h a e ri rA Lr i n oan
UwUl ClVlIIgClI
n n
Centraal Bureau voor de Statistiek,
Criininaliteitsallas van Nederland
1980-1986. Den Haag: Staatsuitgeve-
rij/CBS Publicaties, 1988. Formaat
A4, 60 pp., 30 pp. kaarten en 18 pp.
tabellen. ISBN 90-357-1103-3. Prijs
f21,50.
Het CBS verwent ons niet met karto-
grafische publikaties, en het feit dat
er nu een atlas is uitgebracht verdient
daarom alle aandacht. De atlas be-
oogt een overzicht te geven van de
ruimtelijke spreiding van de crimina-
liteit in Nederland voor de jaren 1980
t/m 1986. Zo'n kartografische be-
schrijving van de criminaliteit in Ne
derland is volgens de inleiding nog
niet eerder gegeven. Dat maakt het
dubbel interessant om na te gaan of
de ruimtelijke variatie in criminaliteit
en de reakties daarop van de justitie
of de politie inderdaad goed worden
gevisualiseerd.
De auteurs, J. Geerlof en mw C.M.
Thijssen-Mötter van de CBS Hoofd-
afdeling Statistieken van Rechtsbe-
scherming en Veiligheid, hebben het
materiaal telkens op twee manieren
gebracht: per politieregio (22) en
voor de gemeenten met meer dan
20.000 inwoners (156). Dit gebruik
van twee indelingen zou de mogelijk-
heid bieden verschillen te traceren die
ontstaan doordat de gegevens tot een
ander schaalniveau worden opgeteld.
Doordat als klasse-indelingsprincipe
voor beide indelingen quintielen zijn
gekozen, vervalt die vergelijkingsmo-
gelijkheid echter. De 156 gemeenten
met meer dan 20.000 inwoners zijn
de enige waar elk jaar de Enquete
Slachtoffers Misdrijven wordt gehou-
den; in de overige gemeenten zijn de
aantallen misdrijven vaak te gering
voor een zinvolle visualisering.
De inhoud van de kaarten is de vol-
gende: het aantal slachtoffers van
misdrijven van 15 jaar en ouder, in-
gedeeld naar aard (diefstal, vernie-
ling, geweldsdelikten, seksuele delik-
ten, doorrijden na aanrijding), de ter
kennis van de politie gekomen mis
drijven, bij de politie bekend gewor
den verdachten van misdrijven, de
aantallen niet-vervolgingen en de on-
herroepelijk schuldigverklaringen, dit
alles per 100.000 inwoners. Het zijn
dus relatieve cijfers en hiervoor is te-
recht de choropleeth-methode geko
zen. Choropleten hebben de hebbe-
lijkheid de werkelijkheid te
vertekenen door de niet-homogene
bevolkingsdichtheid. Mogelijkheden
om de eventueel verkeerde beeldvor-
ming te korrigeren door de chorople-
then met proportionele Symbolen aan
te vullen (die de absolute aantallen
misdrijven aangeven) zijn niet benut.
Er zijn verder twee belangrijke be-
zwaren in te brengen tegen de geko
zen wijze van weergave: 1. de grijs-
waardenschaal (indeling in 5 klassen)
loopt grafisch niet gelijkwaardig op,
omdat de derde klasse er donkerder
uitziet dan de Vierde; 2. de weergave
van de 156 gemeenten met meer dan
20.000 inwoners met grijswaarden te
gen een witte ondergrond maakt het
praktisch onmogelijk om hierin regi
onale patronen waar te nemen. De
grote gemeenten op de Veluwe en in
het oosten van Friesland vormen nog
een aaneengesloten gebied, maar ver
der is er sprake van een archipel van
volkrijke gemeenten in een indiffe
rente witte zee, die door overstraling
(irradiatie) het zieht op de weergege-
ven klassen ontneemt.
Ook de grenzen van de administratie-
ve gebieden zijn niet altijd gelukkig
getrokken en verstoren soms het
beeld. De indeling van politieregio's
rond Amsterdam laat een konglome-
raat zien dat uit zes van elkaar afge-
grensde delen bestaat die samen twee
politieregio's vormen. Doordat rivie-
ren en oevers soms een zware grafi
sche nadruk krijgen (de kaarten zijn
blijkbaar met de Computer geplot, bij
manuele produktie zou een karto-
graaf ingegrepen hebben), treden er
störende grenslijnen op die de aan
dacht teveel naar zieh toe trekken.
Het herkennen van de politieregio's
levert verder weinig bezwaren op; van
de 156 gemeenten met meer dan
20.000 inwoners gaat de herkenning
echter moeizamer. Ook aan de hand
van de nummers op de indexkaart
achterin is niet elke gemeente makke-
lijk te herkennen. Dit zou te verbete-
ren zijn door althans van de grootste
gemeenten de initialen erbij te
plaatsen.
Verder zouden we de titels van de
kaarten gaarne groter hebben, en de
open einden bij de klasse-indelingen
vervangen door de feitelijke waarden.
Er wordt thans door de legenda's een
geringere differentiatie in de cijfers
gesuggereerd dan waar in feite sprake
van is. Een voorbeeld:
Slachtoffers van misdrijven van 15 jaar
en ouder per 100.000 inwoners, per po
litieregio 's
volgens Criminaliteits
atlas
alternatieve
legenda
minder dan 27.600
27.600-30.700
30.800-34.800
34.900-37.200
meer dan 37.200
20.600-27.600
27.600-30.700
30.800-34.800
34.900-37.200
37.200-53.000
De spreiding is in de voorgestelde le
genda al bijna van een orde 1:2,5.
Wanneer we een dergelijke aanpas-
sing van de legenda ook voor de ge-
meentekaart uitvoeren, blijken de
verschillen tussen de hoogste en
laagste gemeente zelfs van de orde
van 1:5!
In bijgaande illustratie is getracht het
bezwaar tegen de weergave van de ge
meenten tegen een witte achtergrond
te ondervangen door de keuze van
een achtergrond-tint die de gemiddel-
de waarde voor heel Nederland uit-
beeldt. De waarden van de weergege-
54
KT 1990.XVI.1