Topografische kaart en satellietbeeld Dit alles stelt de thematische landschapsbeeldkartering voor een nagenoeg onmogelijke opgave, maar het ver- sterkt juist de betekenis van de topografische kaart, die met de weergave van de niet-seizoengevoelige terreinge- gevens de bestendige onderbouw van de landschappen toont. Daarnaast tonen de dagelijkse satellietbeelden de meer oppervlakkige landschappelijke ritmiek en proces- gang die zieh op de topografische onderbouw voltrek- ken en voor de landschapsbeleving van belang zijn, zo- als de wisseling van het bladerdek der loofbossen, eb en vloed, groei en oogst van akkerbouwgewassen, de watervoering van rivieren, verandering van de landin- richting, of zelfs de afnemende vitaliteit der naald- bossen. De afgelopen 25 jaar van de geschiedenis van de karto- grafie bracht de mogelijkheid tot gekombineerd gebruik van de topografische kaart met haar min of meer bestendige terreingegevens en van de satellietbeeldkaart waarop het wisselend uiterlijk van het aardoppervlak is weerspiegeld. Dit kan leiden tot nieuw inzicht bij het typeren van landschappen en tot begrip van een nieuw maatschappelijk vraagstuk: de landschapsproblematiek. Topografie en landschapsproblematiek Landschapstypering is voor een goed deel theorie, maar kreeg in de afgelopen 25 jaar meer maatschappelijke betekenis. De moderne samenleving veroorzaakt immers veelvuldi- ge en snel opeenvolgende topografische veranderingen, vaak met een diep ingrijpend karakter, zoals ontgron- dingen, verwijdering van heggen, nieuwe landinrichting, stede- en wegenbouw. Daar dergelijke terreinomvormin- gen pleksgewijze optreden, overziet men nauwelijks het daardoor sluipenderwijs verstoren of zelfs verdwijnen van karakteristieke landschappen: de kloof tussen topo grafie en landschap doet zieh hier pas echt gevoelen, en dit houdt geen halt bij nationale grenzen. Voorbeelden zijn: de wijd verbreide Problemen van de grondwa- terstandverlaging en de ontregeling van de waterhuis- houding, met als oorzaken diepe ontgronding, omvang- rijke wateronttrekking, sterke drainage van landbouwgronden, versneide waterafvoer uit dalkom- men en riviervlakten, vervening op waterscheidingen. Dergelijke topografische ingrepen en hun gevolgen ver- gen een daarbij passende kartografie. Daar speciale milieukartering door hoge kosten en langdurige voorbereiding slechts moeizaam op gang komt, en de systematische karteringen van geomorfolo- gie en bodem stagneren, groeit de maatschappelijke funktie van de topografische kartografie. De topografi sche kaart, in de vorm van een GIS dan wel in kaart- bladen, is de eerst ter beschikking zijnde milieukaart, doordat zij het substraat toont van verscheidene maat schappelijke topografische aktiviteiten en van natuurlij- ke of deels-natuurlijke landschappelijke Processen. Sa tellietbeelden bieden zieht op landschappelijke effekten van deze topografische veranderingen, zelfs tot over de nationale grenzen. De toekomst: topografie van de 'landschappelijke minderheden' In 1910, enkele jaren vöör de eerste wereldoorlog, werd op last van de minister van oorlog een nieuwe handlei- ding ten dienste van de officieren der militaire verken- ningen opgesteld. De oorlogsdreiging is thans vermin- derd, maar er zijn nu andere problemen. En ook deze vergen speeifieke instrukties voor de terreinverkenners en voor de generalisatie van de kaartinhoud. Dit zou in het bijzonder ten goede moeten komen aan de zorg voor aktuele grensoverschrijdende probleemgebieden, zoals de rivieroevers en riviervlakten van Europa, wa terscheidingen, bodemerosie-gevoelige gebieden en de overgangsgebieden van stedelijk en landelijk gebied (figuur 11, p. 51). Zoals de noodzaak tot internationale militaire samen- werking reeds tot een uniforme topografische kaart 1:250.000 leidde, zo kan de gemeenschappelijke zorg voor 'landschappelijke minderheden' misschien leiden tot grensoverschrijdende harmonisatie van legenda's voor topografische kaarten 1:25.000. Voorts kan de to pografische kartografie ook van nut blijken als de gids bij uitstek voor de bewerking van in GIS opgeslagen gegevens, en zou de koppeling van dergelijke gegevens- systemen aan de nationale topografische karteringen doublures bij de inrichting ervan kunnen voorkomen. Bij dit alles dient men er voor te blijven waken dat de topografische details, juist omdat deze het meest be- dreigd worden door de moderne samenleving, alle aan- dacht krijgen bij de terreinverkenning, en niet door te sterke generalisatie worden opgeofferd aan de noodzaak tot geautomatiseerde gegevensverwerking. Immers, 'schaalvergroting' bij de landschapsvorming leidt tot verlies van terreindetails, en zou het verkennen en karteren op 'kleinere schaal' in de hand kunnen werken. Oog voor het detail blijft de opgave bij uitstek voor de terreinverkenner en voor de topograaf, ook in de körnende 25 jaar. We zien met vertrouwen uit naar het 200-jarig jubileum. Noot Prof. dr J.J.C. Piket was tot 1988 werkzaam als hoogleraar in de Fysische Geografie en Kartografie aan de Faculteit der Geografie en Prehistorie van de Katholieke Universiteit te Nijmegen. 40 KT 1990.XVI.3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 44