Topografische kartering in West-Europa J.J. Krijnders Inleiding In Europa is momenteel op meerdere terreinen een pro- ces gaande van een steeds grotere onderlinge afhanke- lijkheid van de verschillende landen. Dit proces leidt er- toe dat van zeer verschillende kanten belang ontstaat bij een meer eenduidige informatie over de topografie van deze landen. Bijvoorbeeld van de kant van de navi- gatiesystemen voor het (vracht)autoverkeer en de daar- bij behorende routeplanning, maar ook vanuit het mi- lieubeheer en de ruimtelijke ordening is er een groeiende vraag naar specifieke topografische informa tie, die niet bij de landsgrenzen ophoudt. De militaire informatiebehoefte is eveneens veranderd omdat het doel anders is geworden; gedetailleerde terreininforma- tie over waar men zieh kan schuilhouden is relatief minder belangrijk geworden, evenals klassieke orienta- tiepunten als kerktorens. Digitale terreinmodellen met bijvoorbeeld informatie of een tank al dan niet een be- paald bosgebied kan doorkruisen (waarvoor gegevens nodig zijn over de breedte van de stammen en de af- stand tussen de bomen) daarentegen wel. De nieuwe en veranderde toepassingen vragen niet alleen om een an dere inhoud van de topografische kartering, maar stel len ook andere (veelal hogere) eisen aan de nauwkeurig- heid, de aktualiteit en de betrouwbaarheid. Van een 19e eeuws papieren informatiesysteem voor mi- litair gebruik raken we in körte tijd verzeild in een voor vele doeleinden te gebruiken digitaal informatiesysteem. De klassieke gedrukte topografische kaart zal als een van de af te leiden produkten blijven bestaan, mis- schien niet meer in oplage gedrukt, maar alleen op aanvraag geprodueeerd, waarbij wensen inzake kaart- uitsnede, schaal, formaat en inhoud vervuld kunnen worden. De vraag naar grensoverschrijdende topografische in formatie is tot op heden beperkt tot het gebied van West-Europa. Dat de landen van Oost-Europa aan dit circuit zullen gaan deelnemen is hoogstwaarschijnlijk. De recente vrijgave van de topografische kaarten van onder andere de DDR en Tsjechoslowakije en de grote belangstelling van de diensten aldaar voor de Westeuropese kartering, wijzen in deze richting. In dit artikel wordt aan de to pografische kartering in Oost-Europa geen aandacht besteed, om reden dat hun topografische kaarten pas tijdens het schrijven van dit artikel werden vrijgegeven. In Europees verband speelt vooral de CERCO (Comite Europeenne des Responsables de la Cartographie Offi- cielle) een belangrijke rol. Hierin zijn alle Westeuropese topografische diensten vertegenwoordigd (inklusief IJs- land, Malta, Turkije en Cyprus). Daarnaast worden in NAVO-verband standaarden opgesteld met betrekking tot de definitie van informatiekategorieen, de nauwkeu- righeid en dergelijke. Overzichten over de karteringen van de Europese lan den kan men vinden in deel 1 van de Inventory of World Topographie Mapping (b'öhme, 1989) en in World Mapping Today (parry perkins, 1987). In dit artikel zal niet worden ingegaan op de verschillende pu- blikaties als zodanig, noch op de wijze van weergave die in de verschillende landen wordt gehanteerd (kraak, 1985). Deze bijdrage zal zieh beperken tot ver- schillen in de aard van de organisatie, de bijhouding, de inhoud, de generalisatie en de ontwikkelingen op het gebied van de computerondersteunde produktie van to pografische informatie. Organisatie en taak Naast de grote verschillen in de weergave en het for maat van de topografische kaarten in West-Europa zijn er ook grote verschillen in de wijze waarop de gegevens verzameld, gekontroleerd en bewerkt worden, en in ak tualiteit van de gegevens. De positie van de karterings- dienst in het ambtelijk apparaat speelt daarnaast een rol: van diensten waarvan verwacht wordt dat deze self- supporting zijn (Ordnance Survey in Groot-Brittannie) tot diensten waarvan hun produkt 'militair geheim' is (Griekenland). De diensten zijn ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken (Oostenrijk), Open- bare Werken (Frankrijk, Spanje), Huisvesting (Dene- marken), Financien (Portugal), Milieubeheer (Groot- Brittannie, Noord-Ierland, Ierland) en Defensie (Neder- land, Spanje voor wat betreft de militaire uitgaven). In de Bondsrepubliek Duitsland wordt de kartering door de verschillende Bundesländer verzorgd, ook onder ver schillende ministeries. De grootste overeenkomst tussen alle karteringsdiensten is dat men kaarten produeeert op schaal 1:50.000 en 1:250.000. Wat betreft de overige kaartseries is het beeld zeer divers. Bij die diensten waar ook een grootschalige kaart wordt geprodueeerd (figuur 1), is de aandacht zeer sterk op die kaart gericht, zeker wat betreft de automatisering. Er werken veel meer mensen aan de grootschalige kaart, er is veel meer geld met de produk tie gemoeid en het direkte maatschappelijke belang er- 64 KT 1990.XVI.3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 68