b. omtrent de mogelijkheid of en in hoeverre de aan de
produktie dezer kaarten verbonden kosten kunnen
worden gedekt uit de opbrengst bij verkoop daarvan;
c. omtrent de wijze waarop, bij voortzetting van de pro
duktie, de eventueel niet uit de opbrengsten te dekken
kosten dienen te worden gefinancierd.
De werkgroep, onder voorzitterschap van de direkteur
van de Topografische Dienst, bestond uit vertegenwoor-
digers van de Ministeries van Binnenlandse Zaken, Volks-
huisvesting en Ruimtelijke Ordening, Onderwijs en We-
tenschappen, Verkeer en Waterstaat, Defensie, Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk Werk, Economische Za
ken, Landbouw en Visserij en een vertegenwoordiger
van de Centrale Accountantsdienst van het Ministerie
van Financien.
Het uitgebrachte advies hield in dat de produktie van ci-
viele kaarten moest worden voortgezet. De produktie-
kosten zouden door een prijsverhoging van de kaarten
voor een groter deel uit de opbrengsten moeten worden
gedekt. Voor het resterende deel van de kosten werden
drie aanbevelingen gedaan namelijk om:
1. de niet uit de opbrengst te dekken kosten te doen fi-
nancieren door een ministerie;
2. de bij 1. bedoelde kosten te laten dragen door het
Ministerie van Defensie, omdat de Topografische
Dienst onder dit ministerie ressorteert, door jaarlijk-
se toekenning van een bedrag voor de niet te dekken
produktiekosten boven het plafond van de begroting
van het Ministerie van Defensie;
3. dat wanneer het bij 2. vermelde niet realiseerbaar is,
de werkgroep geen andere oplossing ziet dan de To
pografische Dienst te laten ressorteren onder een mi
nisterie met een meer algemene funktie.
De problematiek van de financiering bleef sindsdien
binnen het Ministerie van Defensie een voortdjurende
bron van zorg en diskussie. Dit heeft uiteindelijk geleid
tot een stapsgewijze verhoging van de verkoopprijs,
waarbij er wel voor werd gewaakt in de pas te blijven
met de verkoopprijzen in de omliggende landen. Het te-
kort op de produktie van de kaart 1:25.000 bleef voor
rekening van Defensie, omdat een toerekening naar de
verschillende departementen niet praktisch bleek.
Uiteraard heeft dit j arenlang een spanningsveld opgele-
verd bij de jaarlijkse financiele verantwoording over de
aktiviteiten van de dienst. De produktie van de kaartse-
rie, hoezeer van tijd tot tijd aan een zijden draadje,
heeft gelukkig kunnen voortduren.
Om de kosten te drukken werd in 1981 een nieuwe pro-
duktiemethode ingevoerd. Het apart graveren van deze
kaart werd overbodig door de kaartinhoud via direkte
verkleining over te nemen uit de basiskaart, met toevoe-
ging van kleuren en schrift. Aanvankelijk als een nood-
maatregel bedoeld bleek het nieuwe uiterlijk en de meer
gedetailleerde, want niet gegeneraliseerde kaartinhoud
wonderwel aan te slaan.
Een hernieuwde doelstelling
Nadat in 1985 het rumoer van een tien jaar durende
spreidingsoperatie was geluwd, werd opnieuw, vanuit de
Landmachtstaf, een Studie verricht naar de taken van de
Topografische Dienst. Deze Studie is in 1988 uitgemond
in een geheel vernieuwde doelstelling van de dienst:
1. Het, zowel in vredes- als in oorlogstijd, voorzien van
de Koninklijke Landmacht (KL) in de door de Bevel-
hebber der Landstrijdkrachten (BLS), tevens Chef
van de Landmachtstaf, vastgestelde behoefte aan
geografische Produkten en informatie van eigen c.q.
vreemd grondgebied.
2. Het op aanwijzing, danwel na terzake verkregen
toestemming, van de BLS op basis van kostenverreke-
ning, dan wel tegen betaling, leveren van geografische
Produkten en informatie aan andere krijgsmacht-
delen, NAVO-partners, (semi-)overheids- en private
instellingen/personen.
3. Het leveren van een bijdrage aan het voorbereiden
van het beleid op het gebied van militaire geografie
ten behoeve van de BLS.
In aansluiting hierop heeft de civiele produktie een for-
mele plaats gekregen in het geautoriseerde produkt-
assortiment van de dienst.
In het kader van de verbetering van de administratieve
organisatie en het opzetten van een betere bedrijfseko-
nomische struktuur werd ook een andere financiele ba
sis gevonden voor de kaartserie 1:25.000. Op de produk
tie van de kaart kan een zeker verlies op de koop toe
worden genomen, mits het geheel aan 'civiele' aktivitei
ten kostendekkend is.
Om de produktiekosten nog verder terug te dringen is in
1989 opnieuw fors ingegrepen in het proces door het la
ten vervallen van diverse tussenstappen en kontrolehan-
delingen.
Een kompromis tussen kosten en kwaliteit moest gevon
den worden!
In de nabije toekomst zal het opstarten van digitale pro-
duktielijnen de situatie met betrekking tot de kosten-
ontwikkeling van de kaart 1:25.000 naar verwachting
gunstig beinvloeden.
Naar een nationale informatievoorziening
De Topografische Dienst is tot op heden een onderdeel
van de Defensie-organisatie gebleven. Diverse keren heb-
ben geluiden geklonken om de dienst onder een ander
ministerie te brengen of samen te voegen met een andere
organisatie. Deze geluiden vinden duidelijk hun grond
in de erkenning dat de Produkten van de dienst een bre-
der belang voor de samenleving hebben.
In de recente doelstelling is de levering van geografische
Produkten aan de civiele sektor formeel bekrachtigd.
Naar verwachting zal aan de financiele randvoorwaar-
den, anders dan in 1969, wel kunnen worden voldaan.
Bij dit alles is het goed te beseffen dat het Ministerie
van Defensie vanuit het verre verleden, maar vooral jk
na de opheffing van de militaire kaartserie l:z5.000 in
1964, haar verantwoordelijkheid voor dt nationale in
formatievoorziening wel degelijk beseft neeft en, met
enig geldelijk nadeel, op zieh heeft genomen.
KT 1990.XVI.3
21