Gelet op de interesse van de Japan
ners voor deze materie is het volgens
Van Reij nodig dat we het in Neder-
land zelf en tezamen aanpakken. De
ervaring heeft volgens hem geleerd
dat de behoefte aan aktualiteit groter
is dan uiterste nauwkeurigheid en
perfektie.
Als er een markt bestaat voor een
produkt, maar de overheid maakt dat
produkt niet, dan doet het bedrijfsle-
ven het wel (Wamsteker-Meijer).
Laten gemeenten die interesse heb-
ben in samenwerking zieh melden
(Polman); vooral bij grote gemeenten
zijn veel bestanden aanwezig, maar
het is geen eenvoudige zaak verschil-
lende soorten gegevens zonder meer
voor andere doeleinden te gebruiken.
Een ruimere opdracht voor de
RAVI (Raad voor Vastgoedinforma-
tie), waarin dit jaar ook het be-
drijfsleven deelneemt, zou meer koör-
dinatie kunnen bevorderen.
Kaarten in analoge vorm zullen ze-
ker nog lange tijd blijven bestaan.
Geudeke wijst op de grote belangstel-
ling voor de topografische atlassen
1:25.000 en 1:50.000. Van Reij ver
wacht in het verkeer een grote toena-
me van het gebruik van digitale ge
gevens.
Na een uitstekende lunch in het
hoofdkantoor van het Kadaster was
de middagzitting onder leiding van
drs P.W. Geudeke gewijd aan
Auteursrecht en kartografie. Het
NVK-bestuur had dit onderwerp, ge
let op de ontwikkeling van digitale
bestanden, al enige tijd op zijn wen-
senlijstje staan.
De lezingen van mr P.B. Hugenholtz
(Universiteit van Amsterdam) en mr
C.G.M. Berendsen (Stichting Beeid
recht) zijn eiders in dit nummer van
het Kartografisch Tijdschrift op-
genomen.
De belangrijkste punten uit de geani-
meerde middagdiskussie zijn:
De grens tussen zaken die wel en
niet volgens de uitleg van het au
teursrecht zijn beschermd is in de
kartografie niet eenduidig. De karto-
graaf 'selekteert at garende' (Piket),
terwijl 'garen' niet beschermd is en
'selekteren' wel.
Informatie aanwezig op luchtfoto's
is in Nederland niet beschermd, maar
in de Bondsrepubliek wel door een
zgn. naburig recht.
Op satellietbeelden wordt Copyright
uitgeoefend zoals voor SPOT, en
Landsat (purchase license).
Hoewel bij satellietbeelden (en
luchtfoto's) veel kreativiteit is gesto-
ken in de onderneming voor het ma-
ken van de opnamen, kan aan de op-
namen geen auteursrecht worden
ontleend omdat het maken van een
beeld niet kreatief is (Hugenholtz).
De auteursrechten op het gebied
van lucht- en ruimte-opnamen, en
kartografische informatie zou inter-
nationaal geregeld moeten worden
(Hugenholtz).
Het in facsimile uitgeven van oude
kaarten mag zonder toestemming
omdat door verjaring geen auteurs
recht meer aanwezig is (Berendsen).
Na de diskussie was het wel duidelijk
dat:
de exakte grenzen van het auteurs
recht niet duidelijk zijn aan te
geven;
kartografen en niet-kartografen
verschillende meningen hebben
over wat nu eigenlijk oorspronke-
lijk werk is.
A.J.Kers
Studiedag Kartografisch Onderzoek
in Nederland
Op 14 december 1989 vond er in
Utrecht een studiedag plaats over
kartografisch onderzoek, die was ge-
organiseerd door de werkgroep On-
derwijs en Onderzoek van de NVK.
Er namen zo'n 25 personen aan deel,
de leden van de werkgroep daarbij
inbegrepen. De dagvoorzitter, De
Wijs, meende dit betrekkelijk geringe
aantal in verband te moeten brengen
met de mate van belangstelling voor
onderzoek, maar dit lijkt uw verslag-
gever toch een wat te somber beeld.
De spits van de sprekersrij werd afge-
beten door Ormeling jr. Hij schetste
het naar zijn mening belangrijkste
doel van de bijeenkomst, namelijk de
verbetering van de onderzoeksstruk-
tuur zodanig dat ook de middelen
voor onderzoek beter beschikbaar
komen. In diverse landen bestaan er
organisaties voor de koördinatie van
kartografisch onderzoek, maar iets
dergelijks ontbreekt in Nederland.
Bij de universiteiten wordt onderzoek
gefinancierd uit eerste en derde
geldstromen; irrigatie vanuit de twee-
de geldstroom (NWO, STW) vindt
voor de kartografie niet plaats door-
dat dit vakgebied overal tussen blijkt
te vallen. Toch weten de universiteiten
aan zo'n 22 personen onderzoeks-
werk te verschaffen, waarvan 9 uit de
derde geldstroom. Het onderzoeks-
werk van diensten is op zo'n 5 perso
nen te schatten. Ormeling pleitte
voor verdere versterking door deel te
nemen in de werkgemeenschap ruim-
telijke analyse van de SRO.
De volgende spreker was Van Elzak-
ker van het ITC. Hij schetste de nieu-
we organisatiestruktuur en de karto
grafische aandachtsvelden. Het ITC
doet sterk toepassingsgericht onder
zoek, waarbij een centraal thema de
ontwikkeling van kartografische ken-
nissystemen is: de interface tussen
Software en gebruiker, en edukatieve
Systemen. Er is geen plaats voor
historische en theoretische kartogra
fie. Van Elzakker achtte het wense-
lijk, aansluiting te zoeken bij geinte-
greerde multidisciplinaire Projekten
die zo konkreet mogelijk zijn.
Het onderzoek van de Rijksuniversi-
teit Utrecht werd geschetst door twee
sprekers, Koop en Schilder. De eerste
presenteerde het toekomstgerichte on
derzoek: GISLA en IKS. Trefwoor-
den waren daarbij dokumentatie,
standaardisatie, 'knowledge enginee-
ring' en intelligente generatie van
meta-informatie. Schilder, die als eni
ge van de sprekers geen overhead-
sheets maar Stapels boeken toonde,
kon heel triomfantelijk opmerken dat
ook al dit moderne onderzoek eens
onderzoek zal vormen van zijn vak
gebied, de historische kartografie. Hij
ging vooral in op de tot nu toe gele-
verde prestaties bij het werken aan
het verleden. Duidelijk werd, dat het
verleden de toekomst heeft.
De Technische Universiteit Delft was
vertegenwoordigd door Tijssen in
plaats van de door ziekte gevelde
Kraak. De fakulteit der geodesie
heeft een CCGM in huis, dat onder
zoek uitvoert voor derden, onder an
dere IBM. Zo af en toe wordt daar-
voor weer de allernieuwste hard- en
Software binnengedragen. Er wordt
gewerkt aan 3D-kartografie en aan
de dynamische presentatie van geo-
grafische fenomenen. Ook computer-
ondersteund kaartontwerp Staat op
het programma. Het werk is overwe-
gend gericht op automatisering in het
kader van GIS, maar daarbij is de
theoretische kennis van kartografen
toch onontbeerlijk.
De enige niet-kartograaf onder de
sprekers, Van der Schans van de Wa-
geningse Landbouwuniversiteit
6
KT 1990.XVI.1