Figuur 3. Fragment van de TMK 1:50.000 blad 19 Alkmaar, verkend in 1858. 1843 werden de manuskriptkaarten van Noord-Brabant verzonden naar de steendrukkerij. Daar begon men met de verkleining van de minuten 1:25.000 naar de schaal 1:50.000 ten behoeve van de steengravure. In mei 1845 was het proefblad Breda gereed en een proefdruk werd naar het departement verzonden. Het tweede blad Arn- hem kwam eind 1848 gereed. Bij de aanbieding van dit proefblad werd weer verzocht de bladen van de TMK te mögen drukken en aan het publiek beschikbaar te mö gen stellen. In 1850 kreeg men de gevraagde toestem- ming en de beide bladen Breda en Arnhem kwamen in hetzelfde jaar nog uit. De gehele serie kwam in 1864 gereed en daarmee had men de eerste volledige, gede- tailleerde topografische kaartserie op de schaal 1:50.000 in 62 bladen, met titelblad, legenda en bladoverzicht voltooid (figuur 3). Na 1864 werd de kaartserie voortdurend bijgehouden en bijgedrukt. Het bijwerken gebeurde bij het Topo graphisch Bureau, maar men deed dit vaak zonder dat er terreinverkenningen waren uitgevoerd waardoor de betrouwbaarheid sterk werd aangetast. De officieren van de Militaire Verkenningen waren het hiermee hele- maal niet eens, maar eerst in 1928 Steide men een kom- missie in om Verbeteringen in deze situatie te brengen, en dat leidde in 1932 tot het samengaan van de Militai re Verkenningen en de Topographische Inrigting tot de Topografische Dienst. De TMK op de schaal 1:50.000 heeft als uitgangspunt gediend voor de geologische kaart 1:200.000, de topo grafische kaart 1:200.000 en de waterstaatskaart 1:50.000. Met het werk aan de uit 23 bladen bestaande geologi sche kaart 1:200.000 werd in 1858 begonnen. De geolo gische gegevens werden onder leiding van W.C.H. Sta- ring verzameld. De topografische kaart 1:200.000 werd als afzonderlijke kaartserie vervaardigd (figuur 4). Voor de produktie van de Waterstaatskaart 1:50.000 gaf minister Thorbecke in 1864 opdracht. Deze kaartserie met zeer uitvoerige informatie over de polders ver- scheen in kwartbladen van de TMK, bevatte 183 bladen en kwam gereed in 1890. Deze kaart was een der eerste Produkten in kleurendruk. De steendruk Uit een oud handschrift, aangetroffen in het archief van de Topografische Dienst, krijgen we een redelijk in- zicht in de toenmalige reproduktietechniek van de steendruk. Uitgangspunt vormden de zgn. nettekenin- gen 1:50.000 die als gids op steen werden aangebracht. De zachte steen werd eerst gevlakt en gepolijst, en daarna ongevoelig gemaakt voor vet met een zwak zuur en van een gomlaag voorzien. Daarop werd een donke- re of rode laag aangebracht om bij het graveren een be- tere kontrastwerking te bereiken. De graveurs konstru- eerden op de steen het binnenkader, de getrianguleerde punten en het geografische net. Inmiddels had men de nettekeningen met de hand overgetrokken op transpa- rant papier. Deze transparante tekening werd omgekeerd op de steen gelegd, goed passend op de reeds aange brachte lijnen en punten. Tussen dit transparante papier en de steen werd vervolgens een vel papier gelegd, dat was ingewreven met zogenaamde rood-aarde en als een karbonpapier werkte. De lijnen van de transparante te kening werden met een ronde graveernaald overgetrok ken en aldus via het 'karbonpapier' afgedrukt op de steen. De rood-aarde had een lichtrode kleur en kon- trasteerde goed met de oorspronkelijke donkere of rode laag en zo ontstond de gids voor de graveur, die nu met zijn werk kon beginnen. De gegraveerde steen werd ver volgens ingewreven met olie, welke door de 'open' ge graveerde lijnen in de gomlaag van de poreuze steen drong; tenslotte werden alle lagen eraf gewassen. Het drukken kon beginnen. De steen werd in de pers ge- plaatst en met water bevochtigd. Met een tampon werd vettige inkt over de oppervlakte gewreven, welke zieh Figuur 4. Fragment van de kaart op de schaal 1:200.000, blad 6 Kennemerland. 26 KT 1990.XVI.3 •hermei

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 30