Topografie als les der geschiedenis Wat men in kartografische leerboeken en vakwoorden- boeken leest over topografie is het uiteindelijke resul- taat van een eeuwenlang, stapsgewijs wordingsproces; en dit resultaat is tweeledig: kennis en begrip van de samenstelling en struktuur van het uiterlijk van het aardoppervlak, met zijn na- tuurlijke en kunstmatige bestanddelen en kenmerken (kort gezegd: kennis van de topografische gesteld- heid der aarde); de techniek van de systematische terreinopname en doeltreffende kartografische uitdrukkingswijze van de topografische gesteldheid. Ter toelichting: Ook het Kartografisch Vakwoordenboek (KV) maakt onder de term topografie (444.3) onderscheid tussen konkrete topografie en topografische weergave. Voorts definieert het KV topografische Objekten als Objekten en verschijnselen die in het terrein direkt waarneembaar zijn en als zodanig op een topografische kaart worden weergegeven. Als synoniemen vermeldt het KV terrein- kenmerken en terreinobjekten. De geschiedenis van de topografie leert echter dat terreinkenmerken en terrein objekten geen gelijkwaardige begrippen zijn. De vroegste topografische kaarten toonden vooral Objek ten, later leerde men door verbeterde terreinverkenning en door meer genuanceerde uitdrukkingswijzen ook hun kenmerken weer te geven. Men vergelijke de duinen op kaarten uit de 16e en de 20e eeuw (figuur 9a en 9b). In de definitie van topografie verdienen dus naast ter reinobjekten ook terreinkenmerken te worden genoemd; de omschrijving onder nummer 444.3(1) in het KV dient in die zin te worden aangevuld. Maar de karto grafische geschiedenis wijst op nog een ander bezwaar tegen de omschrijving van het begrip topografisch Ob jekt in het KV, waar namelijk gesproken wordt van de direkt in het terrein waarneembare konkrete Objekten en verschijnselen. Oude kaarten, zoals de portulaan- kaart van de Goudkust, tonen behalve land en zee soms ook schepen, dieren, vaandels of andere niet-bestendi- ge, zij het wel direkt in het terrein waarneembare Objek ten. Op latere kaarten treft men dergelijke Objekten niet meer aan. Allengs is men immers onderscheid gaan ma- ken tussen bestendige, onroerende Objekten en beweeg- lijke, niet-bestendige. Dit onderscheid vormt ook een wezenlijk verschil tussen de satellietbeeldkaart en de to pografische kaart. Hun vergelijking leert dat topografie alleen de permanent aanwezige, zichtbare Objekten en kenmerken van het aardoppervlak omvat, en dan nog met dusdanige afmetingen, dat ze karteerbaar zijn op topografische kaarten. Bestendigheid of duurzaamheid van topografische Ob jekten houdt in dat zij minstens enkele seizoenen onge- wijzigd blijven; zo behoort een akker tot de topografie, het gewas daarop echter niet, ook al is dit laatste een in het terrein direkt zichtbaar objekt. Overigens is het dui- delijk dat de bestendigheid van alle topografische Ob jekten beperkt is, het aardoppervlak ondergaat immers onafgebroken veranderingen. Maar desalniettemin dient het kenmerk bestendigheid in een definitie van topogra fie te worden vermeld. De kartografische geschiedenis heeft naast het begrip van deze konkrete, bestendige to pografie ook de methodiek van de topografische karte ring opgeleverd. Op grond van het tweeledig resultaat van de geschiedenis tussen de 'kartografie van Babylon en die van Emmen' zou men de topografische kartering kunnen omschrijven als: 'de gebiedsgewijze, volledige Figuur 9. Duinvoorstelling in de I6e en 20e eeuw: a. Joost Jansz. Beeldsnijder, 1575 en b. topografische kaart 1:50.000, 1961. 38 KT 1990.XVI.3 •riaven

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 42