(LUW), schilderde met royale visuele middelen (kartografie is toch een kijkvak?) het enige aan de LUW uit te voeren kartografisch onderzoek, namelijk dat naar de (karto)grafische interface in het door de Computer ondersteunde ruimtelijk analyse- en ontwerpproces, kortweg het KAIN- projekt. Het gaat om het konstrueren of veranderen van Objekten in een ruimtelijke database; dit kan zowel via algoritmen als in een interaktief proces. De kartografische voorstelling is hierbij geen doel maar een van de middelen om andere doelen te be- reiken. Konden in de ochtend vertegenwoor- digers van de universiteiten hun boodschap kwijt, in de middag wa ren kartografen van overheids- diensten aan de beurt om het wat meer praktisch georienteerde onder zoek te tonen. Bakker van de Topografische Dienst Steide, dat het er bij zijn dienst om gaat de produktie draaiende te hou- den. Daar worden dan kleine onder- zoekjes voor gedaan. Er wordt nu ge werkt aan de opbouw van digitale basisbestanden in een drietal schaal- bereiken: het vroegere idee van een basisbestand waar dan kaarten op alle schalen uit zouden kunnen wor den afgeleid is een Utopie. Onderzoek hierbij omvat het digitaliseren en ge- neraliseren op beeldscherm, de digita le ontschranking van luchtfoto's en de ontwikkeling van programmatuur om GBKN-bestanden te vereenvoudi- gen. Er zijn veel internationale kon- takten, onder andere voor het opstel- len van uitwisselingsformaten en het scannen van kaarten in raster- formaat. De Jonge van het Staring Centrum in Wageningen sprak lang over het werk van zijn afdeling Kartografie en visu ele technieken. Het onderzoek is ge- richt op efficiency-verhoging, meer Produkten met minder mankracht, ook door niet-kartografen. Er wordt gewerkt aan Software voor het inter aktief opwerken van met GIS- pakketten verkregen kaartprodukten. De Macintosh blijkt hierbij een uit- stekende, hoewel niet tot de officiele apparatuurlijn van Landbouw beho- rende, Computer te zijn. De Meetkundige Dienst, ofwel Dienst voor Geo-Informatie, van Rijkswa- terstaat was vertegenwoordigd door Damoiseaux. Hij onderscheidde twee typen onderzoek, namelijk dat ten behoeve van advisering (zoals aan- schaf GIS) en verkennend onderzoek (zoals naar scanning). Bij kartografie zijn er twee belangrijke Projekten: DTB, het maken van een digitaal to- pografisch bestand in X, Y en Z; en WSK-NS, de waterstaatskaart nieuwe stijl. Ook hier worden de met standaard-GIS geproduceerde 'flut- kaarten' met een apart grafisch op- maaksysteem verder bewerkt. De laatste spreker was Van der Schuit van de Rijksplanologische Dienst in Zwolle. Daar geen Kartografie meer, maar Geo-Informatie. Een eigenlijke kartografische onderzoekstaak is er niet maar de kartografische kompo- nent komt toch wel vaak naar voren. Bij het werk zijn 7 oud-studenten uit Utrecht betrokken! Er wordt onder andere gewerkt aan een kartografisch expertsysteem voor symboolkeuze en aan de integratie van GIS- en remote- sensing-gegevens. De diskussie werd geleid door Müller. Hij begon met een karakteristiek te geven van het onderzoek aan de uni versiteiten: Utrecht sterk konceptueel gericht, het ITC meer praktisch en op onderwijs georienteerd, Delft sterk in de GIS-technologie en Wage ningen op de planning betrokken. Hij was verbaasd over de omvang van het onderzoek dat door niet- universitaire instellingen wordt ver- richt. Müller zag vooral drie punten die de aandacht vragen: 1. Is het belangrijk en wenselijk om tot een 'common denominator' te komen, bijvoorbeeld Computer - ondersteund onderwijs, kennis- systemen, kartografische Software, generalisatie, en op basis daarvan tot een onderzoeksmodel voor sa- menwerking? 2. Wat voor samenwerkingsverband moet er komen? 3. Hoe kan de kommunikatie worden verbeterd tussen diensten, onder wijs en industrie? Op het eerste punt ging Heres als eerste in. Het kartografisch onder zoek is een zeer breed terrein: gege- vensverzameling, bestandsopbouw, bewerking, kaartgebruik. Een alge- mene vraag is: moet dit onderzoek zieh toespitsen op een klein gebied (de visuele weergave) of breder zijn (ook kaartgebruik en konceptuele modellen voor gegevensstrukturen)? Van Elzakker gelooft niet in een ge- meenschappelijke noemer. Maar het zou zonde zijn wanneer er energie verloren zou gaan met dubbel onder zoek. Müller is verbaasd hoeveel tijd er op verschillende plekken wordt gei'nvesteerd in kennissystemen; Da moiseaux ziet echter ook voordelen in ontwikkelingen op verschillende plaatsen tegelijk. Ormeling geeft de voorkeur aan bundeling omdat dit de positie bij aanvragen voor de tweede geldstroom verbetert. Müller heeft uiteindelijk geen bezwaar tegen over- lap, mits er maar koördinatie plaatsvindt. Over de vorm van een samenwer kingsverband werd niet gediskus- sieerd, wel gingen verschillende aan- wezigen in op de relatie tussen universiteit, diensten en bedrijfsleven. Hoogendoorn vindt, dat onderzoek van diensten niet naar de universitei ten moet worden gestuurd. Beter is om Studenten stage te laten lopen. Tijssen ziet veel mogelijkheden voor afstuderen in de praktijk. Door kon- takten met bedrijven en betaald toe- passingsgericht onderzoek komt er op de universiteiten geld beschikbaar voor fundamenteel onderzoek. Mül ler twijfelt tussen lange-termijn- onderzoek en onderzoek wat direkt bruikbaar is voor diensten. Is de tijd voor echt theoretisch onderzoek niet voorbij? Van Elzakker vraagt zieh af, of we misschien toch niet beter nog eens kunnen praten over toekomstig onderzoek, om ons op die wijze sterk te maken voor de tweede geldstroom. Deze suggestie wordt overgenomen door dagvoorzitter De Wijs. Daarna neemt de diskussie een niet helemaal onverwacht einde door het ploppen van door Ormeling ontkurkte flessen. Ook dat stond op de agenda. De verslagen van de verschillende voordrachten en een overzicht van de diskussie zijn versehenen als Bulletin no. 18 van de Vakgroep Kartografie (Rijksuniversiteit Utrecht). Be langstellenden kunnen deze publika- tie bestellen door 20,- over te maken op girorekening 579700 t.n.v. Utrecht- se Geografische Studies te Utrecht, onder vermelding van Vakgroep Kar- tografie/Bulletin no. 18. R. van der Schans Studiedag Documentatie Ruimtelijke Informatie Op 11 januari 1990 werd door de Vakgroep Kartografie van de Rijks- KT 1990.XVI.1 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 9