-
keersongeval hebben geregistreerd. Uit persberichten
blijkt overigens dat lang niet alle verkeersongevallen
geregistreerd worden.
Duidelijk in deze kaart is het effekt van de gemeente
als geografische basiseenheid. Zo lijken er in Gronin
gen veel meer verkeersongevallen plaats te vinden dan
in Friesland. Het beeld wordt echter zeer bei'nvloed
door het feit dat de gemeenten in Friesland veel groter
zijn en het aantal gebieden kleiner is. Dit sluit echter
niet uit dat er juist in Friesland veel meer verkeerson
gevallen kunnen hebben plaatsgevonden dan in Gronin
gen. Deze situatie kan zieh voordoen wanneer bijvoor-
beeld in de gemeenten van Friesland het aantal
verkeersongevallen steeds bij na honderd is, terwijl bij
de Groningse gemeenten die in dezelfde klasse vallen
het steeds gaat om enkele verkeersongevallen. Het ge
bruik van een gridkaart zou een goede vergelijking wel
mogelijk maken.
Aan de hoofdkaart zijn twee diagrammen toegevoegd
(2) om een overzicht te geven van het aantal ver-
keersslachtoffers in 1987 en om de trend in het aantal
verkeersdoden tussen 1972 en 1987 weer te geven. Het
aantal verkeersslachtoffers is verkregen door het aantal
verkeersdoden en het aantal verkeersgewonden bij el
kaar op te teilen. In de eerste grafiek is aangegeven hoe
deze zieh tot elkaar verhouden. Uit de tweede grafiek
blijkt duidelijk dat het aantal verkeersdoden van 1972
tot 1987 is gehalveerd.
50
KT 1989.X V.4