voor het in kaart brengen van land- schapsveranderingen in de Nationale Parken. De informatie wordt op- geslagen in een GIS, met mogelijk- heden voor verschillende vormen van statistische analyse. In de toekomst hoopt hij gebruik te kunnen maken van satellietgegevens. Uit de, zoals gebruikelijk interessan te, tentoonstelling, die ter gelegen- heid van het Symposium in Cam bridge werd ingericht, lichten we dit keer het Superplan'-koncept van de Ordnance Survey (de Britse Topogra- fische Dienst). AI bij een bezoek aan de plaatselijke boekhandel Heffers was ons al de zeer klantgerichte dienstverlening opgevallen op het ge- bied van de voorziening met groot- schalig topografisch kaartmateriaal. Op basis van een bestand aan micro- fiches kon een klant daar een kaart- afdruk met een door hem gewenste uitsnede en op een door hem ge wenste schaal verkrijgen. Op steeds meer plaatsen in Engeland gaat Su perplan echter verder, door het ter plekke verkrijgbaar stellen van 'uit- treksels' op papier of film uit een digitaal kartografisch bestand. Bin nen dit kontinu bijgehouden bestand kan een klant een vrije keuze maken voor wat betreft het af te beeiden gebied (geen Problemen met stan- daard kaartuitsnedes), de afmetingen van de kaart (tot AO), de schaal (1:100-1:2500 voor de stedelijke ge- bieden waarmee de Ordnance Survey begonnen is), de kaartinhoud en de weergave in kleur (op een vierkleu- ren elektrostatische plotter) of in zwart-wit. De bedekking is nog lang niet kompleet voor heel Groot- Brittannie, maar zal zieh gestaag uit- breiden. Een deel van het verenigingsleven van de BCS speelt zieh af in de zo- genaamde 'Special Interest Groups' (SIG). Er zijn SIG's op het gebied van GIS, kaartbeheer, kaartontwerp, onderzoek, onderwijs en kaartpro- duktietechnologie. Een SIG verschilt in zoverre van een NVK-werkgroep, dat iedereen zieh erbij kan aanslui- ten en dat er maar een kontaktper- soon is die de groepsaktiviteiten koördineert. Op het jaarlijkse BCS- symposium komen alle SIG's wel een keer bijeen, hetgeen vaak een in teressante uitwisseling van ervarin- gen oplevert. A. Brown en C.P.J.M. van Elzakker Seminar aardrijkskundige namen in Indonesie Van 16-30 Oktober 1989 vond in In donesie voor de tweede maal een studiebijeenkomst plaats gewijd aan het onderwerp geografische namen. Evenals vorig maal, in 1982, werd de bijeenkomst gehouden in een hotel komplex, tevens konferentieoord, in een der bergdorpen aan de weg Jakarta-Bandung, dus in het hartje van Soendanees sprekend West-Java. Het seminar was georganiseerd door Bakosurtanal, het lichaam dat de kartering in Indonesie koördineert, met medewerking van het ITC, En- schede. De bijeenkomst werd moge- lijk gemaakt door financiele steun van de Wereldbank. Voorts verleende de Group of Experts on Geographic- al Names van de Verenigde Naties (UNGEGN) assistentie, onder meer door introduktie van het seminar in de regio ZO-Azie en ZW-Pacific, en door het beschi kbaar stellen voor elke deelnemer van een zogenaamde 'document kit', bevattende een aan- tal geschriften over het te behande- len onderwerp. De Canadian Perma nent Committee on Geographical Names droeg met een tweede 'docu ment kit' met Canadese publikaties tot het welslagen van de onderne- ming bij. Voor instruktiedoeleinden was een team van 13 experts bij el- kaar gezocht, waaronder 6 Indone siers en 3 Nederlanders. Het zal dui- delijk zijn dat de organisatie van deze bijeenkomst, waarbij zo vele in- stanties en personen betrokken wa ren, een tamelijk gekomplieeerde operatie was. Het besluit van Bakosurtanal ander- maal het onderwerp geografische na men centraal te stellen werd ingege- ven door de Problemen, ondervonden zowel bij de voort- schrijdende kartering van het eilan- denrijk met meer dan 400 talen als bij de transmigratie van bewoners van Java naar wat vroeger de Bui- tengewesten heette. Bovendien kan men zieh bij de opbouw van geogra fische informatiesystemen geen twij- fel meer permitteren over de namen van aardrijkskundige Objekten. Het was dan ook begrijpelijk dat een aantal overheidsinstanties - karte- ringsdiensten, transmigratiekantoren, boswezen, statistiek, planning - em- ployees naar het seminar hadden af- gevaardigd. Behalve ca 50 Indone siers namen enkele vertegenwoordi- gers van vergelijkbare diensten uit Australie, Brunei en Thailand aan de bijeenkomst deel. De eerste week van het seminar werd besteed aan een serie inleidingen. Achtereenvolgens werden behandeld: de in de toponymie gebruikelijke ter- minologie; het gebruik van aard rijkskundige namen in de kartogra- fie, in het toerisme, in de media enz.; de verspreiding van talen op aarde en in Indonesie in het bijzonder; de standaardisering van aardrijkskundi ge namen en de aktiviteiten op dit terrein van de Verenigde Naties; het gebruik van regionale talen en van exonymen. Vervolgens werd de natio nale standaardisering onder de loep genomen waarbij uitvoerig werd stil- gestaan bij de verzameling en evalu- atie van namen, een en ander gei'l- lustreerd door werkwijzen in Deelnemers en docenten van het semimar geografische namen in Indonesie. KT 1990.XVI.3 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 14