en systematische kartografische inventarisatie van min
of meer bestendige Objekten en kenmerken van het ter-
rein, met de daarbij behorende toponiemen en koördi-
naten, en met funktie-aanduiding van Objekten van
groot algemeen belang.
Topografie, terrein en landschap
In het voorgaande, en ook in het KV, komt tot uitdruk-
king dat de topografische kaart een terreinkaart is, en
gezien de betekenis van de term terrein, geldt dit in het
bijzonder voor de middelschalige topografische kaart.
Enerzijds wijst de term terrein immers op een afgeba-
kend stuk grond met beperkte afmetingen en een be-
paalde bestemming, zoals in de samenstelling kampeer-
terrein, anderzijds zoals in samenstellingen als
terreinmodel of terreinrit, wordt er de materiele toe-
stand van onbebouwd gebied mee bedoeld: relief,
grondsoort, begroeiing. Dergelijke kenmerken hadden
vroeger voor het leger te velde veel betekenis, en de
aanduiding terreinkaart verwijst dus mede naar de mili-
taire herkomst van de topografische kaart. Voor de hui-
dige verstedelijkte gebieden is deze benaming echter
minder toepasbaar dan voor de landelijke gebieden die
de TMK domineren; de vroegere eendenkooien doen
immers eerder aan een terreinobjekt denken dan de hui-
dige hoogbouw (figuur 10). Ondanks deze nuancering
kan men de topografische kaart in algemene zin toch
wel als terreinkaart beschouwen, maar een bewering als
zou zij het landschap afbeelden zou onjuist zijn (te-
recht bevat het KV wel diverse terreintermen, doch geen
enkele landschapsterm).
Het terreinkarakter komt tot uitdrukking in de inventa-
riserende weergave van het grote aantal en de verschei-
denheid der terreinobjekten en van de frequente wisse-
ling van de terreingesteldheid. De kaart krijgt daarmee
een wat fragmentarisch karakter, verwijst nergens naar
geografische samenhang tussen Objekten, en trekt geen
grenzen tussen landschappen.
Wanneer men bij kaartgebruik de overgang tussen het
rivierkleilandschap en het stuwwallenlandschap her-
kent, dan berust dit inzicht op de theoretische kennis
van deze landschapstypen; de kaart moet daartoe wel
de essentiele terreinobjekten en kenmerken bevatten, de
interpretatie blijft de taak voor de kaartgebruiker.
Begrijpelijkerwijs kan kaartinterpretatie tot verschillen-
de inzichten leiden, zowel wat betreft de grens tussen de
landschapstypen, alsook ten aanzien van de aard der
landschappen. Zo identificeert men, uitgaande van
hoogtegegevens, oppervlaktewater en andere terreinge-
gevens karakteristieke landschapsonderdelen als stroom-
ruggen, kommen, dijken en uiterwaarden, en daarop
voortbouwend het rivierkleilandschap. Gaat men echter
uit van verkaveling en nederzettingen, dan komt men
voor hetzelfde gebied uit bij 'inkomplete esdorpen, type
rivierklei'. Hoe men de topografie ook interpreteert, bij
elk landschapstype sluit men ook de Processen in die
het landschap vormden, in stand houden en het weer
doen veranderen; landschap is dynamisch, en in die zin
KT 1990.XVI.3
is het de toegevoegde waarde van topografie.
Bestendigheid der topografie, dynamiek van
het landschap
Deze toegevoegde waarde is niet alleen theorie, het
geestesprodukt van de kaartgebruiker; zij is ook de
overbrugging van de kloof tussen de meer bestendige
topografie en het landschap met zijn dynamiek. De
kartografen van de Alpen zijn zieh van die kloof be-
wust; daarom maken zij naast de traditionele topografi
sche kaart, met daarop de 'onroerende', bestendige to
pografie ten behoeve van het toerisme ook speciale
kaarten van de zomer- en de wintertoestand van het
bergland, dus al dan niet met een sneeuwdek. Zij bren-
gen daarmee tot uitdrukking dat landschap, in tegen-
stelling tot topografie, wisselt met de seizoenen, met eb
en vloed, met het weer, met dag en nacht. Termen als
winterlandschap, 'landschap bij avondzon' spreken hier
voor zieh.
Bosch
Figuur 10. Deel van de legenda van de TMK.
39
Bouwlajld niet hegten
Hoope weide.
Lage weide rnjd meterwp en s/noLen
fendenMooi
Moeras
Lang'- veen juet reenputten
Ontgonnen la ag'-veen
Hooge beide
Lage heide met wenplas of reo
Hoog'-veen niet veenputte.n
Veenontgmmng>
Schorren