voor de militaire en een met het RD-net voor andere
gebruikers.
Nieuwe Produkten
In 1951 kwam de toestemming om een kaart 1:10.000 te
gaan vervaardigen. De tekenstukken 1:16.666 die in pot-
lood waren getekend, werden in inkt gecalqueerd waar-
bij de vertekening ongedaan werd gemaakt. Daarna kon
men na fotografische vergroting de kaart in een kleur,
grijs, drukken. Ieder blad kreeg de grootte van een half
blad 1:25.000, formaat 100 X 62,5 cm. De kaartserie
kwam in 1961 geheel gereed.
Op verzoek van de NAVO werd een kaart op schaal
1:100.000 met een UTM-net en een met een RD-net ge-
publiceerd. De kaart voldeed echter niet, noch bij de
militairen noch bij de andere gebruikers. De eerste uit-
gave is nooit herzien en later uit de handel genomen.
In 1954 werd door de Stichting Wetenschappelijke Atlas
de produktie van de Atlas van Nederland aan de Topo-
grafische Dienst opgedragen. Een redaktiekommissie
bepaalde welke kaarten moesten worden vervaardigd;
een bureau met kartografisch tekenaars maakte de mo
delten en voerde de kartografische werkzaamheden uit.
De Topografische Dienst verzorgde de reproduktie en
het drukken.
In hetzelfde jaar werd door het ministerie van Land-
bouw, de Rijksplanologische Dienst en het CBS een op-
dracht verleend voor de oppervlaktebepaling van het
grondgebruik, later gevolgd door het uitgeven van de
grondgebruikskaart 1:10.000. Op een aparte afdeling
werd het grondgebruik op de kaart 1:10.000 ingetekend
en daarvan werd de oppervlakte bepaald. De resultaten
werden afgeleverd aan de afdeling Bodemstatistiek van
het CBS. In 1977 nam het CBS het werk geheel over.
Het ministerie van Overzeese Rijksdelen gaf in 1954
opdracht Nederlands Nieuw-Guinea te karteren op de
schaal 1:100.000 met behulp van luchtfoto's gemaakt
door de Amerikanen gedurende de Tweede Wereldoor-
Figuur 9. Gebouw aan de Westvest in Delft.
KT 1990.XVI.3
log, met gebruikmaking van alte in Nederland beschik-
bare gegevens. Veldverkenning behoefde niet te worden
gedaan, de autoriteiten in Nieuw-Guinea zouden alleen
hulp geven bij het vaststellen van de namen. De Meet-
kundige Dienst van de Rijkswaterstaat vervaardigde de
fotogrammetrische plot en de Topografische Dienst ver
zorgde het interpretatiewerk, het tekenwerk en de repro
duktie. De kartering is nooit voltooid, want toen circa
75% klaar was werd in 1962 de souvereiniteit over Ne
derlands Nieuw-Guinea overgedragen aan Indonesie.
Gezien al deze opdrachten naast het eigen karterings-
programma telde de dienst in de jaren vijftig meer dan
300 personeelsleden; meer ruimte werd in 1956 verkre-
gen door de bouw van een nieuw verbruiksmagazijn
annex kaartenmagazijn met daarboven een ruime teken-
zaal, gelegen naast het gebouw Westvest 9.
Nieuwe produktiemethoden
Het tekenen op astralon werd achterhaald door nieuwe
graveertechnieken; na een aantal proeven werd in 1959
voor het tekenen van de basiskaart overgestapt op het
graveren op stabilene.
Met de 2 jaar eerder aangeschafte ontschranker Zeiss
SEG V werden de luchtfoto's na de puntsbepaling en
radiaaltriangulatie, ontschrankt op de schaal 1:12.500.
Deze beeiden werden, samen met uitgetekend terrein uit
de Wild Autograaf A8 (in 1955 gekocht) gemonteerd en
daarna via lichtdruk overgebracht op het graveermateri-
aal. Met behulp van de verkenningsgegevens werden de
bladen gegraveerd en vervolgens vergroot tot 1:10.000 en
verkleind tot 1:25.000. De kaart 1:10.000 was aldus snel
drukklaar. De verkleining naar de schaal 1:25.000 gaf
een uitstekende gids voor het verdere kartografische
proces: het graveren van de deelgravures zwart, blauw
en rood voor deze kaartserie; ook diende de verkleinde
basiskaart als uitgangspunt voor de generalisatie ten be-
hoeve van de kaartserie 1:50.000.
In deze tijd werd een samenwerking gestart met de
Meetkundige Dienst van de Rijks waterstaat voor de
vervaardiging van de hoogtekaart van Nederland op de
schaal 1:10.000. Door vele diensten werd al jarenlang in
het land gewaterpast. De Meetkundige Dienst begon de
beschikbare waterpassingen en de plotkaarten op te vra-
gen. De gekontroleerde hoogtegegevens werden op een
topografische kaart 1:10.000 in potlood gekarteerd, met
een dichtheid van 1 punt per hectare. De werkbladen
kwamen bij de Topografische Dienst en de hoogtecij-
fers werden daar in boekdrukschrift op een doorzichtig
polyestervel gemonteerd. Deze montage werd gekombi-
neerd met een gerasterd lijnenbeeld van de kaart
1:10.000 en op bestelling voor gebruikers gelichtdrukt.
Bij de NAVO was behoefte ontstaan aan een kaartserie
op de kleinere schaal 1:250.000. Men besloot deze kaart
in de UTM-projektie samen te stellen en in verband
met de uniformiteit gebruikten alte partners dezelfde le-
genda. Deze kaart wordt ook nu nog herzien.
In 1964 besloot de NAVO de kaart 1:25.000 uit de mili
taire behoefte te schrappen. Men vond de kaart
31