Australie, Canada en Groot-
Brittannie.
Vergeleken met het programma in
1982 werd ditmaal aanzienlijk meer
aandacht besteed aan de computer-
bewerking van geografische namen
en het gebruik daarvan in geografi
sche informatiesystemen, onderwer-
pen die werden verzorgd door spre-
kers uit Australie en Groot-Brittan-
nie, terwijl de direkteur van Bako-
surtanal, prof. Jacub Rais, het pro
gramma voor een computergestuurde
nationale gazetteer van Indonesie
ontvouwde.
De voordrachten werden afgewisseld
door 'technical visits'. Eerst werd de
in de jaren zeventig met Nederlandse
ontwikkelingshulp opgerichte school
voor de opleiding van kartografische
en fotogrammetrische technici te
Bandung bezocht. Vervolgens kwa-
men, eveneens te Bandung, twee par-
tikuliere karteringsbedrijven aan de
beurt aan wie door Bakosurtanal
kontraktueel de kartering 1:50.000
van grote delen van Sulawesi en Ka-
limantan was uitbesteed. De experti-
se op het gebied van geografische
namen was zowel bij beide contrac-
tors als op de kartografenschool te-
leurstellend.
De verrichtingen in de tweede week
waren gericht op de praktijk. Aan de
deelnemers werd een driedaagse oe-
fening opgedragen in het verzamelen
van namen in het terrein. De oefe-
ning vond plaats op geringe afstand
van de basis in een gebied met een
grote verscheidenheid aan topografi-
sche verschijnselen. Voor de uitvoe-
ring werden de deelnemers verdeeld
in groepen van 3-4 personen, elk
met een gids, die dagelijks per VW-
bus naar hun werkterrein werden
vervoerd. De groepen werden uitge-
rust met fotokopieen van blinde
kaarten, recentelijk door Bakosurta
nal opgenomen, maar nog niet gepu-
bliceerd, terwijl aan de gidsen, ter
orientatie, oudere 1:50.000 bladen
werden uitgereikt. Voorts ontving
elke deelnemer een geschreven in-
struktie en een woordenlijst ter ver-
klaring van generieke termen in het
Soendanees. Beide dokumenten wer
den van te voren uitvoerig toegelicht.
Er was overeengekomen dat dorps-
besturen tijdig van de verwachte in-
vasie van de 'name collectors' op de
hoogte zouden worden gebracht. In
de praktijk ontbrak daar wel eens
wat aan, waardoor vertragingen ont-
stonden. Bovendien Spraken niet alle
gidsen Soendanees hetgeen kontak-
ten met de bevolking bemoeilijkte.
De veertiendaagse bijeenkomst werd
besloten met een evaluatie. Hoewel
met name het veldwerk beter had ge-
kund was men unaniem van mening
dat op een geslaagd Seminar kon
worden teruggezien. Voor de docen-
ten waren de positieve betrokkenheid
van de deelnemers en de levendige
diskussies interessante ervaringen.
Opvallend was voorts de kritiek op
Bakosurtanal die geen kans had ge-
zien de regering te bewegen tot in-
stelling van een 'National Names
Authority', krachtig aanbevolen
door de bijeenkomst in 1982. Voor
de tweede maal werd daarom in een
zorgvuldig voorbereide resolutie Ba
kosurtanal met klem verzocht bij het
Mimstede van Binnenlandse Zaken
aan te dringen een dergelijk lichaam
in het leven te roepen.
De sluiting van het seminar ging met
enig ceremonieel gepaard waarbij
aan elke deelnemer een 'certificate
of attendance' werd uitgereikt. Bo
vendien werd door Bakosurtanal de
publikatie in kleine oplage van de
gezamenlijke voordrachten (24 stuks)
in de vorm van proceedings in het
vooruitzicht gesteld.
F.J. Ormeling sr
Verslag historisch-kartografisch
kongres in Oldenburg
Van 22 tot 24 maart 1990 werd in
het Staatlichen Museum für Natur
kunde und Vorgeschichte in het
Westduitse Oldenburg voor de vijfde
maal een duitstalige konferentie ge-
houden gewijd aan de geschiedenis
van de kartografie. Eerdere bijeen-
komsten werden georganiseerd in
Bayreuth (1982), Lüneburg (1984),
Wenen (1986) en Karlsruhe (1988).
Het thema van de konferentie was
Oldenburg en het water. Er waren
zeventig aanwezigen, waaronder vijf
Nederlanders. In totaal werden er,
inklusief de feestrede van Hans
Harms onder de titel Wege Olden
burgischer Kartographietwintig pa-
pers gepresenteerd.
Nederlandse bijdragen waren er van
P.G.M. Mekenkamp (Die Entwick
lung einer neuen Methode für die
Bestimmung der Genauigkeit von al
ten Karten) en van ondergetekende
(Repräsentativität und Funktionalität
von alten holländischen Polder- und
Deichgenossenschaftskarten). Met
name de voordracht over de nauw-
keurigheidsbepaling van oude kaar
ten door Peter Mekenkamp oogstte
veel reakties. Deze varieerden van
uiterst sceptisch tot (zeer) positief.
Verscheidene aanwezigen lieten blij-
ken dat zij een verdere uitwerking en
uitbouwing van de methode wense-
lijk achtten. (Voor nadere informatie
zie: Geodesia mei 1986, pp. 171-175
en Caert-Thresoor 1986, nr. 3,
pp. 45-52).
Persoonlijk sprak de inhoud van de
voordracht van J.B. Haversath over
de kartografie in het kader van het
in de 18e en 19e eeuw in kultuur
brengen van Duitse moerasgebieden
mij sterk aan. Dit gold ook voor de
drie Oostenrijkse bijdragen. Deze le-
zingen werden gepresenteerd door I.
Kretschmer, J. Dörflinger en C.
Murhammer. Alle drie behandelden
zij een aspekt van de geschiedenis
van de thematische kartografie. De
eerste voordracht ging in op de me
thodenleer. De tweede behandelde de
ontwikkeling van het symboolge-
bruik op ekonomische produktkaar-
ten. De derde bijdrage nam de kaar
ten onder de loep die gemaakt
werden in het kader van verkiezin-
gen, die in de tweede helft van de
19e en het begin van de 20e eeuw in
zowel Oostenrijk als Hongarije ge-
houden werden.
Een zeer recent en nog nimmer tij-
dens een konferentie over de geschie
denis van de kartografie besproken
onderwerp behandelde J. Lafrenz uit
Hamburg. Hij behandelde de stads-
kartografie van het Hitleriaanse der
de rijk. Uit kaarten is op te maken
dat de Duitse pianologen uit de ja
ren dertig en veertig van deze eeuw
aan een vergelijkbare grootheids-
waanzin leidden als hun roerganger.
Gekonkludeerd werd dat indien het
duizendjarige rijk enkele decennia
langer geduurd had, de meeste oude
Duitse binnensteden met de grond
gelijk gemaakt waren, en dat onder
andere prestigieuze Stadions en pom-
peuze gemeenschapshuizen het aan-
zicht van deze stadscentra zouden
zijn gaan bepalen.
Tijdens de konferentie werd in het
Staatlichen Museum für Naturkunde
und Vorgeschichte de tentoonstelling
Oldenburg und das Wasser geopend.
Een gelijknamige, fraai uitgevoerde
KT 1990.XVI.3
11