Voor de Bodemkaart 1:50.000 werd de ondergrond als
te druk beschouwd. De Stichting voor Bodemkartering
vervaardigde op basis van de ondergrond 1:50.000 een
uitgedunde versie waarin het teveel aan wegen, sloten,
kavelscheidingen en Symbolen voor heggen, windmolens
enzovoort zijn weggelaten (heerema, 1984). Deze werk-
wijze is inmiddels verlaten. Bij uitgegeven herziene bo-
demkaarten wordt de komplete schetsuitgave 1:50.000
als grijze ondergrond gedrukt.
De kaart dient bij dit soort gebruik niet alleen als on
dergrond voor het weergeven van de thematische infor-
matie, de kaartinhoud zelf vormt direkt of in bena-
drukte vorm onderwerp van de karteringen of dient
tijdens de kartering als hulpmiddel in het terrein: het
mikrorelief bij geomorfologische karteringen, de be-
groeiing bij vegetatiekarteringen en de hydrografie bij
de bodemkartering. Recentelijk verscheen De hoogtelij-
nenkaart van de provincie Groningen (1990), een de ge-
hele provincie Groningen beslaande kartering met
hoogtelijnen met een interval van 50 cm (samengesteld
door de PPD Groningen in het kader van Milieu- en
landschapsonderzoek).
E. Kulturhistorisch onderzoek en karteringen
Onder deze noemer kunnen we onder meer de volgende
karteringen vatten: archeologische kartering, historisch-
geografische kartering en kultuurlandschappelijke kar
tering.
Op deze gebieden wordt veel onderzoek verricht. Met
name de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemon-
derzoek en het Staring Centrum zijn in deze zin be-
langrijke kaartgebruikers. De topografische kaart dient
ook hier niet alleen als ondergrond voor het optekenen
van het thema, een deel van de topografische inhoud
vormt een integraal deel van het thema.
Enkele toepassingen:
Op weg met het verleden, Cultuurhistorische kartering
van Drenthe. Het thema is verdeeld over drie verschil-
lende kaarten: 1. Natuurlijk substraat, 2. Typologie-
kaart en 3. Relictenkaart. Het gebruik van de topografi
sche kaart is in deze Studie meervoudig: oude topogra
fische kaarten op de schaal 1:25.000 dienen als gege-
vensbron voor het thema (analyse en interpretatie). De
informatie is ingetekend op moderne topografische
kaarten (orientatie). De kaarten zijn vervolgens gepubli-
ceerd op een (verkleinde) topografische kaart als on
dergrond.
Een ander voorbeeld is het proefblad Heerlen van de
Historisch-landschappelijke kaart van Nederland
1:50.000, versehenen in de speciale uitgave van het
Historisch-Geografisch Tijdschrift, getiteld: Het land-
schap van Zuid-Limburg.
Uit de archeologische hoek kan als voorbeeld dienen de
Archeologische Kaart van Nederland 1:100.000, blad
Hollands Noorderkwartier.
Van wat oudere datum is de Relictenkaart van West-
Brabant 1:50.000, welke een overzicht geeft van de
voorkomende kulturhistorische landschapsrelikten. Re
centelijk zijn gereedgekomen de kaarten van Midden-
en Oost-Brabant.
Een bijzondere tak van het historisch onderzoek betreft
het toponymisch onderzoek. Aan de hand van veelal
oude kaarten worden toponiemen opgespoord die een
verklaring kunnen leveren omtrent de ontstaansgeschie-
denis van een gebied. Ook wordt vaak geput uit het
oude aardrijkskundige namenbestand van oude kaarten
voor de naamgeving van stads- en dorpswijken en
straatnamen.
Moderne tekstverwerkingsapparatuur kan het onder
zoek op bepaalde facetten ondersteunen. Het biedt de
mogelijkheid snel grote namenregisters (o.a. gazetteer
van de kaartserie 1:50.000) te doorzoeken op bepaalde
(samenstellende delen van) toponiemen; bijvoorbeeld:
zoek alle namen waarin 'es' of 'esch' voorkomt.
F. Landschappelijk onderzoek
Zeer intensief wordt de inhoud van de topografische
kaarten gebruikt bij landschapsonderzoek en karterin
gen. In de publikatie Vergelijking van Nederlandse me-
thoden van landschapsbeeldkartering en hun toepas-
singsmogelijkheden (1977) wordt een 8-tal methoden
uitvoerig geanalyseerd, onder meer naar het gebruik
van topografische informatie ten gunste van het land
schapsonderzoek. Het direkt gebruiken van informatie
uit de topografische kaart is hier vooral van belang om
duur veldwerk te verminderen. Uiteraard wordt voor de
presentatie de kaart als ondergrond gebruikt.
Recentelijk verscheen in het Kartografisch Tijdschrift
een bespreking van de Relief- en Ruimtemaatkaart
1:50.000, fragment blad 62W Heerlen (KT 1988.XIV.1).
Zowel het relief (via de voorhanden zijnde Geomorfolo
gische kaart) als de ruimtemaat zijn in deze kartering
grotendeels gei'nterpreteerd aan de hand van topografi
sche kaarten.
Dat topografische kaarten niet in alle opzichten vol-
doen aan de eisen van deze gebruikers blijkt uit het on
derzoek van Bakermans, Gebruiksbeperkingen van de
moderne topografische kaart bij onderzoek in het cul-
tuurlandschap.
Dit onderzoek was toegespitst op het al dan niet gekar-
teerd zijn van perceelsscheidingen op topografische
kaarten. Achtergrond van het onderzoek was onder
meer om (toekomstige) onderzoekers te wijzen op de
(on)mogelijkheden van de kaart als hulpmiddel bij we-
tenschappelijk onderzoek, mede in relatie tot het al dan
niet noodzakelijk zijn van veldwerk.
G. Ruimtelijke ordening
Een aardig inzicht in het gebruik van topografische
kaarten verkrijgen we bij het doornemen van Zieht op
land - Land op zieht een bundel samengesteld ter ge-
legenheid van het afscheid van mr J. Witsen, direkteur-
generaal voor de Ruimtelijke Ordening.
Topografische kaarten speien een belangrijke rol in de
ruimtelijke ordening. Struktuurplannen hebben meestal
de 1:50.000, eventueel verkleind naar andere schalen,
als ondergrond. In de bijlagen van besiemmingsplannen
treffen we meestal meerdere overzichts- en inventarisa-
tiekaarten aan op basis van de kaart 1:10.000. Zowel de
kaart als zodanig als de kaart als hulpmiddel voor het
KT 1990.XVI.3
49