cd
beeldschermkaarten kunnen tevens dienen als raam
waardoor men naar de achterliggende database kan
kijken via interaktieve grafische vraagstellingen. Naast
een grote set standaard-symbolen is het mogelijk zelf
eigen Symbolen te ontwerpen of om in de bijgeleverde
macrotaal een kaartvervaardingsprocedure binnen de
organisatie te standaardiseren.
PC Arcedit
PC Arcedit is de grafische en database editor van PC
Arc/Info. De module biedt de mogelijkheid om zowel
de lokatie- als niet-lokatiegebonden gegevens te korri-
geren en te manipuleren. Zo kunnen digitaliseerfouten
relatief eenvoudig worden gekorrigeerd en wordt de
mogelijkheid geboden tot het interaktief wijzigen van
de kaartlay-out. Ook de attribuut-waarden van Objek
ten in de database kunnen gewijzigd worden.
PC Network
Een netwerk kan beschouwd worden als een systeem
van met elkaar verbonden lijnvormige verschijnselen
die een netwerk vormen waardoor transport plaats-
vindt. Met de module kunnen verschillende typen net
werken gesimuleerd worden, zoals het wegennetwerk.
Belangrijke operaties die op een netwerk uitgevoerd
kunnen worden zijn Allocate, Route en Address mat-
ching. Met Allocate kunnen volgens bepaalde kriteria
delen van het netwerk aan punten worden toegekend
(zoals het bepalen van een kiesdistrikt). Route biedt de
mogelijkheid om de optimale route door het netwerk
te vinden. Door middel van Address matching kunnen
tabellen met adresgegevens gekoppeld worden aan geo-
grafische lokaties in Arc/Info-bestanden.
PC Info
Info is het relationeel database managementsysteem
dat PC Arc/Info gebruikt voor opslag, onderhoud,
manipulatie en uitvoer in de vorm van rapporten van
voornamelijk niet-lokatiegebonden informatie. Overi-
gens bevat de Starter Kit module in de vorm van Tables
een vereenvoudigde vorm van Info. Ook Info bevat een
macrotaal waarmee programma's te genereren zijn.
Met behulp van deze programma's kunnen series van
kommando's in een keer worden uitgevoerd.
Twee belangrijke Arc/Info-termen verdienen een nadere
toelichting om de gegevensstruktuur waarmee het pak-
ket werkt te begrijpen. Dit zijn 'workspace' en 'covera
ge'. Een workspace is een DOS-subdirectory waarin
alle files geplaatst worden die men tot een projekt wil
laten behoren. Een coverage wordt in de Arc/Info-
manual omschreven als een digitale versie van een
kaart, of als een onderdeel hiervan: een homogene
groep kaartelementen, zoals het wegennet.
Een coverage bevat lokatiegebonden en niet-
lokatiegebonden informatie van geografische demen
ten, in Arc/Info 'features' genoemd. Een coverage kent
features zoals label points, arcs, en polygons. Dit zijn
de punt-, lijn- en vlakelementen waaruit elke kaart is
opgebouwd.
De lokatiegebonden informatie bestaat uit koördinaten
en verwijzers ten behoeve van de topologie. Zo kan een
arc (line-string) beschreven worden door een serie
koördinaat-paren en verwijzers naar arcs en nodes
(knooppunten) die zieh aan beide uiteinden van de arc
bevinden. De lokatiegebonden attribuut-informatie is
opgeslagen in zogenaamde 'feature attribute tables'.
Bij de aanmaak van een coverage bevat deze geen niet-
lokatiegebonden informatie. Die kan de gebruiker later
zelf toevoegen. Ook is het mogelijk niet-lokatiege
bonden informatie op te slaan in zelf te definieren ta
bellen. Zo kan van een arc die een straatsegment repre-
senteert de naam, de adres-range en het aantal auto's
dat er passeert in een feature attribute table opgeslagen
zijn.
Naast features als arcs en nodes bevat een coverage nog
enkele sekundaire features. Dit zijn onder andere de
tics of paspunten, bekend in wereldkoördinaten (bij-
voorbeeld het RD-stelsel). De koördinaten van deze
punten worden tijdens het digitaliseren gebruikt om di-
gitizerkoördinaten om te rekenen naar wereldkoördina
ten. Ook de coverage-extent of BND, een rechthoek ge-
definieerd door de minimum- en maximumkoördi-
naten, behoort tot de sekundaire features.
Figuur 2 geeft de diverse feature-klassen van een cove
rage weer en de relatie van die feature-klassen met een
feature attribute table. Om alle informatie betreffende
features binnen een coverage te organiseren is alle in
formatie per feature-klasse in een file opgeslagen. Fi
guur 3 geeft een overzicht van de file-struktuur binnen
een coverage. Niet alle weergegeven files dienen nood-
zakelijkerwijs binnen een coverage aanwezig te zijn.
In PC Arc/Info worden alle kaartelementen expliciet
gerepresenteerd door lijnen (arcs) en punten (label
points) en als relaties tussen met elkaar verbonden lij-
Figuur 2. De feature klassen van een coverage. BronPC
Arc/Info Starter Kit guide pp. 3-4.)
KT 1990.XVI.1
45
Coverage features:
Tic
^Arc
Node
Label Point
Polygon
- Annotation
Coverage SOILS
Feature attribute table SOELS.PAT
RECNO
AREA
PERIMETER
SOILS#
SOILS
ID
SOIL
CLASS
SUITABILITY
1
- 36.0
24.0
1
0
2
3.0
9.0
2
1
A3
113
HIGH
3
2.5
8.5
3
2
C6
95
LOW
4
15.0
15.0
4
3
B7
212
MODERATE
5
4.0
8.5
5
4
B13
201
MODERATE
6
2.0
4.5
6
5
Z22
86
LOW
7
5.5
12.0
7
A6
77
HIGH
8
4.0
7.0
8
7
AI
117
LOW