Konklusies Ruimtelijke selekties kunnen alleen gebaseerd zijn op waarden van attributen die in de feature attribute ta- bles staan. Bij het doorlopen van Stap 2 van de pro- bleemoplossing uit figuur 5 is aangegeven dat dit kan leiden tot omslachtige verplaatsingen van attribuut- waarden van een look-up table naar een feature attri bute table. Sommige kommando's zijn op een onlogische wijze ge- rangschikt over de verschillende modules. Zo kunnen typische database-handelingen, zoals het toevoegen of verwij deren van attributen, niet in Tables gedaan wor den, maar alleen daarbuiten. Ook zou men het Reselect-kommando eerder verwachten in de Starter Kit dan in de PC Overlay-module. Een ruimtelijke analyse kan al snel bestaan uit een groot aantal stappen. Elke stap levert weer een nieuwe coverage op, inklusief alle bijbehorende feature attribu te tables. Geheugenruimte loopt op deze manier snel vol. Een zeer strak filebeheer is dan nodig om te voor- komen dat bepaalde kommando's vastlopen ten gevol- ge van te weinig disk-ruimte. Samenvattend kan worden gesteld dat Arc/Info een groot aantal mogelijkheden biedt voor ruimtelijke ana lyse. Met een precieze probleemstelling en een vooraf op te stellen plan, waarin de te gebruiken kommando's en coverage-namen duidelijk gespecificeerd zijn (denk aan een stroomschema zoals in figuur 6) wordt tijdens de analyse goed overzicht gehouden, hetgeen een snelle probleemoplossing bevordert. Testkonfiguratie Om op een PC met PC Arc/Info vlot te kunnen wer ken moet men wel enige eisen aan de konfiguratie stel len. Volgens de manual is een IBM PC/AT met mini- maal een 40M harde schijf, een mathematische coprosessor en DOS 3.1 een vereiste. De test is uitge- voerd op de volgende konfiguratie: Een IBM PS/2 model 80 (80386), 110M harde schijf, 80387 mathema tische coprocessor met hieraan verbonden een digitiser, een printer en een plotter. Het totale softwarepakket gebruikt zelf circa 27M van het geheugen. Om ermee te kunnen werken is het gebruik van een zogenaamde hardware key, een stekker die op de parallelle poort van de PC gestoken dient te worden een vereiste. Deze key wordt meegeleverd met de Starter Kit module. Ook bij het gebruik van de Info-database is een key vereist. Deze wordt als Software key op diskette geleverd. Noot Dr M.J. Kraak is als universitair docent werkzaam bij het ccGM/Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit Delft. Drs A.A. van der Veen is NexpRI-medewerker en gestatio- neerd in Delft bij het ccGM/Faculteit der Geodesie. Literatuur Burrough, P.A. (1986), Principles of Geographica! Informati on Systems for Land Resources Assessment. Oxford: Oxford University Press. Clarke, K.G (1986), Advances in Geographie Information Systems. Computers, Environment and Urban Systems vol. 10, pp. 175-184. Cowen, DJ. (1988), GIS versus CAD versus DBMS: what are the differences? Photogrammetric Engineering Remote Sensing vol. 54, no. 11, pp. 1551-1555. Dangermond, J. A Classification of the Software components commonly used in Geographie Information Systems. Procee- dings of the US/Australia Workshop on design and imple- mentation of computer-based Geographie Information Systems, edited by D. Peuquet J. O'Callaghan (IGU). ESRI (1989), Manuals PC Arc/Info versie 3.3. Redlands: ESRI. Goodchild, M.F. (1985), Geographie Information Systems in Undergraduate Geography: a Contemporary Dilema. The Operational Geographer vol. 8, pp. 34-38. Marble, D.F. (1984), Geographie Information Systems and Land Information Systems: Differences and Similarities. Pro- ceedings Symposium on Land Information Systems. Parker, H.D. (1988), The unique qualities of a Geographie Information System: a commentary. Photogrammetric Engi neering Remote Sensing vol. 54, no. 11, pp. 1547-1549. Rhind, D.W. N.P.A. Green (1988), A GIS for a heterogene- ous scientific Community. International Journal for Geo graphical Information Systems vol. 2, no. 2, pp. 171-189. 52 KT 1990.XVI.1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 54